ECLI:NL:OGEABES:2022:18
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen afwijzing van de aanvraag voor een Verklaring omtrent het gedrag (VOG)
In deze zaak heeft klaagster, procederende in persoon, een klacht ingediend tegen de afwijzing van de Gezaghebber van Sint Eustatius om een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) af te geven. De afwijzing vond plaats op 12 juli 2022, naar aanleiding van een verzoek van klaagster op 13 juni 2022. De Gezaghebber baseerde zijn beslissing op een strafblad van klaagster, dat een veroordeling voor enkelvoudige mishandeling en een voorwaardelijke taakstraf vermeldde. Klaagster betwistte de afwijzing en voerde aan dat de veroordeling niet werkgerelateerd was en dat er geen minderjarigen betrokken waren bij het incident. Tijdens de zitting op 27 september 2022 was de Gezaghebber niet aanwezig, en ook het Openbaar Ministerie verscheen niet. Klaagster werd bijgestaan door een medewerker van de reclassering, die bevestigde dat de veroordeling niet in verband stond met haar werk in de kinderopvang.
Het Gerecht overwoog dat de Gezaghebber niet voldoende had gemotiveerd waarom de taakstraf als bezwarend moest worden aangemerkt in relatie tot het doel van de VOG-aanvraag. Het Gerecht concludeerde dat de belangen van klaagster zwaarder wogen dan de bezwaren tegen de afgifte van de VOG. De klacht werd gegrond verklaard en de Gezaghebber werd opgedragen om binnen drie dagen na de uitspraak de VOG af te geven. De uitspraak vond plaats op 3 oktober 2022 en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.