In deze zaak gaat het om een geschil tussen verkopers en kopers van een woning op Bonaire. De kopers hebben de woning gekocht onder de voorwaarde dat er een bouwkundige keuring zou plaatsvinden. Deze keuring vond plaats op 11 november 2020 en de resultaten wezen op enkele gebreken, maar de kopers waren van mening dat de verkopers de gebreken moesten verhelpen voordat de koop kon doorgaan. De verkopers stelden echter dat de voorwaarde was vervuld omdat er geen gebreken waren die meer dan $3.000 USD aan kosten met zich meebrachten. De kopers weigerden de waarborgsom van $41.250,00 te betalen, wat leidde tot een rechtszaak waarin de verkopers aanspraak maakten op deze boete.
De rechtbank oordeelde dat de voorwaarde van de bouwkundige keuring was vervuld, ongeacht of deze als opschortend of ontbindend moest worden gekwalificeerd. De kopers hadden de mogelijkheid om een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren, maar dit niet gedaan. De rechtbank oordeelde dat de kopers in gebreke waren gebleven en dat de verkopers recht hadden op de boete. Echter, de rechtbank vond de boete van 15% van de koopprijs buitensporig en matigde deze tot $10.000,00. Daarnaast werden de beslagkosten van $1.219,00 toegewezen aan de verkopers. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.