ECLI:NL:OGEABES:2021:1

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
2 maart 2021
Zaaknummer
BON201900694
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eigendomsgeschil over onroerende zaak Tras di Montaña en de rol van het Kadaster

In deze zaak gaat het om een geschil over de eigendom van een perceel grond gelegen te Tras di Montaña op Bonaire, groot 29.000 m2. Het perceel is volgens het Kadaster geregistreerd als 'Eigenaar Onbekend'. Verzoeker, een kleinkind van de overleden eigenaar, stelt dat het perceel behoort tot de onverdeelde nalatenschap van zijn grootvader en diens echtgenote. Hij heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij primair verzoekt om een verklaring voor recht dat hij door verjaring eigenaar is geworden van het perceel, subsidiair dat het perceel hem op grond van artikel 3:200a e.v. BW in eigendom wordt toegekend.

De belanghebbenden, die ook afstammelingen zijn van de overleden eigenaar, hebben in hun verweerschrift aangegeven dat zij voornemens zijn zelf een verzoek in te dienen. Het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) betwist de eigendom van verzoeker en stelt dat het OLB de eigenaar is op basis van artikel 5:24 BW, dat bepaalt dat onroerende zaken zonder andere eigenaar eigendom zijn van het OLB.

De rechter heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, waarbij de Stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire zal worden uitgenodigd om toelichting te geven op de schriftelijke inzage met betrekking tot het perceel. De rechter heeft ook verzocht om informatie over de tenaamstelling van het perceel en de gang van zaken rond de registratie van onroerende zaken in het verleden. De beslissing over de eigendomsvraag is aangehouden tot na de comparitie.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Zaaknummer: BON201900694
Datum uitspraak: 24 februari 2021
Beschikking op het verzoekschrift met betrekking tot de onroerende zaak gelegen te
TRAS DI MONTAÑA (29.000 m2),
een grotendeels onbebouwd perceel te Bonaire,
kadastraal bekend afdeling 4, sectie A, nummer 8, groot 29.000 m2 (kunuku),
welk perceel volgens de schriftelijke inzage van het Kadaster ten name staat van
‘Eigenaar Onbekend’, met als opmerking ‘Volgens domein in kaart gebrachte gronden staat de naam van
[de erflater]; overleden,’,
van:
[VERZOEKER],
wonend te Aruba, hierna:
[verzoeker],
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
met als in het geding verschenen partijen:
[BELANGHEBBENDEN 1 EN 2],
beiden wonend te Bonaire, hierna:
[belanghebbenden 1 en 2],
gemachtigde: mr. M.G. van Dijk,
en
HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE,
te Bonaire, hierna:
het OLB,
gemachtigde: mr. T.L.H. Peeters.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van [verzoeker] van 25 november 2019;
- het verweerschrift van [belanghebbenden 1 en 2];
- het verweerschrift van het OLB;
- de conclusie van repliek van [verzoeker];
- de conclusie van dupliek van [belanghebbenden 1 en 2];
- de conclusie van dupliek van het OLB.

2.De beoordeling

2.1 [
Verzoeker] (geboren in 1928) is een kleinkind van [de erflater], geboren op 30 juli 1847 en overleden op 15 september 1914 en diens echtgenote [de erflaatster], overleden op 3 september 1927.
2.2 [
Belanghebbenden 1 en 2] zijn achterkleinkinderen van [de erflater] en [de erflaatster].
2.3
Volgens [verzoeker] en volgens [belanghebbenden 1 en 2] behoort de in de kop van deze beschikking omschreven onroerende zaak, hierna:
het perceel, tot de onverdeelde nalatenschap van [de erflater] en [de erflaatster] en zijn er zeer vele, deels onbekende en deels niet op te sporen deelgenoten.
2.4
Het verzoekschrift van [verzoeker] strekte primair tot een verklaring voor recht dat hij door verjaring eigenaar is geworden van het perceel, subsidiair dat het perceel hem op de voet van artikel 3:200a e.v. BW in eigendom wordt toegekend en meer subsidiair dat de nalatenschap wordt verdeeld en het perceel hem wordt toebedeeld. Bij conclusie van repliek heeft [verzoeker] uitsluitend zijn meer subsidiaire vordering gehandhaafd.
2.5 [
Belanghebbenden 1 en 2] hebben bij verweerschrift gesteld voornemens te zijn zelf een verzoek ex artikel 3:200a e.v. BW te doen. Bij conclusie van dupliek hebben zij verzocht hen op grond van artikel 3:200b lid 3 BW als gebruikers aan te merken en voor het overige te handelen conform de artikelen 3:200d en 3:200e BW.
2.6
Het OLB betwist dat het perceel tot de nalatenschap behoort. Volgens het OLB is het OLB de eigenaar, en wel ingevolge de rechtsregel van 5:24 BW dat onroerende zaken te Bonaire die geen andere eigenaar hebben eigendom zijn van het OLB.
2.7
Zowel [verzoeker] en [belanghebbenden 1 en 2] enerzijds als het OLB anderzijds beroepen zich voor de eigendomsvraag op de in het geding gebrachte schriftelijke inzage van het Kadaster. [Verzoeker] [en belanghebbenden 1 en 2] leiden daaruit af dat het perceel eigendom is van (de erven van) [de erflater]; het OLB leidt daaruit af dat er geen andere eigenaar is en dat dus het OLB eigenaar is van het perceel.
2.8
De schriftelijke inzage (de versie van 25 mei 2020, overgelegd bij het verweerschrift van [belanghebbenden 1 en 2]) vermeldt onder meer:
Ten name van: Eigenaar Onbekend (1/1)
Staat: Een eigendomsperceel grond gelegen te Tras di Montaña op Bonaire, kadastraal bekend als afdeling 4, sectie A, nummer 8, groot 29.000 m2 (kunuku)
Verkregen bij: Geen Titel van Aankomst
(…)
Opmerking: Volgens domein in kaart gebrachte gronden staat de naam van [de erflater]; overleden, per adres [naam kleindochter], wonende te […], Bonaire
2.9 [
Verzoeker], [belanghebbenden 1 en 2] wijzen ter ondersteuning van hun standpunt - naast de schriftelijke inzage - nog op de volgende omstandigheden:
  • [Belanghebbende sub 2] is huurder van een naastgelegen stuk huurgrond (huurboekje bij prod. 6 verweerschrift) en woont aldaar;
  • Domeinbeheer heeft het perceel in kaart gebracht met vermelding ‘[de erflater]’ (kaart bij prod. 6 verweerschrift) en heeft [de erflater] daarmee als eigenaar aangemerkt;
  • De post met betrekking tot het perceel werd verzonden naar het adres van [naam kleindochter], een kleindochter van [de erflater], en thans naar [verzoeker] (brief belastingdienst bij prod. 4 verzoekschrift);
  • De aanslagen grondbelasting staan op naam van ‘[de erflater Erven’;
  • De grondbelasting voor het perceel werd eerder door [naam kleindochter] voldaan, later door haar schoondochter [naam schoondochter] en thans sinds 2008 door [verzoeker] (aanslagenlijst bij prod. 4 verzoekschrift);
  • [de erflater] en zijn rechtsopvolgers hebben zich altijd als eigenaren gedragen, door het aanbrengen van erfafscheidingen, waaronder cactushagen, en door bewoning van het op het perceel gebouwde huis (foto prod. 7 verweerschrift);
  • Het huis op het perceel wordt met instemming van [belanghebbenden 1 en 2] bewoond door [naam bewoner], die inwoonde bij [naam achterkleinkind], een achterkleinkind van [de erflater], en diens echtgenote [naam echtgenote] (overleden in 2007). [Naam bewoner] was een familielid van [naam echtgenote].
2.1
Het OLB wijst ter ondersteuning van zijn standpunt - naast de schriftelijke inzage - nog op de volgende omstandigheden:
  • Ingevolge artikel 3:89 lid 1 BW is voor het aantonen van eigendom een notariële leveringsakte gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers vereist. Een dergelijke akte en inschrijving ontbreken hier. Onder het Burgerlijk Wetboek van 1838 gold in artikel 671 iets vergelijkbaars, met dien verstande dat een notariële akte aanvankelijk gebruikelijk was en in 1943 verplicht werd.
  • Het perceel ligt braak en wordt gebruikt door fietsers en wandelaars;
  • Er is geen sprake van gebruik, feitelijke macht of bezit door [verzoeker].
2.11
Het gerecht zal, alvorens te beslissen over de eigendomsvraag, de Stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire uitnodigen om op een te houden comparitie van partijen een toelichting te geven op de schriftelijke inzage met betrekking tot het perceel, waarbij in het bijzonder de volgende vragen aan de orde zullen komen:
a) Komt de tenaamstelling ‘
Eigenaar Onbekend’ veel voor in uw registers?
b) Komt het voor dat een onroerende zaak ten name van een eigenaar staat, terwijl tevens vermeld is dat er geen titel van aankomst is?
c) Is de tenaamstelling van dit perceel altijd “Eigenaar Onbekend’ geweest? Zo nee, hoe luidde de tenaamstelling eerder?
d) Wat is de betekenis van de opmerking ‘
Volgens domein in kaart gebrachte gronden staat de naam van [de erflater]; overleden’ en hoe verhoudt deze vermelding zich tot de tenaamstelling ‘
Eigenaar Onbekend’?
e) Wat was in het verleden - de periode rond het jaar 1900 - de gang van zaken bij tenaamstelling van (domein)gronden?
2.12
Indien de stelling van het OLB juist is en het OLB als eigenaar van het perceel moet worden aangemerkt, zullen de verzoeken van [verzoeker] en van [belanghebbenden 1 en 2] worden afgewezen. Op de comparitie zal met de gemachtigden worden besproken wat het processuele vervolg zal zijn indien geoordeeld wordt dat het perceel wél tot de onverdeelde nalatenschap van [de erflater] behoort.

3.Beslissing

Het Gerecht:
3.1
gelast een comparitie van partijen, te houden in het gerechtsgebouw te Bonaire, op een nader te bepalen datum;
3.2
verzoekt de griffier een afschrift (scan) van deze uitspraak te sturen naar de Stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire, met de uitnodiging om een of meer van haar medewerkers de comparitie van partijen te laten bijwonen teneinde de rechter inlichtingen te verstrekken als hiervoor onder 2.11 bedoeld;
3.3
verzoekt de Stichting Kadaster & Hypotheekwezen Bonaire en de gemachtigden van partijen om binnen twee weken na deze uitspraak aan de griffier (
jorinde.hooijman@caribjustitia.org) te berichten op welke dagen in maart, april en mei 2021 zij verhinderd zijn;
3.4
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en uitgesproken door mr. U.I.D. Luydens op de openbare terechtzitting van 24 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.