ECLI:NL:OGEABES:2022:3

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
16 maart 2022
Zaaknummer
EUX202100049
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake kennelijke verschrijvingen in belastingzaak

Op 16 maart 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een hersteluitspraak gedaan in de zaak met nummer EUX202100049. De zaak betreft een beroep in de zin van Hoofdstuk VIII, titel acht, afdeling drie van de Belastingwet BES. In een eerdere uitspraak van 4 maart 2022 waren er kennelijke verschrijvingen gemaakt met betrekking tot de woonplaats van de belanghebbende en de zetel van de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, wonende te Sint Eustatius, had in de eerdere uitspraak ten onrechte de woonplaats Curaçao toegewezen gekregen, terwijl de Inspecteur der Belastingen ten onrechte als zetelend in Curaçao was aangeduid.

Na een verzoek tot herstel van de uitspraak door de Inspecteur op 9 maart 2022, heeft het Gerecht geoordeeld dat deze verschrijvingen kennelijk waren en zich lenen voor herstel. In de hersteluitspraak zijn de onjuiste passages aangepast naar de juiste informatie: de belanghebbende woont te Sint Eustatius en de Inspecteur der Belastingen zetelt in Bonaire. De overige delen van de eerdere uitspraak blijven ongewijzigd.

De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd en is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël - van der Biezen BSc. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en de termijn voor verzet tegen de oorspronkelijke uitspraak blijft ongewijzigd.

Uitspraak

Uitspraak van 16 maart 2022
BBZ nr. EUX202100049
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Zittingsplaats Bonaire
HERSTELUITSPRAAK
Op het beroep in de zin van
Hoofdstuk VIII, titel acht, afdeling drie van de Belastingwet BES van:
[Belanghebbende], wonende te Sint Eustatius,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Bonaire,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Op 4 maart 2022 heeft het Gerecht uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak. In die uitspraak staat: “[Belanghebbende], wonende te Curaçao” en “DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao”.
1.2
Bij mail van 9 maart 2022 heeft de Inspecteur om herstel van de uitspraak verzocht nu de belanghebbende woont te “Sint Eustatius” en de Inspecteur gezeteld is in “Bonaire”.

2.OVERWEGINGEN

Het Gerecht is van oordeel dat sprake is van kennelijke verschrijvingen die zich lenen voor herstel en gaat daartoe over.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
  • wijzigt de in 1.1 vermelde passages in: “[Belanghebbende], wonende te Sint Eustatius” en in “DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Bonaire”
  • laat voormelde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en is uitgesproken op 16 maart 2022, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël - van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze uitspraak geen wijziging in de termijn voor verzet tegen de oorspronkelijke uitspraak.