In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft verhuurster een kort geding aangespannen tegen haar huurders wegens huurachterstand. De huurders, die sinds 28 juni 2021 een woning huren, hebben over de maanden augustus, september en oktober 2023 geen huur betaald, terwijl zij wel de lopende huur voor november en december 2023 hebben voldaan. De verhuurster vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, onderbouwd met de stelling dat de huurders zich niet als goede huurders gedragen. De huurders betwisten de huurachterstand en stellen dat zij een lagere huurprijs zijn overeengekomen vanwege gebreken aan de woning. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de gemachtigde van de verhuurster geen advocaat is, maar dit gebrek is hersteld door het overleggen van een volmacht. De rechter heeft vastgesteld dat de huurders niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij de huur hebben betaald en dat de huurachterstand van drie maanden in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Echter, gezien de omstandigheden, waaronder de aanwezigheid van minderjarige kinderen, heeft de rechter besloten om de ontruiming niet direct te bevelen, maar onder voorwaarden te laten plaatsvinden. De huurders moeten de huurachterstand binnen een maand na het vonnis betalen en de lopende huur tijdig voldoen. Indien zij hier niet aan voldoen, kan de verhuurster de woning laten ontruimen. De huurders zijn ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.