8.Mogelijke oplossingen
a.
Scheurvormig in de wanden.
Allereerst dient verdergaande scheurvorming te worden voorkomen. Daarvoor dient de draagkracht van de fundering versterkt te worden.
Een mogelijkheid is om de grond onder de diabaas en de begane grondvloer te injecteren, waarmee de slappe grond wordt verhardt. Onder de vloer injecteren is ook wenselijk, aangezien de verweerde diabaas onder de vloer ook niet geschikt is de vloer te dragen.
Vervolgens dienen alle scheuren hersteld te worden, Dat blijkt een lastige probleem te zijn en reparatie zal veelal zichtbaar blijven. Soms komen scheuren toch later weer terug als een scheur eenmaal door de hele constructie loopt.
Er zijn meerdere mogelijkheden de scheuren zo goed mogelijk te herstellen. Een mogelijkheid voor de buitengevel is de scheuren ruim uit te slijpen, deze vervolgens te vullen met krimpvrije mortel en de buitenzijde tpv de scheuren af te werken met zogenaamde “bondcoat”
De scheuren in de binnenwanden kunnen iets uitgeslepen worden en dan vervolgens met een pasta worden gevuld en afgewerkt.
Wel dient eerst gekeken te worden of er los pleisterwerk zit, wat dan eerst hersteld moet worden.
Het dak slopen heeft grote impact op het gebruik van de woning.
Derhalve zijn meerder mogelijkheden bekeken.
a) Het bestaande dak als verloren bekisting beschouwen en een nieuw betonnen dak op de oude storten, waarbij het oude dak aan het nieuwe wordt verankerd.
Bij deze oplossing is sprake van een forse toename van het gewicht en gezien de problemen met de fundering is dat niet wenselijk.
b) Constructieve betonbalken aan de bovenzijde van het dak aanbrengen en het bestaande dak aan die betonbalken verankeren.
Hierbij dienen op vrij korte afstand behoorlijk wat betonbalken aangebracht te worden, waardoor ook een behoorlijke toename van het gewicht ontstaat.
Verder ontstaan er op dit manier ter plaatse van de balken een steunpuntsmoment aan de bovenzijde van de dakvloer, waar dan bovenwapening dient te zitten (die er niet zit).
De dakvloer is ook aan de dunnen kant om daar nog voldoende verankering in aan te kunnen brengen.
Ook moet het hele dak dan van goede dakbedekking worden voorzien om vochtindringing in de huidige scheuren te voorkomen.
c) Stalen balken onder de dekvloer.
Bij deze oplossing wordt de vrije hoogte in de ruimtes behoorlijk veel lager. Daar is geen ruimte voor.
d) Slopen van het betonnen dak en een nieuw betonnen aanbrengen van voldoende dikte met de juiste wapening en betonkwaliteit.
Om te bepalen hoe dat er precies uit moet zien dient er met de constructeur overlegd te worden en dient een constructieberekening en – tekening gemaakt te worden.
Hierbij kan, ivm de snelheid, eventueel ook gedacht worden aan een staalplaatbetonvloer met gipsplafond afwerking.
De bestaande betonbalk dient te worden verwijderd en opnieuw gestort worden met voldoende wapening en betonkwaliteit.
Eventueel kan er een nieuwe betonbalk op de dakvloer aangebracht worden, waaraan de bestaande betonbalk wordt verankerd.
Aangezien het bestaande dak toch gesloopt dient te worden heeft het zeker de voorkeur ook deze balk te slopen en opnieuw te storten met de juiste hoeveelheid wapening.
5. Vervolgens heeft de deskundige in een bijlage bij zijn deskundigenbericht de herstelkosten begroot op US$ 71.000,00. Het daarbij door hem genomen uitgangspunt is dat de ondergrond wordt verstevigd door deze te injecteren, de scheuren in de muren worden uitgeslepen en opgevuld en dat het betonnen dak en de betonnen balk volledig worden vervangen.
[Gedaagde] is aansprakelijk
6. [ Eiseres] kan zich met de bevindingen en conclusies in het deskundigenbericht verenigen. Naar aanleiding van de inhoud van het deskundigenbericht en de daarbij gevoegde kostenbegroting heeft zij haar vordering verminderd tot US$ 73.250,00, welk bedrag is opgebouwd uit de door de deskundige begrote herstelkosten van US$ 71.000,00 en een bedrag van US$ 2.250,00 voor vervangende woonruimte gedurende de drie maanden dat de woning niet bewoonbaar zal zijn in verband met de daaraan uit te voeren herstelwerkzaamheden.
7. [ Gedaagde] is het niet eens met de bevindingen en de conclusies van de deskundige. Hij stelt voorop dat hij niet bij de plaatsopneming door de deskundige aanwezig is geweest en dat hij daarvoor niet is uitgenodigd. Hij betwist dat de woning slechts deels op harde klippen is gebouwd. De scheuren worden volgens hem veroorzaakt door het betonnen dak dat veel zwaarder is dan het aanvankelijk bedachte dak met eternietplaten. [Eiseres] heeft zelf voor het zwaardere betonnen dak gekozen nadat de fundering al was gelegd. Dat er nu scheuren zijn ontstaan komt daarom voor haar risico. De scheuren in de wanden zien er misschien niet mooi uit, maar van instortingsgevaar is volgens hem geen sprake. Daarnaast voert hij aan dat de sloop van het dak niet noodzakelijk is. Er kan worden gekozen voor een van de minder vergaande oplossingen die in het deskundigenbericht zijn vermeld. Voor de betonbalk is de oplossing volgens hem ook vrij simpel. Er kan een nieuwe betonbalk op de dakvloer worden aangebracht waaraan de bestaande betonbalk wordt verankerd. Vochtindringing is wel mogelijk door de scheurvorming in de wanden van de woning, maar dat probleem kan snel en effectief worden opgelost door het aanbrengen van een dakafdichtingsverf (sealant).
8. De beoordeling is als volgt. De deskundige zegt dat de scheuren in de muren worden veroorzaakt door ongelijke zetting als gevolg van een slechte uitvoering van de fundering en de omstandigheid dat deze steunt op verschillende grondsoorten. De scheuren in het dak zijn ontstaan door onvoldoende wapening, onvoldoende dikte en onvoldoende verdichting van beton. [Gedaagde] is het daar niet mee eens. Hij stelt dat de scheuren in de woning zijn ontstaan door een zwaardere betonnen dakconstructie waarbij hij, zo merkt het gerecht op, anders dan de deskundige geen onderscheid maakt tussen de scheuren in de muren en die in het dak. Hij heeft naar de deskundige toe opgemerkt dat de dragende constructie prima het initieel bedoelde eternieten dak had kunnen dragen. Daarop heeft de deskundige in zijn deskundigenbericht geantwoord dat in beide gevallen de fundering op een goede ondergrond moet worden aangelegd. Het is niet zo dat bij een dak met eternietplaten een lichtere fundering kan worden gemaakt dan bij een betonnen dak. Gelet op deze reactie mag van [gedaagde] worden verwacht dat hij een (nadere) toelichting geeft op zijn stelling dat de scheuren door het zwaardere betonnen dak zijn ontstaan. Immers ligt het voor de hand dat ongeacht het gewicht van het dak, bij een gelijke zetting geen scheuren ontstaan. Het gerecht volgt dan ook de conclusie van de deskundige dat de oorzaak van de scheuren niet in de zwaarte van het dak kan worden gevonden maar in een ongelijke zetting die moet worden toegeschreven aan een slechte uitvoering van de fundering en de ongelijke grondsoorten waarop deze is aangebracht.
9. De slechte uitvoering van de fundering- te weinig wapeningen en te dun - zoals door de deskundige beschreven is door [gedaagde] niet bestreden maar hij bestrijdt wel dat de fundering op ongelijke grondsoorten steunt. Volgens hem staat de fundering op harde klip. Met deze stelling gaat hij echter voorbij aan de bij het deskundigenbericht gevoegde foto’s waarop duidelijk de verschillende samenstellingen van de ondergronden onder de fundering is te zien. Gelet daarop kan niet worden geoordeeld dat [gedaagde] is benadeeld door de door hem aangevoerde omstandigheid dat hij niet bij de opname aanwezig was.
10. Daarnaast miskent [gedaagde] met zijn herhaalde stelling in zijn laatste akte na deskundigenbericht dat [eiseres] zelf verantwoordelijk is voor haar keuze voor een betonnen dak dat hij zich als aannemer heeft verbonden om de aan hem opgedragen werkzaamheden overeenkomstig hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam aannemer in gelijke omstandigheden mag worden verwacht. Daarover is in het tussenvonnis van 29 september 2021 al het nodige overwogen. Voor de duidelijkheid wordt daaraan thans het volgende toegevoegd. Gelet op het concordantiebeginsel dient wat van een redelijk handelend en redelijk bekwaam aannemer mag worden verwacht mede te worden ingevuld door hetgeen daaromtrent in de wetten van andere delen in het Koninkrijk is geregeld. Concreet houdt dit in dat de aannemer de opdrachtgever waarschuwt voor een onjuistheid in de opdracht. Doet hij dat niet dan is hij voor de gevolgen daarvan aansprakelijk. Al aangenomen dat, zoals [gedaagde] stelt, de scheuren in de muren zijn ontstaan door het zwaardere betonnen dak dan had hij [eiseres] moeten adviseren om van een betonnen dak af te zien. Dat heeft hij niet gedaan. Weliswaar stelt hij dat [eiseres] wist dat zij voor de in dat verband gewijzigde bouwopdracht door het ontbreken van een tekening en een vergunning het risico nam dat het bouwwerk niet even sterk zou zijn als in de bouwtekening opgenomen, maar dat ontslaat hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid als aannemer om te waarschuwen voor de onjuistheid van die wijziging. Ook kan [gedaagde] zich niet verschuilen achter de door hem gestelde omstandigheid dat DROB langs is geweest om het bouwwerk te controleren en dat Taxabon na afronding van iedere bouwfase het werk heeft gecontroleerd en geaccordeerd. [Eiseres] betwist dat DROB het werk heeft gecontroleerd, maar wat daarvan zij, het ontslaat [gedaagde] niet van zijn hiervoor beschreven eigen verantwoordelijkheid als aannemer jegens [gedaagde]. Hetzelfde geldt voor de opnames door Taxabon, nog daargelaten dat deze uitsluitend betrekking hebben op de voortgang van dd bouw teneinde de verschuldigdheid van termijnbetaling vast te stellen zoals [eiseres] onbestreden heeft gesteld. Daarom kan niet worden aangenomen dat het hier om bouwtechnische keuring gaat.
11. Gelet op de oorzaak van de scheuren ligt het voor de hand om de ondergrond onder de fundering te verstevigen door, zoals de deskundige heeft voorgesteld, de ondergrond te injecteren zodat verdere zetting wordt voorkomen. Gelet op de constructieve gebreken van het dak zal deze moeten worden gesloopt en moet een nieuw dak worden aangebracht. Weliswaar heeft de deskundige ook andere herstelopties ter zake het dak voorgesteld, maar door de daaraan verbonden nadelen zoals aangegeven in zijn deskundigenbericht, is volgens hem het vervangen van het dak de enige reële optie. De rechtbank neemt deze conclusie over.
12. Ook de betonbalk moet worden vervangen. Weliswaar stelt [gedaagde] dat de deskundige ook als optie heeft gegeven deze te behouden en te verankeren aan een nieuw aan te brengen balk maar hij licht niet toe waarom, gegeven de situatie dat het dak toch wordt gesloopt, het (tegelijkertijd) vervangen van de betonbalk niet de meest voor de hand liggende optie is, zowel in technisch als in prijstechnisch opzicht.
13. [ Gedaagde] heeft op zichzelf de hoogte van de in de begroting door de deskundige genoemde bedragen niet bestreden, waarmee gelet ook op hetgeen hiervoor over de aansprakelijkheid van [gedaagde] is overwogen, de door [eiseres] in dat verband gevorderde schade in beginsel toewijsbaar is. Hetzelfde geldt voor de door [eiseres] gevorderde kosten voor vervangende huisvesting gedurende de uitvoerig van het herstelwerk. [Gedaagde] heeft ook de hoogte van die kosten niet bestreden en ook niet zijn aansprakelijkheid daarvoor.
14. [ Gedaagde] stelt echter dat wat [eiseres] nu van [gedaagde] vordert, na alles wat [gedaagde] voor [eiseres] heeft gedaan onredelijk en simpelweg onbetaalbaar is. Daarbij doelt hij op de omstandigheid dat hij de meerkosten voor het betonnen dak niet bij [eiseres] in rekening heeft gebracht, de aanneemsom eigenlijk een vriendenprijsje was en dat hij de scheuren al heeft gerepareerd als een teken van goede trouw, maar naar hij stelt volledig onverplicht. Het gerecht begrijpt deze stelling als een beroep op matiging als bedoeld in art. 6:109 BW BES. Ingevolge het eerste lid van dit artikel kan indien toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en hun beider draagkracht, tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zal leiden, de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding matigen. In het algemeen zal matiging niet snel kunnen plaatsvinden indien schadevergoeding is verschuldigd wegens het niet nakomen van een verplichting die de schuldenaar vrijwillig op zich heeft genomen waaronder, zoals in dit geval, een verbintenis uit een overeenkomst die [gedaagde] in vrijheid heeft gesloten. Daaraan doet niet af dat [gedaagde] een niet al te hoge prijs voor zijn werkzaamheden in rekening heeft gebracht, immers mag [eiseres] ook dat geval verwachten dat zij een woning krijgt geleverd zonder gebreken van zodanige aard en omvang als thans aan de orde. Dat [gedaagde] geen meerkosten heeft gerekend voor het betonnen dak maakt dit niet anders. Ook dat de gevorderde schadevergoeding voor hem onbetaalbaar is, zoals hij stelt, geeft op zichzelf geen grond voor matiging.
15. De conclusie uit het voorgaande is dat de vordering van [eiseres] tot betaling aan haar van US$ 73.250 toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 september 2020, zoals gevorderd. Gelet op de akte vermindering van eis van [eiseres] betreft genoemd bedrag hoofdzakelijk een vervangende schadevergoeding in de zin van art. 6:87 lid 1 BW BES. Bij het bij dagvaarding gevorderde (hogere) bedrag ging het echter nog om een terugbetaling van de aanneemsom. De grondslag daarvoor was een verbintenis tot ongedaanmaking die is ontstaan door de ontbinding van de aanneemovereenkomst op 4 september 2020. Dat verklaart dat [eiseres] voor die ontbinding een verklaring voor recht vorderde, maar daarvoor is nu, met de andere grondslag van vervangende schadevergoeding geen aanleiding meer voor, integendeel verdraagt een vordering tot vervangende schadevergoeding zich niet met een ontbinding. Naast ontbinding is vervangende schadevergoeding niet mogelijk. Het gerecht gaat er dan ook vanuit dat [eiseres] met haar akte niet alleen de hoogte en grondslag van de door haar ingestelde geldvordering wil veranderen, maar ook niet wil volharden in haar ontbinding van de overeenkomst en de daarop gerichte vordering tot een verklaring voor recht. In ieder geval is die vordering gelet op het vorenstaande niet toewijsbaar en zal het gerecht aldus beslissen.
16. [ Gedaagde] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [eiseres] begroot op US$ 824,00 aan griffierecht, US$ 136,58 aan deurwaarderskosten en US$ 2.520,00 (3 punten x tarief 6) aan gemachtigdensalaris, vermeerderd met de wettelijke rente zoals gevorderd. Ook zal [gedaagde] worden veroordeeld in de nakosten zoals gevorderd.
17. Daarnaast zal [gedaagde] worden veroordeeld in de door [eiseres] voorgeschoten helft van de kosten van de deskundige. Het betreft een bedrag van US$ 1.250,00 (US$ 2.500,00 / 2). De kosten die de deskundige uiteindelijk in rekening heeft gebracht zijn US$ 2.162,00. Het mindere daarvan op US$ 2.500,00 zal door de griffie aan [gedaagde] betaalbaar worden gesteld.
18. De gevorderde uitvoerbaarheid van de veroordeling op de minuut en op alle dagen en uren zal worden afgewezen. Enige aanleiding of noodzaak daarvoor ontbreekt.
19. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van US$ 73.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2020 tot aan de dag van volledige voldoening,
20. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres] begroot op US$ 3.480,58, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis,
21. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van US$ 1.250,00, zijnde de door haar voorgeschoten helft van de deskundigenkostenkosten,
22. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van de nakosten, begroot op US$ 140,00 zonder betekening, vermeerderd met US$ 84,00 in geval van betekening nadat voldoening aan de veroordeling is uitgebleven binnen 14 dagen nadat [gedaagde] daartoe is aangeschreven,
23. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
24. wijst het meer of anders gevorderde af,
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op de terechtzitting van 28 september 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.