ECLI:NL:OGEABES:2020:30

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
BON202000229
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaken

Op 2 oktober 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, gevestigd te Bonaire, in beroep ging tegen een boete die was opgelegd wegens het niet indienen van een jaarrekening over 2017. De belanghebbende had op 24 september 2019 bezwaar gemaakt tegen de boete, maar de Inspecteur der Belastingen handhaafde deze boete bij uitspraak op bezwaar op 22 maart 2020. Vervolgens heeft de belanghebbende op 20 mei 2020 beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat belanghebbende op grond van artikel 8.104 van de Belastingwet BES USD 30 aan griffierecht verschuldigd was voor het ingestelde beroep. De griffier heeft belanghebbende tweemaal gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, maar belanghebbende heeft dit bedrag niet betaald. Het Gerecht oordeelde dat er geen omstandigheden waren die erop wezen dat belanghebbende niet in verzuim was geweest. Daarom werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, en kwam het Gerecht niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in belastingzaken en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De beslissing is genomen door rechter A.J.H. van Suilen, in aanwezigheid van griffier N.N. Noël-van der Biezen BSc, en is op dezelfde dag uitgesproken. Belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak verzet aan te tekenen.

Uitspraak

Uitspraak van 2 oktober 2020
BBZ nr. BON202000229
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Bonaire,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Bonaire,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 28 juli 2019 een boete opgelegd wegens het niet indienen van een jaarrekening over het jaar 2017.
1.2
Belanghebbende heeft op 24 september 2019 tegen de boete bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 maart 2020 de boete gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 20 mei 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.

2.OVERWEGINGEN OMTRENT HET BEROEP

2.1
Ingevolge artikel 8.106a Belastingwet BES kan het Gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
Op grond van artikel 8.104 Belastingwet BES is belanghebbende voor het ingestelde beroep USD 30 aan griffierecht verschuldigd. Het griffierecht dient betaald te zijn binnen zes weken na de uitnodiging tot betaling van de griffier.
2.3
In artikel 8.104, lid 3 Belastingwet BES is bepaald dat als het griffierecht niet tijdig is betaald, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.
2.4
De griffier van het Gerecht heeft op 3 juni 2020 belanghebbende gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht. Daarbij is opgemerkt dat als het bedrag niet binnen zes weken is betaald, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.5
Nadien heeft de griffier op 4 augustus 2020 een herinnering inzake de betaling van het griffierecht verstuurd. Daarbij is opgemerkt dat als het bedrag niet binnen twee weken is betaald, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.6
Belanghebbende heeft het griffierecht niet betaald. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een situatie waarin redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat belanghebbende in verzuim is geweest. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak komt het Gerecht niet toe.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël- van der Biezen BSc, en uitgesproken op 2 oktober 2020.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail aan partijen verzonden op …………………………...
VERZET
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (belastingkamer)
Plasa Reina Wilhelmina (Fort Oranje)
Kralendijk
Bonaire
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieBES@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.