In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Steen Bouwadvies B.V. en de besloten vennootschap 360 Allround Service B.V. Steen, de eiseres, vorderde schadevergoeding van Allround, die in opdracht van een derde partij, [eiser in het incident], keukenonderdelen had getransporteerd. Tijdens het lossen van deze onderdelen is schade ontstaan, waarvoor [eiser in het incident] Allround aansprakelijk stelde. Steen vorderde een bedrag van USD 1.993,18, vermeerderd met rente en kosten.
Allround betwistte de vordering van Steen en stelde dat alleen [eiser in het incident] een vordering op haar had, aangezien deze de opdrachtgever was. In de conclusie van repliek erkenden Steen en [eiser in het incident] dat de opdracht inderdaad door [eiser in het incident] was gegeven. [Eiser in het incident] diende vervolgens een incidentele vordering tot tussenkomst en/of voeging in, maar Allround verzet zich hiertegen. Het gerecht oordeelde dat de vordering van Steen was ingetrokken, waardoor er geen grond was voor voeging of tussenkomst door [eiser in het incident].
Het gerecht wees de incidentele vordering af en veroordeelde [eiser in het incident] in de kosten van de procedure, die op nihil werden begroot. Ook werd vastgesteld dat Steen haar vordering had ingetrokken, en werd zij in de kosten van de procedure veroordeeld. De beslissing werd genomen door mr. J.R. Veerman en openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022.