ECLI:NL:OGEABES:2022:47

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
BON202100214
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de geldlening voor de aankoop van een auto en een driewieler met betwisting van de overeenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en gedaagde over een geldlening voor de aankoop van een auto en een driewieler. Eiser, directeur-grootaandeelhouder van Bonred I B.V., stelt dat gedaagde een bedrag van USD 14.500,- heeft geleend voor de aankoop van een Toyota Hilux en een Gilera Fuoco. Gedaagde betwist het bestaan van de geldleningsovereenkomst en stelt dat de handtekening op de schuldbekentenis vervalst is. Hij beweert dat de auto aan hem is geschonken door Bonred I B.V. en dat hij de driewieler van Bonred I B.V. heeft gekocht, waarbij de lening zou worden terugbetaald via inhoudingen op zijn loon.

De rechter oordeelt dat, hoewel gedaagde de handtekening op de schuldbekentenis betwist, de geldlening kan worden afgeleid uit andere feiten en omstandigheden. De WhatsApp-correspondentie tussen partijen wijst erop dat de lening daadwerkelijk is verstrekt. Gedaagde heeft erkend dat hij voor de driewieler een bedrag van USD 5.500,- heeft geleend, maar stelt dat dit van Bonred I B.V. was. De rechter concludeert dat de lening door eiser is verstrekt en dat gedaagde niet heeft betwist dat een bedrag van USD 750,- op de lening is afgelost.

Uiteindelijk wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van USD 13.750,- aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het verzoekschrift. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op USD 587,-. Het vonnis is uitgesproken op 9 november 2022 door rechter J.R. Veerman.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202100214
Datum uitspraak: 9 november 2022
VONNIS
in de zaak van:
[EISER],
wonende te Bonaire,
eiser,
gemachtigde: mr. K.D. Keizer,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te Bonaire,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.1. De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift ter verkrijging van een rechterlijk bevel tot betaling ex artikel 862 Rv, met producties, ingekomen op 18 maart 2021
- de conclusie van antwoord, ingekomen op 16 juni 2021
- de conclusie van repliek van 29 juni 2022
- de op de rolzitting van 28 augustus 2022 verleende akte niet-dienen.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde was in de periode februari 2020 tot en met juni 2020 en in de periode 13 januari 2021 tot en met 25 januari 2021 in dienst bij Bonred I B.V. Eiser is directeur-grootaandeelhouder van Bonred I B.V.
2.2.
Bij de stukken zit een schuldbekentenis, die naar stelling van eiser door gedaagde zou zijn ondertekend, van 17 april 2020. Deze ziet op in verband met de aankoop van een Toyota Hilux (hierna: de auto) en een Gilera Fuoco (hierna: de driewieler) ter leen ontvangen gelden. Voor zover hier van belang luidt deze als volgt:
(…) De heer [naam gedaagde] (…), hierna te noemen: schuldenaar, verklaart wegens op heden 17 april 2020 ter leen ontvangen gelden schuldig te zijn aan [naam eiser] (…), hierna te noemen: schuldeiser, een som van $ 9000,- voor aankoop van een TOYOTA HILUX SRV 3.0 DIESEL 2006 en een som van $ 5500,- een GILERA FUOCO (…) met framenr. ZAPM8310000003461 2014 $ 5500,- totaal samen $ 14.500,- Dollar tegen een rente van nul (0%) per jaar,
en voorts onder de volgende bepalingen en bedingen:
Behoudens de gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid als hierna onder sub. 4 vermeld, zal de hoofdsom of het restant daarvan worden afgelost op uiterlijk looptijd eind Maart 2025.
De schuldenaar is te allen tijde bevoegd de hoofdsom geheel of gedeeltelijk af te lossen, mits in ronde sommen van tweehonderd en vijftig Dollar ($ 250,--) of een veelvoud daarvan. De schuldenaar is ter zake van deze vervroegde aflossing geen boete verschuldigd.
De maandelijkse aflossing van $ 250,- dient uiterlijk iedere laatste dag van einde maand voldaan te zijn op de Orco bank rekening (...) t.n.v. [naam eiser] (...).
De hoofdsom of het restant daarvan is met kosten zonder voorafgaande opzegging dadelijk opeisbaar: indien de aflossing niet uiterlijk op de vervaldatum is betaald, bij niet-nakoming van enige andere verplichting tegenover de schuldeiser, bij overlijden of faillietverklaring van de schuldenaar, bij diens aanvraag tot surseance van betaling, bij inbeslagneming van het geheel of een gedeelte zijner zaken of indien hij boedelafstand doet.
De schuldenaar is in gebreke door het enkel verloop van de termijn, zonder dat daartoe een bevel of andere akte van in verzuimstelling vereist wordt.
5. Alle betalingen moeten geschieden ten huize van schuldeiser, zonder korting of compensatie, of op een door deze aan te wijzen bankrekening (rekeningnummer bij de Orco (...))
6. Alle kosten, die de schuldeiser naar zijn oordeel moet maken tot behoud en ter uitoefening van zijn rechten en alle verdere kosten waartoe deze geldlening aanleiding mocht geven, zijn voor rekening van de schuldenaar,
(…)
2.3.
Ten tijde van de aankoop van de auto heeft eiser gedaagde via WhatsApp onder meer bericht:
(…)[naam gedaagde], de auto moet op jou eigen naam komen! Ik leen jou het geld en maak een lenings contract op, waarin staat dat jij dat bedrag van mij hebt geleend (…)
Daarop antwoordde gedaagde:
Ja ja dat klopt dat weet ik all (…)
2.4.
Op 2 maart 2021 heeft eiser gedaagde via e-mail onder verwijzing naar de hiervoor genoemde schuldbekentenis onder meer bericht:
(…) zoals jij weet heb jij op 17 april 2020 van mij in Prive een bedrag van totaal 14.500,00 US$ geleend voor de aankoop van een pickup Toyota Hilux diesel uit 2006 en een Gilera Fuoco moter uit 2014 volgens mijn boekhouding heb jij op deze lening tot op heden slechts 2 x 250,000 US$ terug betaald, dit zou echter in totaal 10x 250,00 dus 2500,00 moeten zijn, kan jij aangegeven wanneer jij dit restant bedrag gaat inlopen, en wil jij ook zorgen dat de maandelijkse betalingen van deze renteloze lening op mijn rekening wordt overgemaakt (...)
2.5.
Gedaagde heeft eiser hierop per WhatsApp onder meer het volgende bericht:
Stuur dit bericht voor een advocaat begint met een zak er over ik hoor graag van je terug. Of meschien ook
bij een deurwaarder. Wat je doet normal met alle die je koop ze met een illegale lenen die stad in artikel 359.
2.6.
Op het loon van gedaagde is door Bonred I. B.V. in totaal USD 750,00 ingehouden in verband met een aflossing op een lening.
2.7.
Op 22 maart 2021 heeft gedaagde aangifte gedaan tegen eiser bij het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) in verband met een volgens gedaagde door eiser vervalste handtekening op de onder 2.2. bedoelde schuldbekentenis.

3.De vordering

3.1.
Eiser vordert – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot betaling aan hem van een bedrag van USD 14.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente en gedaagde te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Hij legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde hem de nog openstaande bedragen uit een door hem gestelde tussen partijen gesloten geldleningsovereenkomst voor de aankoop van de auto en de driewieler moet terugbetalen.
3.3.
Gedaagde voert verweer. Hij betwist dat partijen een geldleningsovereenkomst met elkaar hebben gesloten. De handtekening op de schuldbekentenis is vervalst.
De auto is aan gedaagde geschonken door Bonred I B.V. De driewieler heeft hij bij Bonred I B.V. gekocht. Het aankoopbedrag heeft gedaagde van Bonred I B.V. geleend. De lening zou worden terugbetaald door inhoudingen op zijn loon.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of, althans in hoeverre, er sprake is van een tussen hen gesloten geldleningsovereenkomst voor de aankoop van een auto en een driewieler. Volgens eiser gaat het om USD 14.500,00 (USD 9.000,00 voor de auto en USD 5.500,00 voor de driewieler).
4.2.
Eiser beroept zich voor het bestaan van de geldlening primair op een door hem gestelde schriftelijke schuldbekentenis. Gedaagde betwist deze te hebben ondertekend. Zijn handtekening zou zijn vervalst. De echtheid van de handtekening kan echter naar het oordeel van het gerecht in het midden blijven. De door eiser gestelde geldleningsovereenkomst kan namelijk worden afgeleid uit andere feiten en omstandigheden, hetgeen als volgt wordt toegelicht.
4.3.
Ten aanzien van de auto geldt dat gedaagde niet heeft betwist dat daarvoor
USD 9.000,00 is betaald, maar volgens hem gaat het om een schenking door Bonred I B.V. Uit de door eiser overgelegde WhatsApp-correspondentie, waarin eiser gedaagde ten tijde van de aankoop van de auto berichtte “de auto moet op jou eigen naam komen” en “ik leen jou het geld” volgt echter dat het om een lening en niet om een schenking ging. Gedaagde heeft niet toegelicht hoe zijn stelling dat er sprake is van een schenking tegen deze achtergrond geplaatst of begrepen moet worden. Daar komt bij dat ook in zijn algemeenheid door gedaagde met zijn reactie op de sommatie van eiser van 2 maart 2021, waarin gedaagde het heeft over “illegale lenen”, wordt erkend dat er sprake is van een lening. Overigens heeft gedaagde ook niets gesteld over een mogelijk motief van Bonred I B.V. om hem een auto te schenken. Hij heeft weliswaar gesteld dat hij de auto nodig had voor de uitvoering van zijn werkzaamheden, maar daarvoor had de werkgever de auto ook enkel ter beschikking kunnen stellen.
4.4.
Voor wat betreft de driewieler geldt dat gedaagde heeft erkend dat hij voor de aankoop daarvan een bedrag van USD 5.500,00 heeft geleend. Gedaagde verweert zich echter met de stelling dat hij dit bedrag niet van eiser heeft geleend, maar van Bonred I B.V. Hij verwijst in dit kader naar inhoudingen die op zijn loon zijn gedaan als aflossing op de lening. Hieruit volgt echter nog niet dat de lening niet met eiser zou zijn aangegaan. Eiser kan als directeur-grootaandeelhouder zeer wel de incasso van een door hem verstrekte lening via Bonred I B.V. hebben willen laten lopen. Gesteld noch gebleken is bovendien dat Bonred I B.V. naast eiser ook zelf (uit eigen hoofde) jegens gedaagde aanspraak maakt op enige terugbetaling van de lening. Het gerecht gaat er daarom van uit dat deze lening door eiser en niet door Bonred I B.V. is verstrekt. Als gevolg hiervan wordt aan het verweer van gedaagde tot verrekening van door hem gemaakte overuren niet toegekomen, nog daargelaten dat eiser die overuren heeft betwist en op grond van artikel 6:136 BW ook daarom niet aan een beoordeling daarvan in deze procedure wordt toegekomen, omdat deze vordering niet eenvoudig kan worden vastgesteld.
4.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat een bedrag van USD 750,00 op de lening is afgelost en gedaagde heeft niet betwist dat de lening voor het overige opeisbaar is.
4.6.
Gelet op het voorgaande is de betalingsvordering van eiser tot een bedrag van USD 13.750,00 toewijsbaar.
4.7.
De vordering met betrekking tot de wettelijke rente is niet weersproken en is toewijsbaar vanaf de datum van het verzoekschrift.
4.8.
Gedaagde zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van eiser begroot op USD 28,00 aan griffierecht en USD 559,00 (1 punt x tarief 4) aan gemachtigdensalaris. Bij het aantal procespunten is in aanmerking genomen dat eiser pas sinds de conclusie van repliek een gemachtigde heeft. Gedaagde zal ook worden veroordeeld in de nakosten zoals gevorderd.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van USD 13.750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2021 tot aan de dag van volledige voldoening,
5.2.
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, aan de zijde van eiser begroot op USD 587,00,
5.3.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van de nakosten, begroot op USD 140,00 zonder betekening, vermeerderd met USD 84,00 in geval van betekening nadat voldoening aan de veroordeling is uitgebleven binnen 14 dagen nadat gedaagde daartoe is aangeschreven,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en uitgesproken op 9 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.