ECLI:NL:OGEABES:2024:117

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
20 januari 2025
Zaaknummer
BON202400473
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verhuizing van minderjarige van Bonaire naar Nederland

In deze zaak heeft de vader verzocht om vervangende toestemming om met zijn minderjarige dochter, geboren in 2008, van Bonaire naar Nederland te verhuizen. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 oktober 2024, waarbij zowel de vader als de moeder aanwezig waren, en de Voogdijraad vertegenwoordigd was. De vader heeft uiteengezet dat de verhuizing in het belang van de minderjarige is, die de afgelopen jaren emotionele en fysieke verwaarlozing heeft ervaren bij de moeder in Curaçao. Sinds juni 2023 is het contact tussen de vader en de minderjarige verbeterd, en sinds augustus 2024 woont de minderjarige bij de vader in Bonaire. De vader heeft plannen om in Nederland een nieuwe start te maken, inclusief een nieuwe baan en een MBO-sportopleiding voor de minderjarige.

De moeder heeft verweer gevoerd, maar staat in principe open voor de verhuizing, mits zij goed geïnformeerd wordt over de school en verblijfplaats van de minderjarige. De Voogdijraad heeft het verzoek van de vader ondersteund, maar benadrukt het belang van blijvend contact met de moeder. Het gerecht heeft alle omstandigheden in overweging genomen en oordeelt dat de verhuizing in het belang van de minderjarige is. De vader krijgt toestemming om met de minderjarige naar Nederland te verhuizen, met de voorwaarde dat hij de moeder op de hoogte houdt van belangrijke zaken met betrekking tot de minderjarige.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400473
Datum uitspraak: 6 november 2024
BESCHIKKING
In de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Bonaire,
hierna: de vader,
in persoon,
tegen
[verweerder],
wonende te Curaçao,
hierna: de moeder,
in persoon,
met betrekking tot de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te Bonaire.
in zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES is in de procedure betrokken: de Voogdijraad Caribisch Nederland (hierna: de Voogdijraad).

1.De procedure

1.1.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2024. Daarbij zijn verschenen de moeder (via een videoverbinding) en de vader.
Namens de Voogdijraad is verschenen [medewerker Voogdijraad].
1.2.
De beschikking is bepaald op heden.
1.3. [
.[de minderjarige] is in de gelegenheid gesteld om haar mening kenbaar te maken. Zij heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling, buiten de aanwezigheid van de overige belanghebbenden, met de rechter gesproken.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn de ouders van [de minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te Bonaire.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk belast met het gezag over [de minderjarige].
2.3.
Partijen wonen niet meer samen. [de minderjarige] woont sinds deze zomer bij de vader, na eerst jaren alleen bij de moeder te hebben gewoond

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1.
De vader verzoekt het gerecht om hem, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, toe te staan met [de minderjarige] naar Nederland te mogen verhuizen door het verlenen van vervangende toestemming.
3.2.
De moeder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3.
In artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek BES is bepaald dat geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter kunnen worden voorgelegd. De gezamenlijke gezagsuitoefening van partijen brengt mee dat de ene met gezag belaste ouder voor het wijzigen van de woonplaats van [de minderjarige] toestemming van de andere met gezag belaste ouder behoeft. Indien de ouders het hierover niet eens worden zal de rechter hierover een beslissing nemen. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Uit vaste jurisprudentie volgt dat, hoezeer het belang van het kind een overweging van de eerste orde dient te zijn bij de te verrichten afweging van belangen, andere belangen zwaarder kunnen wegen.
3.4.
Het gerecht zal bij zijn beslissing alle omstandigheden van het geval in acht dienen te nemen, en daarbij onder meer de volgende aspecten kunnen betrekken:
- het recht en belang van de vader om te verhuizen en de vrijheid om zijn leven opnieuw in te richten en daarbij de noodzaak om te verhuizen,
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid,
- de door de vader geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de vader te verzachten en/of te compenseren,
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg,
- de rechten van de moeder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving,
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg,
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de moeder voor en na de verhuizing,
- de leeftijd van de minderjarige, haar mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen,
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
3.5.
De vader heeft – samengevat - het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd. [de minderjarige] heeft jarenlang met haar moeder in Curaçao gewoond. Dit waren heftige jaren voor [de minderjarige] waarin sprake was van emotionele en fysieke verwaarlozing. Het contact tussen [de minderjarige] en de vader was toen minimaal. Sinds juni 2023 is dit contact beter. De vader is inmiddels mede met het gezag belast en [de minderjarige] is in augustus 2024 bij hem komen wonen in Bonaire, met toestemming van de moeder. De vader ziet [de minderjarige] opbloeien binnen zijn gezin waar ook de nieuwe partner van partner en hun kinderen deel van uit maken. [de minderjarige] is vrolijk en ziet er gezonder uit. Dit wordt door [de minderjarige] zelf ook bevestigd. Echter, de nabijheid van de moeder in Curaçao zorgt nog steeds voor onrust voor [de minderjarige]. Nu [de minderjarige] recent haar middelbare schoolopleiding heeft afgerond, vindt vader dit een goed moment om een nieuwe start te maken in Nederland. Hier zal [de minderjarige] een MBO-sportopleiding gaan starten, iets waar ze erg naar uitkijkt. Vader heeft een nieuwe baan aangenomen in de buurt van hun nieuwe woonplaats waar hij per 1 december 2025 zal starten.
3.6.
De moeder heeft – samengevat – het volgende verweer gevoerd. Zij gaat akkoord met een verhuizing van [de minderjarige] naar Nederland maar verbindt daaraan de voorwaarde dat zij goed geïnformeerd wordt over de school waar [de minderjarige] naartoe zal gaan en de precieze verblijfplaats van [de minderjarige]. Ook wil zij graag op regelmatige basis contact onderhouden met [de minderjarige].
3.7.
De Voogdijraad heeft - samengevat – als volgt geadviseerd. Hoewel een verhuizing naar Nederland ingrijpend zal zijn voor [de minderjarige] omdat zij altijd in het Caribisch deel van het koninkrijk heeft gewoond, zal het ook een positieve wending in haar leven kunnen geven. Een verhuizing naar Nederland geeft haar de mogelijkheid om in meerdere opzichten afstand te nemen van haar oude leven in dit deel van het koninkrijk waaraan zij geen goede herinneringen heeft althans niet waar het gaat om de jaren waarin zij alleen met haar moeder woonde op Curaçao. De Voogdijraad ondersteunt het verzoek van de vader om met [de minderjarige] naar Nederland te verhuizen maar benadrukt wel dat ondanks dat [de minderjarige] te kennen heeft gegeven afstand tot haarmoeder te willen nemen, het belangrijk is dat er blijvend gekeken moet worden of een verder contact met de moeder wenselijk is voor [de minderjarige] en zo ja, op welke wijze dit moet worden vormgegeven.
3.8.
Het gerecht overweegt als volgt. Op basis van het dossier, hetgeen [de minderjarige] zelf te kennen heeft gegeven en hetgeen besproken is tijdens de mondelinge behandeling, acht het gerecht een verhuizing naar Nederland met haar vader en zijn nieuwe partner en kinderen in het belang van [de minderjarige]. Het gerecht zal de verzochte toestemming verlenen. Redengevend is de motivatie van de vader dat een verhuizing met [de minderjarige] naar Nederland in het belang van [de minderjarige] zal zijn. De wens van vader om te verhuizen is niet zozeer gelegen in de wens om zijn eigen leven op een andere manier vorm te geven, maar in de wens om [de minderjarige] de kans geven om, zoals zij naar eigen zeggen ook wenst, afscheid te nemen van haar bestaande leven in dit deel van het koninkrijk, waaraan zij geen goede herinneringen heeft. Met deze verhuizing kan zij de oude deuren dichtdoen en nieuwe deuren openen. [de minderjarige] heeft aangegeven erg uit te kijken naar een nieuwe start in Nederland. Een beperking die een verhuizing met zich brengt zou kunnen zijn dat de omgang met de moeder wordt bemoeilijkt, maar er is op dit moment geen omgang tussen de moeder en [de minderjarige] en [de minderjarige] heeft duidelijk aangegeven dat op dit moment ook niet te willen. Samen met de Voogdijraad onderstreept het gerecht het belang voor [de minderjarige] dat de weg naar contact met haar moeder openblijft, bijvoorbeeld middels e-mailcontact. Vader zou hierin wel een motiverende rol kunnen spelen. Mogelijk zou een contact met haar moeder [de minderjarige] ook kunnen helpen bij de verwerking van trauma’s uit het verleden, hetgeen met de hulpverlening in Nederland zou moeten worden besproken. Met betrekking tot de wens van moeder om geïnformeerd te worden over de precieze verblijfplaats en schoolgegevens van [de minderjarige] heeft de vader aangegeven dat hij de exacte adresgegevens graag geheim zou houden voor moeder. De rechtbank wijst vader op zijn informatieplicht. De vader zal de moeder minimaal in algemene termen moeten informeren over belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van [de minderjarige] of haar verzorging en opvoeding betreffen.

4.4. De beslissing

Het gerecht:
4.1.
verleent de [verzoeker] toestemming om met
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te Bonaire, van Bonaire naar Nederland te verhuizen;
4.2.
verklaart deze beschikking bij voorraad uitvoerbaar.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 6 november 2024 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.