ECLI:NL:OGEABES:2022:19
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verleende vergunning voor afval- en reststoffenverwerking op Sint Eustatius
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen de vergunning die is verleend aan EJL Services B.V. voor de inrichting van een afval- en reststoffenverwerking op Sint Eustatius. De vergunning bevat voorwaarden die moeten worden nageleefd, en het is aan de verweerder om handhavend op te treden indien deze voorwaarden niet worden nageleefd. De eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, met name tegen de ingebruikname van een afvalverbrander die volgens hen niet voldoet aan de EU-emissienormen en waarvan de capaciteit veel groter is dan de te verwachte afvalstroom. Ze vrezen dat Sint Eustatius een vuilnisopslagplaats zal worden voor de omliggende eilanden.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de eisers, die in de nabijheid van de afvalverwerkingsinstallatie wonen, als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat de beroepsgrond van de verweerder, dat het Gerecht niet bevoegd zou zijn, niet standhoudt. De vergunning is tijdig aangevochten en de beroepsgronden van de eisers zijn besproken. Het Gerecht heeft geconcludeerd dat de vergunning op juiste wijze is verleend en dat de voorwaarden die aan de vergunning zijn verbonden, voldoende zijn om de belangen van de eisers te beschermen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep ongegrond verklaard, waarbij het heeft geoordeeld dat de door eisers aangevoerde gronden niet slagen. De uitspraak is gedaan op 29 augustus 2022 door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.