Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
1.De procedure
- het vonnis van 24 augustus 2022
- de aktes van partijen van 28 september 2022.
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, gaat het om de afrekening en verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man na hun echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.J. Winkel, vordert een bedrag van USD 14.445,76 van de man, die in persoon procedeert. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 24 augustus 2022, waarin het gerecht heeft overwogen dat de vrouw huurinkomsten op de gemeenschappelijke rekening heeft gestort en dat zij met privévermogen heeft bijgedragen aan de hypotheek en premie. De vrouw heeft een herberekening gemaakt van haar vordering, die is gebaseerd op de stortingen op de gemeenschappelijke rekening en de aflossingen van de hypotheek. De man heeft de berekening van de vrouw betwist, maar het gerecht heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de vrouw in totaal USD 52.375,15 heeft gestort op de gemeenschappelijke rekening en dat zij USD 37.014,50 aan hypotheek heeft afgelost. De vrouw heeft te veel betaald, en haar vordering is toewijsbaar. De man heeft verschillende stellingen naar voren gebracht, maar het gerecht heeft deze stellingen niet onderbouwd geacht. Uiteindelijk heeft het gerecht de vordering van de vrouw toegewezen en de man veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De reconventionele vordering van de man is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 23 november 2022 door mr. J.R. Veerman.