ECLI:NL:OGEABES:2024:10

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
BON202300544
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing gezag en benoeming voogdij in een zaak betreffende een minderjarige

In deze zaak heeft de Voogdijraad Caribisch Nederland op 14 november 2023 een verzoekschrift ingediend om de moeder van de minderjarige ontheffen van het ouderlijk gezag en ZJCN te belasten met de voogdij. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 januari 2024, waarbij de moeder en vertegenwoordigers van de Voogdijraad en ZJCN aanwezig waren. Voorafgaand aan de behandeling had de rechter op 23 november 2023 een kindgesprek met de minderjarige.

De feiten tonen aan dat de moeder het eenhoofdig gezag heeft over de minderjarige, die niet erkend is door de biologische vader. De minderjarige is sinds 19 november 2020 onder toezicht gesteld en uithuisgeplaatst. Ondanks diverse verlengingen van de beschermingsmaatregelen, is de situatie van de minderjarige nog steeds zorgelijk. De moeder is niet in staat gebleken om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen, en er zijn ernstige zorgen over haar gedrag, waaronder huiselijk geweld en alcoholgebruik.

De rechter heeft geconcludeerd dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat de mogelijkheden voor de moeder zijn uitgeput. De minderjarige heeft aangegeven dat zij vrede heeft met haar verblijf in de residentie en hoopt op een mogelijke verhuizing naar haar peettante in Nederland. De rechter heeft het verzoek van de Voogdijraad toegewezen en de moeder ontheven van het gezag, terwijl ZJCN als voogd is benoemd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en zal worden opgenomen in het gezagsregister.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202300544
datum uitspraak: 7 februari 2024
BESCHIKKING
Op verzoek van:
VOOGDIJRAAD CARIBISCH NEDERLAND,
gevestigd te Bonaire,
hierna: de Voogdijraad.
Met betrekking tot de minderjarige:
- [DE MINDERJARIGE]geboren op [geboortedatum] 2008 in Nederland,
(hierna ook: [de minderjarige]).
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
- [DE MOEDER]wonende te Bonaire (hierna: de moeder)
- Zorg en Jeugd Caribisch Nederlandgevestigd te Bonaire (hierna: ZJCN).

1.De procedure

1.1.
Op 14 november 2023 heeft de Voogdijraad een verzoekschrift met als bijlage een raadsrapport van 13 november 2023 ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 januari 2024. Daarbij waren aanwezig de moeder, namens de Voogdijraad mevrouw F. Franckaert en namens ZJCN mevrouw M. Mercelina en mevrouw M. Short.
1.3.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling, op 23 november 2024, heeft de rechter een kindgesprek gehad met [de minderjarige]
1.4.
De beslissing is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Moeder heeft het eenhoofdig gezag over [de minderjarige]. De biologische vader heeft [de minderjarige] niet erkend. De moeder en [de minderjarige] hebben geen contact met de biologische vader. [de minderjarige] heeft niet veel contact met moeder. De frequentie van het contact van haar met moeder wisselt.
2.2.
Bij beschikking van dit gerecht van 19 november 2020 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld en uithuisgeplaatst naar de residentie van Fundashon Kas pa Hoben ku Futuro. Daarbij is ZJCN belast met het toezicht.
2.3.
Na diverse verlengingen, lopen de vermelde beschermingsmaatregelen nog steeds. [de minderjarige] verblijft nog altijd in de residentie.

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1.
De Voogdrijraad verzoekt om moeder te ontheffen van het ouderlijk gezag over [de minderjarige] en ZJCN te belasten met de voogdij.
3.2.
Aan het verzoek wordt ten grondslag gelegd dat moeder na de ruim drie jaar geleden uitgesproken ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, nog altijd niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] te dragen. Moeder werkt onvoldoende mee aan hulp en ondersteuning vanuit ZJCN en MHC. Moeder is voor hulpverlening wisselend bereikbaar. Het patroon van huiselijk geweld en alcoholgebruik dat aan de eerdere beslissingen tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing ten grondslag lag, is nog steeds aanwezig.
3.3.
Moeder kan zich vinden in het verzoek.
3.4.
Ook [de minderjarige] is het eens met het verzoek. Anders dan eerst, heeft zij nu vrede met haar verblijf in de residentie, maar zij hoopt dat er goed wordt gekeken naar de mogelijkheid van een verhuizing van haar naar haar peettante in Nederland. ZJCN heeft bevestigd dat zij, als beoogd voogd, die mogelijkheid op korte termijn zal onderzoeken.
3.5.
ZJCN heeft zich bereid verklaard om de voogdij over [de minderjarige] uit te oefenen
3.6.
Het verzoek wordt als volgt beoordeeld. Ingevolge artikel 1:266 BW BES kan de rechter een ouder van het gezag ontheffen op de grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet. Uit het, in zoverre door moeder niet bestreden, raadsrapport, kan worden geconcludeerd – kort gezegd – dat er ernstige zorgen zijn rondom moeder die verband houden met of worden gekenmerkt door huiselijk geweld, alcoholgebruik door moeder, onveilige huisvesting, seksueel misbruik en verwaarlozing. Moeder werkt onvoldoende mee aan de aan haar geboden hulpverlening en zij is onvoldoende bereikbaar om de nodige beslissingen te kunnen nemen over [de minderjarige]. Het gerecht volgt daarom de ook in het raadsrapport vermelde conclusie dat het perspectief van [de minderjarige] nu niet meer bij moeder ligt. De mogelijkheden voor moeder zijn uitgeput. De toekomst van [de minderjarige] ligt elders. Zoals ieder kind heeft [de minderjarige] een veilige en vertrouwde omgeving nodig waarin zij positief gestimuleerd wordt. Moeder kan die niet bieden. Er is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 1:266 BW BES, reden waarom het verzoek zal worden toegewezen.

4.De beslissing

Het gerecht
4.1.
ontheft moeder van het gezag over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in Nederland,
4.2.
benoemt ZJCN tot voogd over de genoemde minderjarige,
4.3.
verklaart deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
verstaat dat deze beslissing door de griffie van het Gerecht zal worden opgenomen in het gezagsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en is op 7 februari 2024 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.