ECLI:NL:OGEABES:2022:43

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
BON202200233
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestuurder in kort geding wegens onenigheid over bedrijfsvoering en financiële onregelmatigheden

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, vorderden de eisers, bestaande uit verschillende vennootschappen en hun aandeelhouders, de onmiddellijke schorsing van de gedaagde als statutair bestuurder. De aanleiding voor deze vordering was een langdurige onenigheid tussen de aandeelhouders over de bedrijfsvoering van de vennootschappen, waarbij beschuldigingen van financieel wanbeleid en onregelmatigheden door de gedaagde werden geuit. De eisers stelden dat de gedaagde zich schuldig had gemaakt aan mismanagement en onterecht privé-uitgaven ten laste van de vennootschappen had gebracht. De gedaagde voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van onregelmatigheden en dat hij de belangen van de vennootschappen niet had geschaad.

Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat er een impasse was ontstaan in de samenwerking tussen de aandeelhouders, wat leidde tot een onwerkbare situatie. De rechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de gevraagde schorsing, gezien de opeenstapeling van conflicten en de onrust op de werkvloer. De rechter besloot de gedaagde met onmiddellijke ingang te schorsen als bestuurder van FXDC Bonaire, en legde een dwangsom op voor het geval hij zich niet aan deze schorsing zou houden. De rechter oordeelde dat de gedaagde niet bereid was om in te binden en dat de situatie niet langer houdbaar was voor de continuïteit van de vennootschappen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Burgerlijke zaken over 2022
Registratienummer: BON202200233
Datum uitspraak: 19 september 2022
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van

1.de besloten vennootschap B&B Preserve Group Holding B.V. (“B&B”),

gevestigd te Bonaire,
2. de naamloze vennootschap
Flamingo Communications N.V.(“Flamingo Communications”),
gevestigd te Bonaire,
3. de naamloze vennootschap
Flamingo Express Dutch Caribbean N.V.(“FXDC Bonaire”),
gevestigd te Bonaire,
4. de besloten vennootschap
FXDC Artview Curaçao B.V.(“Artview Curaçao”),
gevestigd te Curaçao,
5. de besloten vennootschap
FXDC-Artview B.V.(“Artview Bonaire”),
gevestigd te Bonaire,
6.
[EISERES 6],
wonende te Curaçao,
eisers,
gemachtigden: mrs. R.B. van Hees en N.G. Blokland,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te Bonaire,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.D. van den Brink.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties van 6 juli 2022
  • de aanvullende producties 42-72 van eisers
  • de producties 1-19 van [gedaagde].
1.2.
Bij de mondelinge behandeling op 5 september 2022 zijn verschenen [eiseres 6] (mede namens eisers 1 – 5, hierna: “de vennootschappen”) en [gedaagde]. De partijen hebben pleitnotities overgelegd.

2.De feiten

2.1.
B&B is opgericht in 2013 door [gedaagde] en de echtgenoot van [eiseres 6], de heer […]. In 2014 heeft [eiseres 6] de aandelen van [de echtgenoot van eiseres 6] overgenomen. [Eiseres 6] en [gedaagde] zijn ieder voor 50% aandeelhouder en bestuurder.
2.2.
B&B is een holdingvennootschap. Zij houdt alle aandelen in eisers 2 – 5 en de niet in deze procedure betrokken vennootschap FXDC Curaçao. [Eiseres 6] en [gedaagde] zijn daarmee ieder indirect aandeelhouder van deze vennootschappen, van waaruit diverse ondernemingen op Bonaire en Curaçao worden gedreven, waaronder (als concessiehouder) de Bonairiaanse postdiensten (FXDC Bonaire).
2.3.
Bij elk van deze dochtervennootschappen bestaat het bestuur eveneens uit zowel [eiseres 6] en [gedaagde], met uitzondering van FXDC Curaçao waarvan alleen [eiseres 6] bestuurder is.
2.4.
Een deel van de dochtervennootschappen houdt zich bezig met post (FXDC Curaçao en FXDC Bonaire) en een ander deel met communicatie (Flamingo Communications, Artview Curaçao en Artview Bonaire). De directie over de posttak wordt gevoerd door [eiseres 6] en de directie van de communicatietak door [gedaagde]. Aldus zijn de taken en verantwoordelijkheden per vennootschap gescheiden, waarvan uitgezonderd FXDC Bonaire waarin [gedaagde], naast [eiseres 6] als algemeen directeur, de functie van financieel directeur vervult. In deze vennootschap zijn [eiseres 6] en [gedaagde] zelfstandig bevoegd.
2.5.
Sinds 2017 zijn er diverse geschillen gerezen tussen [eiseres 6] en [gedaagde] over bedrijfsvoering, financiën en personeelsbeleid. Wat betreft de bedrijfsvoering is er onenigheid over de mate waarin [gedaagde] zich met operationele zaken in FXDC Bonaire bemoeit, de mate waarin hij daarover informatie vraagt van [eiseres 6] en de manier van leidinggeven waarbij zich tussen de bestuurders een verschil van managementstijlen aftekent, namelijk [eiseres 6] meer los en enigszins op afstand en [gedaagde] meer strikt en controlerend.
2.6.
Wat betreft de financiën bestaan de beschuldigingen van [eiseres 6] daaruit dat zij stelt dat sprake is van (financiële) onregelmatigheden die zich binnen de vennootschappen hebben voorgedaan op instructie, althans onder leiding van [gedaagde]. Het gaat kort gezegd en onder meer om dividenduitkeringen en andere vergoedingen die [gedaagde] ten onrechte aan zichzelf zou hebben uitgekeerd, het brengen van privé-uitgaven ten laste van Artview Bonaire, Flamingo Communications en FXDC Bonaire, het niet inhouden van pensioenpremie op het salaris van [gedaagde] en het niet
up to datehouden van de administratie.
2.7.
In opdracht van [eiseres 6] heeft Forensic Services Caribbean (FSC) de financiële gang van zaken binnen de vennootschappen onderzocht en heeft zij daarover op 12 november 2020 gerapporteerd. FSC komt tot de conclusie dat er sprake is van mismanagement, een creatief administreren en het kennelijk opzettelijk aan het zicht onttrekken van privé-onttrekkingen en het nemen van fiscale risico’s in dat verband.
2.8.
Op verzoek van [gedaagde] heeft BAC Financial Services (BAC) daarop met een rapport van 4 december 2020 gereageerd. De bevindingen van FSC worden daarin weersproken, althans worden de door FSC geconstateerde zaken van een toelichting voorzien en in een ander perspectief geplaatst.
2.9.
De geschillen met betrekking tot het personeel betreffen de wijze waarop [gedaagde] met het personeel van FXDC Bonaire zou omgaan. [Eiseres 6] heeft [gedaagde] ervan beschuldigd dat hij werknemers treitert en intimideert met aantijgingen van in zijn ogen dubieuze handelingen. Een voormalig operationeel manager zou daardoor in september 2021 bij FXDC Bonaire zijn vertrokken. Een andere medewerker heeft hij op staande voet ontslagen, echter ten onrechte zoals later in een daarop gevolgde gerechtelijke procedure is vastgesteld.
2.10.
Daarnaast is er een conflict tussen partijen over hoe [gedaagde] het personeel van FXDC Bonaire in de gaten houdt, namelijk door het terugkijken van de beelden van de bewakingscamera’s in het kantoor. In dat verband wordt verwezen naar een situatie die in juni 2022 met een stafmedewerker is ontstaan. Met deze medewerker heeft [gedaagde] al langer problemen, onder meer omdat hij in zijn ogen niet goed functioneert. Op de camerabeelden heeft [gedaagde] gezien dat deze (mannelijke) medewerker met een naar hij stelt “ontbloot bovenlijf” aan het haar van een andere (vrouwelijke) medewerker zat. Daarop heeft [gedaagde] de vrouwelijke medewerker bij zich geroepen en haar gevraagd of sprake was van seksuele intimidatie. Bij dat gesprek was ook [eiseres 6] aanwezig die de betreffende beelden toen tijdens dat gesprek voor het eerst zag. Nadat [eiseres 6] de beelden had bekeken en de reactie van de betreffende medewerker hoorde dat wat haar betreft geen sprake was van seksuele aanraking, heeft zij [gedaagde] gezegd dat zij zijn optreden “absoluut kinderachtig” vond en dat zij het onacceptabel acht dat [gedaagde] het personeel in de gaten houdt met de bewakingscamera’s. In de loop van het gesprek heeft [eiseres 6] de betreffende (mannelijke) medewerker erbij geroepen die in dat gesprek, waarvan [gedaagde] audio-opnames heeft gemaakt, onder meer het volgende heeft gezegd:
Ontbloot bovenlichaam? Ik krabde op mijn rug (…)
Pardon […] [gedaagde] (…) je probeert te zoeken. Je zoekt […]. Je bent aan het zoeken. Je probeert mij kapot te maken. Als je probeert iets te doen tegen mij als persoon, go ahead, maar dit is triest.
Daarop heeft [eiseres 6] het gesprek als volgt afgesloten:
Je zit hier een paar beelden te kijken en dan kom je met dit gedrag. Kinderachtig gedrag.
(…)
Wordt vervolgd. Doe maar.
(…)
Wat is dit nou voor onzin. Het moet niet gekker worden.
Daarna heeft [gedaagde] het volgende geschreven in een e-mail aan zijn advocaat van 23 juni 2022, die deze op zijn verzoek aan de advocaat van [eiseres 6] heeft doorgestuurd:
Zie hierbij de audio-opname van het gesprek van afgelopen maandag 20 juni met [medewerker]. Deze graag doorsturen naar [advocaat eisers] zoals gevraagd, gaarne met onderstaand schrijven.
Ik heb enkele dagen gewacht op een reactie van (…) [eiseres 6], echter tot op heden geen enkele reactie mogen
Ik heb geconstateerd dat alles “normaal” doorgaat bij FXDC Post, nadat dit ongepaste gedrag en de onprofessionele houdingen van [medewerker] en [stafmedewerker] heb waargenomen.
De reacties van [stafmedewerker] en (…) [eiseres 6] naar mij persoon toe zijn zeer respectloos, zonder enige gezagsverhouding naar mijn persoon als directeur. De houding en gedrag van [stafmedewerker] naar mijn persoon toe is onacceptabel.
Ik verwacht dat [eiseres 6] haar verontschuldigingen aanbiedt aan mijn persoon en aan [medewerker], aangezien ze zeer onprofessioneel heeft gehandeld in de vertrouwelijke kwestie. Veiligheid, integriteit en professionaliteit staan als kernwaardes in onze maatschappij en natuurlijk FXDC Post op nummer 1.
[Stafmedewerker] kwam binnenlopen in een vertrouwelijk gesprek zonder mijn goedkeuring.
Ook zal ik [stafmedewerker] een waarschuwing of een schorsing doen toekomen.
Terwijl ik dinsdagmorgen de 21 juni al vroeg naar Curaçao was gevlogen zie ik dat [eiseres 6] (een collega van een andere entiteit Flamingo Communications) mevr. […] op kantoor heeft geroepen en in het bijzijn van [medewerker] en [stafmedewerker] de foto’s en de film laat zien.
Het lijkt er sterk op dat [eiseres 6] dit voorval in de doofpot wil stoppen.
(…)
[Eiseres 6] ondermijnt mijn gezag als directeur, tegenover de werknemers. Dit heeft ze al verschillende keren gedaan, terwijl ik bezig ben om het bedrijf over te nemen. Het is dat we geen humanresourcemanager bij ons in dienst hebben, echter hoe [eiseres 6] deze kwestie denkt af te handelen is ONACCEPTABEL.
2.11. [
Eiseres 6] en [gedaagde] spreken al enige tijd over een splitsing dan wel overname van de groep door [gedaagde]. De aanzet daarvoor werd gegeven door een brief van [eiseres 6] van 25 november 2020 naar aanleiding van het hiervoor genoemde rapport van FSC. Daarin stelt [eiseres 6] dat het vertrouwen onherstelbaar is beschadigd en dat zij wil overgaan tot splitsing van de groep in een communicatietak en een posttak.
2.12.
Thans ligt er een voorstel van [gedaagde] om de aandelen van [eiseres 6] over te nemen voor US$ 1,6 mio. [Eiseres 6] is daarmee in beginsel akkoord. Voor een deel van de koopsom is [gedaagde] echter aangewezen op een bankfinanciering en op de daartoe strekkende aanvraag is nog niet beslist.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen, samengevat, om [gedaagde] met onmiddellijke ingang te schorsen als statutair bestuurder van de vennootschappen, primair totdat hij (al dan niet door rechterlijke tussenkomst) is ontslagen, in een bodemprocedure anders is beslist, of partijen anders overeenkomen, subsidiair voor een door het gerecht in goede justitie te bepalen termijn, alsmede [gedaagde] het stemrecht op de aandelen van [gedaagde] in het kapitaal van B&B Preserve te schorsen of een of meer van deze aandelen in beheer over te dragen aan [eiseres 6] of de [echtgenoot van eiseres 6], althans aan een door het gerecht aan te wijzen derde, een en ander primair totdat in een bodemprocedure anders is beslist of partijen anders overeenkomen, subsidiair voor een door het gerecht in goede justitie te bepalen termijn. Daarnaast vorderen eisers dat [gedaagde] wordt veroordeeld om alle benodigde medewerking aan de hiervoor voormelde voorzieningen te geven en zich te onthouden van enig gedrag dat daarmee in strijd is, onder verbeurte van een dwangsom van USD 100.000,00 voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij met de nakoming daarvan in gebreke blijft, voorts al de andere en of aanvullende voorzieningen te treffen die het gerecht geraden acht, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure waaronder de nakosten.
3.2. [
Gedaagde] voert gemotiveerd verweer.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening volgt op zichzelf al uit de gevraagde schorsing, namelijk de onmiddellijke schorsing van [gedaagde].
4.2.
Daaraan doet niet af dat een deel van de feiten waarop [eiseres 6] haar vordering baseert al van wat langer geleden zijn. De bezwaren van [eiseres 6] op financieel gebied betreffen feiten die haar al in 2018 bekend waren door het rapport van FSC. Ook de bezwaren met betrekking tot de omgang met het personeel betreffen deels feiten die al langer spelen. Het is echter naar [eiseres 6] stelt de druppel die de emmer nu voor haar doet overlopen, waarbij zij doelt op het recente incident van [gedaagde] met een stafmedewerker over een beschuldiging van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast voeren partijen al langere tijd gesprekken over een uitkoop van haar door [gedaagde]. Partijen zijn het in beginsel eens over de daarvoor door [gedaagde] te betalen som maar de daarvoor door [gedaagde] te verkrijgen financiering laat maar op zich wachten. [Eiseres 6] stelt dat haar geduld daarmee nu op is.
4.3.
Het gerecht is van oordeel dat ook met deze genoemde omstandigheden de spoedeisendheid is gegeven. Het is een opeenstapeling van feiten en omstandigheden die, daarover zijn partijen het eens, nu tot een impasse in het bestuur hebben geleid. Partijen zijn het erover eens dat zij uit elkaar moeten. Hoewel partijen het al langere tijd eens zijn over een uitkoop van [eiseres 6] door [gedaagde] en de daarvoor door hem te betalen prijs, kan door het verloop van tijd worden betwijfeld of van een concreet vooruitzicht daarop nog sprake is. Gelet op de gesprekken die tot voor kort nog plaatsvonden over een uitkoop, kon van [eiseres 6] niet worden verwacht dat zij de nu in deze procedure aangekaarte kwesties al eerder aan de rechter zou hebben voorgelegd. Integendeel, het getuigt van prudent beleid dat [eiseres 6] de uitkomst van die gesprekken eerst heeft afgewacht.
Inhoudelijke beoordeling
4.4.
Gelet op het voorgaande liggen daarom alle door [eiseres 6] gestelde kwesties ter beoordeling voor, hoewel sommige daarvan al lang geleden speelden of gespeeld hebben.
4.5. [
Eiseres 6] grondt de door haar gevorderde schorsing van [gedaagde] als bestuurder en de overdracht van (stemrecht op) zijn aandelen op artikel 2:7 lid 1 BW BES. Daarin is bepaald dat de rechtspersoon en degenen die krachtens wet of de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken zich als zodanig jegens elkander moeten gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. [Eiseres 6] stelt dat het handelen van [gedaagde] daarmee zonder meer in strijd is, hetgeen de gevraagde voorzieningen volgens haar rechtvaardigt.
4.6. [
Eiseres 6] wijst erop dat deze voorzieningen in kort geding verkregen kunnen worden te meer nu voor de BES-eilanden een enquêteprocedure met de mogelijkheid van daarin te treffen voorzieningen ontbreekt. Ook in Nederland is in jurisprudentie wel aangenomen dat niettegenstaande het bestaan van de enquêteprocedure de weg naar de voorzieningenrechter voor dit soort voorzieningen niet altijd is afgesneden. In zoverre wordt [eiseres 6] daarin gevolgd.
4.7.
Voor het treffen van een voorziening op aandeelhoudersniveau is echter geen aanleiding nu uit de door [eiseres 6] gestelde feiten niet volgt dat sprake is van een impasse in de besluitvorming binnen de algemene vergadering van aandeelhouders of van het schaden van de belangen van [eiseres 6] of B&B in de zin dat daarmee gehandeld wordt in strijd met artikel 2:7 lid 1 BW BES. De door [eiseres 6] gestelde bezwaren jegens [gedaagde] betreffen niet zijn optreden als aandeelhouder, maar als bestuurder. De gevraagde voorzieningen worden dan ook afgewezen in zoverre deze zien op de overdracht van het stemrecht op de aandelen of de overdracht ten titel van beheer.
4.8.
Wat betreft de vordering tot schorsing als bestuurder geldt het volgende. [Eiseres 6] grondt haar vordering tot schorsing onder meer op financieel wanbeleid, waarvoor zij verwijst naar het in haar opdracht opgestelde rapport van FSC. [Gedaagde] was bij dit rapport en het onderzoek dat daaraan voorafging niet betrokken. FSC heeft hem niet gevraagd om een uitleg van of een toelichting op door haar geconstateerde onregelmatigheden. Reeds daarom kan niet zonder meer van het rapport van FSC worden uitgegaan.
4.9. [
Gedaagde] heeft naar aanleiding van het rapport van FSC een tegenrapport doen opstellen door BAC. De conclusie van BAC is dat geen sprake is van onregelmatigheden. [Eiseres 6] was bekend met de dividenduitkeringen en de door hem aangehouden rekening-courant. Van privé-opnames is geen sprake geweest en in zoverre het om voorgeschoten kosten gaat zijn deze aan de vennootschappen terugbetaald. De pensioenpremies zijn inmiddels betaald, nog daargelaten dat door het niet afdragen daarvan de vennootschappen niet zijn benadeeld maar uitsluitend [gedaagde] zelf. Ook van een niet transparante of van een niet bijgewerkte boekhouding is geen sprake. Als [eiseres 6] daarover vragen heeft dan kan zij die volgens [gedaagde] aan hem stellen waarop een antwoord daarop zal volgen.
4.10.
In het kader van dit kort geding kan niet worden beoordeeld of zoals [eiseres 6] stelt sprake is van financieel wanbeleid door [gedaagde], laat staan of het van een aard en omvang is dat het een schorsing van hem als bestuurder zou rechtvaardigen. Voor vaststelling daarvan is bewijslevering nodig en mogelijk zijn daarover inlichtingen door een door het gerecht te benoemen deskundige nodig. Dat moet gebeuren in een bodemprocedure. In een kort geding is daarvoor in beginsel geen plaats. Financieel wanbeleid geeft dan ook geen grond om de gevorderde voorziening met betrekking tot de schorsing van [gedaagde] als bestuurder toe te wijzen.
4.11.
In zoverre het gaat over de klachten over de omgang met het personeel wordt vooropgesteld dat deze uitsluitend gaan over personeel van FXDC Bonaire. Zij geven dan ook geen grond voor schorsing als bestuurder van de andere als eisers in dit geding betrokken vennootschappen. De klachten geven wel reden voor een schorsing van [gedaagde] als bestuurder van FXDC Bonaire. [Gedaagde] gedraagt zich jegens [eiseres 6] niet naar hetgeen van hem als bestuurder door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Daarvoor is redengevend de wijze waarop [gedaagde] sturing geeft aan het personeel wat leidt tot onrust op de werkvloer. Hij opereert daarin zelfstandig. Belangrijke interventies, waaronder een gesprek over een door hem beweerde seksuele gedraging van een stafmedewerker naar een andere medewerker, organiseert hij zelf, zonder [eiseres 6] daarin vooraf te kennen. Hoewel [gedaagde] als bestuurder zelfstandige bevoegdheid heeft, is het naar het oordeel van de rechter in kort geding onverstandig om [eiseres 6] als algemeen directeur daarin te passeren. De partijen zijn het erover eens dat zij ieder een andere wijze van besturen hebben in die zin dat [gedaagde] strikt en controlerend is en [eiseres 6] een lossere stijl aanhangt. Partijen kunnen elkaar daarin niet vinden. Op de werkvloer leidt dat tot conflicten waarbij ook het personeel zelf betrokken wordt. De rechter in kort geding is van oordeel dat, hoewel beide partijen hierin mogelijk wat te verwijten valt, het op de weg van [gedaagde] ligt om in te binden, immers liggen de taken van [gedaagde] als financieel directeur niet primair bij het personeel. Gesteld noch gebleken is dat hij tot dit inbinden bereid is. Hij is niet bereid het cameratoezicht te beëindigen en [eiseres 6] de ruimte te geven die nodig is om het personeel op de door haar gewenste wijze aan te sturen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen elkaar thans ontlopen. [Gedaagde] is alleen nog op de werkvloer als [eiseres 6] er niet is. Van een gezamenlijke uitvoering van de bestuurstaak is dan ook geen sprake meer. Partijen communiceren alleen nog via hun advocaten en zonder ingrijpen zullen meerdere conflicten naar verwachting volgen, met alle schadelijke gevolgen voor FXDC Bonaire van dien. Dat leidt ertoe dat [gedaagde] als bestuurder van FXDC Bonaire zal worden geschorst met onmiddellijke ingang en voor onbepaalde tijd, althans totdat hij, zoals gevorderd, al dan niet door rechterlijke tussenkomst is ontslagen of in een bodemprocedure anders is beslist of dat partijen anders overeenkomen.
4.12.
Om te verzekeren dat [gedaagde] zich aan die schorsing zal conformeren zal daaraan een dwangsom worden verbonden. Deze zal anders dan gevorderd, worden bepaald op USD 5.000,00 voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van USD 50.000,00.
4.13. [
Gedaagde] heeft gevraagd om instandhouding van zijn bezoldiging als bestuurder. In de procedure is niet duidelijk geworden wat de hoogte daarvan is en of en in hoeverre deze vanuit FXDC Bonaire wordt betaald. In zijn algemeenheid geldt echter dat geen aanspraak bestaat op loon als daar geen werkzaamheden tegenover staan. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die aanleiding geven om daarover in dit geval anders te oordelen.
Belangenafweging
4.14.
Een belangenafweging maakt de voorgaande beoordeling niet anders. [Gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiseres 6] maar drie dagen per week op Bonaire is en niet financieel is onderlegd. Zij zou daardoor niet in staat zijn om het bestuur op juiste wijze uit te oefenen. Het is door deze beslissing nu echter aan [eiseres 6] om als enig bestuurder te voorzien in voldoende leiding en toezicht in zoverre zij daarin niet zelf kan voorzien, alsmede financiële expertise te betrekken in zoverre zij die zelf niet heeft.
4.15. [
Gedaagde] heeft verder het verweer gevoerd dat gelet op de omstandigheid dat hij de aandelen van [eiseres 6] wil overnemen het niet voor de hand ligt om hem nu te schorsen als bestuurder. Dat [gedaagde] de aandelen zal overnemen is echter niet zeker. Voor die overname is een bankfinanciering nodig en [gedaagde] heeft die nog niet gekregen terwijl daarvoor al enige tijd is verstreken. Een alternatief is volgens [eiseres 6] dat zij FXDC Bonaire en Curaçao overneemt en [gedaagde] de andere vennootschappen. Weliswaar stelt [gedaagde] dat dat voor hem geen optie is omdat voor hem de synergie tussen de bedrijven belangrijk is, maar niet kan worden uitgesloten dat het uiteindelijk daarop uitdraait door een vaststelling binnen of buiten rechte. Gelet daarop ligt het juist voor de hand om de rol van [eiseres 6] als algemeen directeur te bevestigen en haar daardoor in staat te stellen zelfstandig invulling te geven aan haar bestuurstaak, dus zonder inmenging van [gedaagde].
Proceskosten
4.16.
Nu een aanmerkelijk deel van de vordering wordt afgewezen is geen van de partijen als overwegend in het ongelijk gestelde partij aan te merken en blijft een proceskostenveroordeling achterwege.

5.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding,
5.1.
schorst [gedaagde] met onmiddellijke ingang als bestuurder van FXDC Bonaire, totdat hij (al dan niet door rechterlijke tussenkomst) is ontslagen, in een bodemprocedure anders is beslist of partijen anders overeenkomen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] zich aan de voorgaande schorsing te conformeren,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van US$ 5.000,00 voor elke keer of elke dag of gedeelte daarvan dat hij met de nakoming van het onder [5.2.] bepaalde geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.