Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire
PTMS Hadria B.V.,
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, heeft verhuurster PTMS Hadria B.V. een kort geding aangespannen tegen huurder, met als doel ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand. De huurovereenkomst was aangegaan op 1 december 2012 voor een huurprijs van USD 700,- per maand. Verhuurster heeft de huurovereenkomst opgezegd per 31 maart 2022, maar huurder heeft deze opzegging betwist en zich beroepen op de onrechtmatigheid ervan. De verhuurster stelde dat huurder stelselmatig te laat had betaald en dat de huur voor april en juni 2022 niet was voldaan. Huurder voerde aan dat hij de huurprijs tijdig had betaald en dat hij de huurprijs voor april 2022 mocht verrekenen met de kosten van een nieuwe koelkast die hij had aangeschaft. Tijdens de behandeling van het kort geding op 26 juli 2022, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren, werd de zaak uitvoerig besproken. Het gerecht oordeelde dat verhuurster niet voldoende bewijs had geleverd dat huurder tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Het gerecht concludeerde dat de vordering tot ontruiming en betaling van de huurprijs moest worden afgewezen, omdat niet met grote waarschijnlijkheid kon worden verwacht dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zou worden ontbonden. Verhuurster werd veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden waren begroot op USD 559,-. Het vonnis werd uitgesproken op 5 augustus 2022.