ECLI:NL:OGEABES:2024:114

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
BON202400364
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om eenhoofdig gezag over minderjarige na ontbinding huwelijk

In deze zaak heeft de moeder verzocht om alleen belast te worden met het gezag over haar minderjarige kind, geboren uit een inmiddels ontbonden huwelijk. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 12 augustus 2024 is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 oktober 2024, waarbij de moeder en haar gemachtigde, mr. E.J. Winkel, aanwezig waren. De vader, die op Curaçao woont, is niet verschenen, ondanks correcte oproeping. De moeder legt haar verzoek uit door te wijzen op de verslechterde communicatie met de vader, die na zijn veroordeling tot een gevangenisstraf van 15 jaar afwezig was tijdens de eerste jaren van het leven van hun kind. De communicatie is verder verslechterd door bedreigingen van de vader aan de moeder, wat heeft geleid tot een contactverbod na zijn voorwaardelijke invrijheidstelling op 18 maart 2024.

De moeder verzoekt om wijziging van het gezag op basis van artikel 1:253n BW BES, dat de rechter toestaat om gezamenlijk gezag te beëindigen indien de omstandigheden zijn gewijzigd. Het gerecht oordeelt dat het gezamenlijk gezag niet in het belang van het kind is en wijst het verzoek van de moeder toe. De slechte communicatie tussen de ouders en de dreiging van de vader vormen een ernstige belemmering voor een goede opvoeding. De vader is nauwelijks betrokken bij het leven van het kind en draagt niet bij aan de verzorging. Het gerecht concludeert dat het niet mogelijk is voor de ouders om gezamenlijk gezag uit te oefenen.

De beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman en is openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024. De griffie is opgedragen om aantekening te maken in het gezagsregister en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400364
datum beslissing: 30 oktober 2024
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker]
wonende te Bonaire,
hierna: de moeder
gemachtigde: mr. E.J. Winkel
tegen
[verweerder],
wonende te Curaçao,
hierna: de vader,
niet verschenen,
betreffende de minderjarige:
[de minderjarige],
geboren op [geboortedatum minderjarige] 2014 te Curaçao,
hierna: [de minderjarige].

1.De procedure

1.1.
Het verzoekschrift is binnengekomen op 12 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2024. Daarbij zijn de moeder met bovengenoemde gemachtigde verschenen, de heer [medewerker Voogdijraad] namens de Voogdijraad en mevrouw K. Thielman, in haar hoedanigheid van voor deze zaak beëdigd tolk in de Papiamentse taal. De vader is, hoewel correct opgeroepen voor de zitting, niet verschenen.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Uit het inmiddels ontbonden huwelijk van partijen is [de minderjarige] geboren. Na de ontbinding van het huwelijk hebben beide partijen het (gezamenlijk) gezag over [de minderjarige] behouden.
2.2.
De moeder woont met [de minderjarige] op Bonaire. De vader woont op Curaçao.

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1.
De moeder verzoekt het gerecht om haar te belasten met het eenhoofdig gezag over [de minderjarige].
3.2.
De moeder legt aan haar verzoek ten grondslag dat de communicatie van haar met de vader in de afgelopen jaren verslechterd is. Deze verslechtering trad in toen de vader twee maanden na het sluiten van hun huwelijk werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar. De vader was tijdens de geboorte en de eerste jaren van [de minderjarige] dus afwezig. Gedurende de detentie van de vader verslechterde de communicatie verder tussen partijen. Dit heeft geresulteerd in een echtscheiding. Omdat de vader vanuit zijn detentie bedreigingen uitte aan het adres van de moeder heeft hij, bij zijn voorwaardelijke invrijheidstelling op 18 maart 2024, een contactverbod met de moeder opgelegd gekregen. Zij hebben op dit moment op geen enkele manier contact met elkaar.
3.2.
Het verzoek, dat strekt tot wijziging van het gezag in die zin dat de vrouw voortaan alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast, is gebaseerd op artikel 1:253n BW BES. Ingevolge dit artikel kan de rechter op verzoek van de niet (meer) met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de desbetreffende beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Alsdan bepaalt de rechter aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt.
3.4.
Het gerecht acht het gezamenlijk gezag van vader en moeder niet in het belang van [de minderjarige] en zal het verzoek van de moeder om haar te belasten met het eenhoofdig gezag toewijzen. Het gerecht volgt daarin het advies van de Voogdijraad. Redengevend is de slechte communicatie tussen partijen en de dreiging die hierbij van de vader uitgaat naar de moeder toe. Deze is zelfs zodanig ernstig dat hem een contactverbod is opgelegd. De moeder ervaart in het contact met de vader stress en angst en dit staat een goede communicatie in het belang van [de minderjarige] in de weg. Het kan het niet anders dan dat deze gevoelens ook hun weerslag hebben op [de minderjarige]. Daarnaast is de vader op geen enkele constructieve wijze betrokken bij het leven van [de minderjarige]. Op een paar minuutjes bellen per week na, vormt hij geen onderdeel van haar leven en hij draagt ook niet financieel bij aan de verzorging en opvoeding van [de minderjarige]. Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat het naar het oordeel van het gerecht niet mogelijk is voor de vader en moeder van [de minderjarige] om gezamenlijk gezag uit te oefenen over haar.

4.De beslissing

Het gerecht:
4.1.
wijst toe het verzoek van de vrouw om te worden belast met het eenhoofdig gezag over de minderjarige:
- [de minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2014 te Curaçao,
4.2.
draagt de griffie op om aantekening van deze beschikking te maken in het gezagsregister;
4.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.