Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift met producties, op 28 augustus 2019 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie;
- de akte correctie productie van Bopec van 29 januari 2020;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
op alle olie en olieproducten die eigendom zijn van Venezuela (…) en die door de vennootschappen Petróleos de Venezuela S.A., PDVSA Petroleo S.A., Bonaire Petroleum Corporation N.V., NuStar Terminals Marine Services N.V., NUStar Terminals N.V., NuStar Logistics L.P. en of Nu Star Energy L.P. worden gehouden op de Bonaire Petroleum Corporation Terminal op Bonaire of de NuStar Terminal op St. Eustatius’,
Dientengevolge heb ik, deurwaarder:
NB: de republiek Venezuela slaatgeenolieproducten op bij Bopec’.
3.De vorderingen
4.De beoordeling
lex societatis, PDSVA moet worden vereenzelvigd met haar aandeelhouder Venezuela. Meer subsidiair komt PDVSA volgens Huntington geen beroep toe op haar vermeende juridische zelfstandigheid, omdat dit kwalificeert als misbruik van bevoegdheid.
of hij al dan niet iets aan de geëxecuteerde verschuldigd is of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding zal worden, dan wel of hij al dan niet iets voor deze onder zich heeft’. Van die verplichting heeft Bopec zich gekweten. Ook indien zou worden aangenomen dat Venezuela als eigenaar van de olie moet worden aangemerkt - al dan niet op een van de door Huntington gestelde gronden - dan doet dat aan de juistheid van de verklaring van Bopec niet af. Bopec heeft ook dan geen rechtsverhouding met Venezuela op grond waarvan zij Venezuela iets verschuldigd is en heeft ook dan niets
voor(niet: ‘
van’) Venezuela onder zich.