ECLI:NL:OGEABES:2022:33

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
BON202200082
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing incidentele vordering tot tussenkomst en/of voeging in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Steen Bouwadvies B.V. en de besloten vennootschap 360 Allround Service B.V. Steen, de eiseres, vorderde schadevergoeding van Allround, die in opdracht van een derde partij, [eiser in het incident], keukenonderdelen had getransporteerd. Tijdens het lossen van deze onderdelen is schade ontstaan, waarvoor [eiser in het incident] Allround aansprakelijk stelde. Steen vorderde een bedrag van USD 1.993,18, vermeerderd met rente en kosten.

Allround betwistte de vordering van Steen en stelde dat alleen [eiser in het incident] een vordering op haar had, aangezien deze de opdrachtgever was. In de conclusie van repliek erkenden Steen en [eiser in het incident] dat de opdracht inderdaad door [eiser in het incident] was gegeven. [Eiser in het incident] diende vervolgens een incidentele vordering tot tussenkomst en/of voeging in, maar Allround verzet zich hiertegen. Het gerecht oordeelde dat de vordering van Steen was ingetrokken, waardoor er geen grond was voor voeging of tussenkomst door [eiser in het incident].

Het gerecht wees de incidentele vordering af en veroordeelde [eiser in het incident] in de kosten van de procedure, die op nihil werden begroot. Ook werd vastgesteld dat Steen haar vordering had ingetrokken, en werd zij in de kosten van de procedure veroordeeld. De beslissing werd genomen door mr. J.R. Veerman en openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202200082
Datum uitspraak: 26 oktober 2022
VONNIS
in de zaak van
de besloten vennootschap
Steen Bouwadvies B.V.,
gevestigd te Bonaire,
eiseres,
gedaagde in het incident
gemachtigde: de heer R.Z. Anzola
tegen
de besloten vennootschap
360 Allround Service B.V.,
gevestigd te Bonaire,
gedaagde in de hoofdzaak,
gedaagde in het incident,
procederend in persoon,
vertegenwoordigd door de heer W. Kalkman.
waarin een verzoek tot tussenkomst en/of voeging is gedaan door
[EISER IN HET INCIDENT],
wonende te Bonaire,
eiser in het incident,
gemachtigde: de heer R.Z. Anzola
Partijen zullen hierna Steen, Allround en [eiser in het incident] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift van Steen
  • het verweerschrift (conclusie van antwoord) van Allround
  • de conclusie van repliek van Steen waarin een incidentele vordering tot tussenkomst en/of voeging van [eiser in het incident]
  • de conclusie van antwoord in het incident van Allround.
1.2.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.De feiten, de vorderingen en de beoordeling

2.1
Allround heeft in opdracht van [eiser in het incident] keukenonderdelen getransporteerd naar Sabadeco. Bij het lossen van de onderdelen is schade ontstaan. [Eiser in het incident] heeft Allround daarvoor aansprakelijk gesteld en haar gevraagd contact op te nemen. Dat heeft Allround niet gedaan.
2.2.
Steen begroot de door haar geleden schade op USD 1.993,18. Zij vordert veroordeling van Allround tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten waaronder buitengerechtelijke kosten.
2.3.
Allround heeft in haar verweerschrift geantwoord dat niet Steen maar hooguit [eiser in het incident] een vordering op haar heeft omdat niet Steen maar de laatste haar opdrachtgever was. Daarop hebben Steen en [eiser in het incident] een conclusie van repliek genomen waarin zij erkennen dat het inderdaad [eiser in het incident] is die de opdracht heeft gegeven en derhalve schade heeft geleden. In plaats van Steen wenst nu [eiser in het incident] vergoeding van die schade te vorderen in deze procedure.
2.4.
De wens van [eiser in het incident] is door het gerecht opgevat als een incidentele vordering tot tussenkomst en/of voeging. Allround verzet zich tegen de vordering. Volgens haar is er geen reden voor [eiser in het incident] om zich aan de zijde van Steen te scharen, immers is door Steen erkend dat zij geen vorderingsrecht heeft. Van voeging kan daarom geen sprake zijn. Ook is er volgens haar geen reden voor tussenkomst. Het belang bij tussenkomst is in zijn algemeenheid gelegen in het tegengaan van mogelijke nadelige gevolgen van een beslissing in de hoofdzaak. Omdat Steen haar vordering in de hoofdzaak niet gestand doet zijn er geen nadelige gevolgen te verwachten.
2.5.
Het gerecht volgt Allround in dit verweer. Uit de incidentele vordering van [eiser in het incident] volgt dat hij zelf een vordering jegens Allround wil instellen, dit in plaats van Steen. Uit de inhoud van de conclusie van repliek, waarin ook de incidentele vordering is opgenomen, volgt voorts dat Steen haar vordering niet wil handhaven. Bij die stand van zaken moet de vordering van Steen worden beschouwd als te zijn ingetrokken. Daardoor kan voeging aan haar zijde niet meer aan de orde zijn. Evenmin is hierdoor nog sprake van mogelijke negatieve gevolgen die de uitkomst van de hoofdzaak voor [eiser in het incident] kan hebben. Van mogelijke negatieve gevolgen zal door de intrekking van de vordering geen sprake meer kunnen zijn.
2.4. [
Eiser in het incident] zal langs andere weg zijn vordering moeten instellen. Het vermelden van een onjuiste procespartij laat zich niet door een voeging en/of tussenkomst herstellen. Als uitzondering hierop is in de rechtspraak aanvaard een situatie waarin sprake is van een rechtsopvolger onder algemene titel of bijzondere titel of een procederen in een verkeerde hoedanigheid [1] . Een dergelijke uitzondering doet zich hier niet voor. De incidentele vordering zal dan ook worden afgewezen. [Eiser in het incident] zal in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Nu Allround in persoon procedeert, worden deze op nihil begroot. Nu Steen op de vordering niet heeft geantwoord, in tegendeel deze in dezelfde conclusie (conclusie van repliek) ondersteunt is er geen aanleiding om [eiser in het incident] te veroordelen in door haar gemaakte proceskosten.
2.7.
Nu Steen haar vordering heeft ingetrokken wordt aan beoordeling daarvan niet toegekomen. Steen zal in de kosten van de procedure in de hoofdzaak worden veroordeeld. Om dezelfde reden als hiervoor aangegeven zullen ook in de hoofdzaak de kosten aan de zijde van Allround op nihil worden begroot.

6.De beslissing

Het gerecht,
in het incident
3.1.
wijst de vordering af,
3.2.
veroordeelt [eiser in het incident] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Allround begroot op nihil,
in de hoofdzaak
3.3.
verstaat dat Steen haar vordering heeft ingetrokken,
3.4.
veroordeelt Steen in de kosten van de procedure, aan de zijde van Allround begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Zie onder meer HR 14 maart 2008, NJ 2008/168 en HR 2 april 1993, NJ 1993/573