ECLI:NL:OGEABES:2023:21

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
BON202300376
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak inzake kredietovereenkomst en betalingsverplichting met betrekking tot contractuele rente

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is een verstekzaak aan de orde. Eiseres, Island Finance N.V., heeft een vordering ingesteld op grond van een kredietovereenkomst. De gedaagde, die niet is verschenen, heeft een bedrag van USD 10.000,00 geleend van eiseres, met een contractuele rente van 20,05%. Eiseres vordert de achterstallige maandelijkse betalingen, maar heeft ten onrechte de contractuele rente gevorderd in plaats van de wettelijke rente als vertragingsrente. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vordering niet is weersproken en toewijsbaar is, mits deze niet als onrechtmatig of ongegrond wordt beschouwd.

De feiten tonen aan dat gedaagde is gestopt met betalen, waardoor eiseres het restant van de lening ineens kan vorderen. Echter, de berekening van de vordering door eiseres sluit niet aan bij de overeenkomst tussen partijen. Eiseres moet een nieuwe berekening maken van de nog niet nagekomen termijnen, vermeerderd met een boeterente van 5% voor elke niet-tijdige betaling. Daarnaast moet eiseres toelichten waarom zij de overeengekomen rente van 20,05% kan vorderen over de achterstand, in plaats van de wettelijke rente. De zaak is verwezen naar de rol van 25 oktober 2023 voor verdere uitlaten door eiseres.

Het gerecht heeft iedere verdere beslissing aangehouden en zal de zaak op de genoemde datum opnieuw behandelen. Dit vonnis is uitgesproken door rechter J.R. Veerman op 27 september 2023.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Zaaknummer: BON202300376
Datum uitspraak: 27 september 2023
inzake
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE N.V.,
kantoorhoudende te Bonaire,
eiseres,
gemachtigde: mr. N.B. Louisa,
tegen
[gedaagde],
wonende in Bonaire,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verzoekschrift is ingediend op 4 augustus 2023. De zaak stond voor behandeling op 30 augustus 2023. Gedaagde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, bij die behandeling niet verschenen.
1.2.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten, de vordering en de beoordeling

2.1.
Nu de vordering niet is weersproken is deze toewijsbaar als het gerecht deze niet als onrechtmatig of ongegrond voorkomt. In verband met het laatste zijn er vragen. De vordering sluit namelijk niet aan op wat partijen zijn overeengekomen. Gedaagde heeft USD 10.000,00 geleend van eiseres. Vermeerderd met rente en kosten leidt dit, volgens de tussen partijen gesloten schriftelijke overeenkomst, tot een door gedaagde aan eiseres te betalen som van USD 14.739,31. Gedaagde zou dit bedrag moeten betalen in 48 maandelijkse termijnen van USD 307,06 vanaf 21 juni 2020, waarmee de laatste termijn op 21 mei 2024 zou moeten worden betaald. Vanaf enig moment is gedaagde gestopt met de betalingen, waardoor eiseres thans, op grond van de overeenkomst, het restant van de terug te betalen som nu ineens kan vorderen. Echter, eiseres vordert daarover ook de overeengekomen rente. Dit bedrag specificeert zij in een door haar overgelegde productie 3, maar de gegevens daarin corresponderen niet met wat partijen, zoals hiervoor uiteengezet, zijn overeengekomen. Als gedaagde te laat betaalt, of helemaal niet, dan is hij volgens de overeenkomst een eenmalige boeterente verschuldigd van 5% en daarover niet de overeengekomen rente van 20,05% die immers al in de voormelde som van
USD 14.739,31 is betrokken. Wat eiseres moet doen is een nieuwe berekening maken waarin zij de nog niet nagekomen termijnen tot en vanaf de datum van het verzoekschrift specificeert, vermeerderd met 5% voor elke verschenen termijn tot de datum van het verzoekschrift die niet tijdig zou zijn betaald. Daarnaast zal zij moeten toelichten op grond waarvan zij meent dat zij de overeengekomen rente van 20,05% kan vorderen over de achterstand vanaf de datum van verzoekschrift en niet de wettelijke rente. Daartoe zal eiseres een akte moeten nemen. De zaak zal daarvoor naar de rol worden verwezen.
2.2.
Het gerecht zal iedere verdere beslissing aanhouden

3.De beslissing

Het gerecht,
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van 25 oktober 2023 voor uitlaten door eiseres over hetgeen onder 2.1. is overwogen,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 27 september 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.