In deze zaak heeft de belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de grondbelasting die door de notaris in rekening is gebracht. De belanghebbende is niet in bezwaar gekomen tegen een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur. Het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft op 10 juni 2021 uitspraak gedaan. De belanghebbende had op 31 mei 2017 een aanslag grondbelasting ontvangen, waartegen hij op 5 juli 2020 bezwaar maakte. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond op 13 augustus 2020. De belanghebbende heeft vervolgens op 15 september 2020 beroep ingesteld, waarvoor hij griffierecht heeft betaald. Tijdens de zitting op 6 mei 2021 was de belanghebbende niet aanwezig, maar bleek later dat hij in de veronderstelling verkeerde dat de zitting om 15:35 uur zou plaatsvinden. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende niet tegen een belastingaanslag in bezwaar is gekomen. De uitspraak op bezwaar is vernietigd, maar de belanghebbende krijgt inhoudelijk geen gelijk. De heffingsambtenaar moet het griffierecht vergoeden.