ECLI:NL:OGEABES:2020:44

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
BON201900147
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Volledige aansprakelijkheid van gedaagde voor schade door eenzijdig ongeval met huurauto en bewijsvoering omtrent schadebeperkingsbeding

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Everts Car Rental N.V. en een gedaagde die betrokken was bij een eenzijdig ongeval met een huurauto. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.J. Winkel, vordert volledige schadevergoeding van de gedaagde, die wordt bijgestaan door mr. A.T.C. Nicolaas. De uitspraak is gedaan op 27 mei 2020, na eerdere tussenvonnissen waarin de gedaagde de mogelijkheid kreeg om te reageren op het verweer dat hij een Collision Damage Waiver (CDW) had geaccepteerd.

De eiseres stelt dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij de CDW heeft betaald, wat volgens de algemene voorwaarden vereist is voor het inroepen van de schadebeperkingsclausule. De rechter oordeelt dat de gedaagde aansprakelijk is voor de volledige schade, omdat niet is bewezen dat hij de CDW heeft betaald. De schade, bestaande uit reparatiekosten van US$ 4.028 en sleepkosten van US$ 85, wordt toegewezen, evenals een bedrag van US$ 50 voor benzinekosten, omdat de gedaagde de auto met een lege tank heeft ingeleverd.

De rechter veroordeelt de gedaagde tot betaling van in totaal US$ 4.163, vermeerderd met wettelijke rente, en legt de proceskosten van US$ 1.643,08 aan de gedaagde op. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij het inroepen van schadebeperkingsbedingen in huurovereenkomsten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
Burgerlijke zaken over 2020
registratienummer: BON201900147
datum uitspraak: 27 mei 2020

VONNIS

in de zaak van

de naamloze vennootschap Everts Car Rental N.V.,

gevestigd te Bonaire,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen

[GEDAAGDE],

wonend te Bonaire,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas.

De procedure

1. Voor het eerdere procesverloop wordt verwezen naar hetgeen daaromtrent is overwogen in de tussenvonnissen van 31 juli 2019 en 26 februari 2020. Het vervolg:
  • de conclusie na tussenvonnis d.d. 26 februari 2020 van de eiseres,
  • de akte houdende uitlating producties van de gedaagde.
2. Vervolgens is vonnis bepaald. De uitspraak is bepaald op heden.

De verdere beoordeling

3. In het laatste tussenvonnis is de eiseres in de gelegenheid gesteld om te reageren op het (nieuwe) verweer van de gedaagde dat hij bij de huurovereenkomst de CDW heeft genomen en dat de gelding van de CDW ingevolge art. 7 van de algemene voorwaarden meebrengt dat de gedaagde slechts aansprakelijk is voor een eigen risicobedrag van US$ 500, ook in het geval van een eenzijdig ongeval.
4. Volgens de eiseres is art. 7 van de algemene voorwaarden, dat geldt voor alle schades, niet van toepassing op de gedaagde. Zij stelt dat de getuigenverklaring van haar directeur dat de gedaagde de CDW heeft genomen, op dit punt onjuist is, want de CWD staat niet vermeld op de factuur c.q. het contract en de gedaagde heeft niet voor de CDW betaald.
5. Artikel 7 van de algemene voorwaarden luidt als volgt:
7. COLLISION DAMAGE WAIVER OPTION (CDW) RESPONSIBILITY FOR LOSS OF OR DAMAGE TO THE VEHICLE
If I am involved in an accident or the car sustains damage, even from unknown causes, I am responsible for the resulting damages. This includes estimated cost of repairs, towing, storage, impound fees, loss of use, claims processing fees and administrative charges, regardless of fault. This financial responsibility reduced to a maximum of US$ 500.00 if I accept the CDW option, pay for it, and comply with this Agreement, including all Terms and Conditions.
I UNDERSTAND THAT CDW IS NOT INSURANCE
(...)”
6. Voor een geslaagd beroep op art. 7 van de algemene voorwaarden is niet alleen vereist dat de CDW is geaccepteerd, maar ook dat de CDW is betaald. Gesteld noch gebleken is dat de gedaagde voor de CDW heeft betaald. Of de gedaagde bij het sluiten van de huurovereenkomst daadwerkelijk de CDW heeft genomen, kan daarmee in het midden blijven. Het verweer van de gedaagde wordt verworpen.
7. Dit betekent dat de gedaagde aansprakelijk is voor de voor de volledige schade ten gevolge van het eenzijdig ongeluk dat hij met de auto heeft gehad. De omvang van de schade (US$ 4.028 reparatiekosten en US$ 85 sleepkosten) is niet betwist en staat daarmee vast. De vordering, voor zover die betrekking heeft op vergoeding van die schade, zal worden toegewezen.
8. Verder vordert de eiseres betaling van US$ 50 aan benzinekosten.
Op grond van art. 10 van de algemene voorwaarden zijn kosten voor bijtanken verschuldigd wanneer de auto niet met minimaal dezelfde benzinestand wordt ingeleverd.
Vaststaat dat de gedaagde de auto met een lege tank heeft ingeleverd. Hij heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat de kosten voor het bijtanken US$ 50 bedroegen. Ook dit deel van de vordering zal dus worden toegewezen.
9. Gelet op het bovenstaande zal de hoofdsom van US$ 4.163 worden toegewezen.
10. De vordering van de buitengerechtelijke incassokosten in niet toewijsbaar, nu niet is gebleken van andere incassowerkzaamheden dan het verzenden van een brief. Daarvoor plegen de proceskosten een vergoeding in te sluiten.
11. De gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres worden begroot op US$ 1.643,08, opgebouwd uit US$ 251 griffierechten, US$ 136,58 deurwaarderskosten en conform het liquidatietarief US$ 1.255,50 salaris gemachtigde (4,5 punten x tarief 3).
De vorderingen van wettelijke rente en nakosten zijn als niet betwist toewijsbaar.

De beslissing

Het gerecht:
1. veroordeelt de gedaagde om aan de eiseres te betalen een bedrag van US$ 4.163, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2019 tot aan de dag van algehele voldoening,
2. veroordeelt de gedaagde in de kosten van dit geding aan de zijde van de eiseres tot op heden begroot op US$ 1.643,08, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening, vermeerderd met de nakosten van US$ 140,00 zonder betekening en verhoogd met US$ 84,00 in geval van betekening,
3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.F. Gerard, rechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 mei 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.