Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
Uitspraak
[eiseres],
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 26 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de afwijzing van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning (twv) voor een vreemdeling. De aanvraag was eerder op 4 januari 2018 afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 21 mei 2018 ongegrond verklaard. De werkgever, vertegenwoordigd door haar advocaat, stelde dat zij voldoende inspanningen had verricht om lokale arbeidskrachten te werven, maar het Gerecht oordeelde dat er op de lokale arbeidsmarkt voldoende kandidaten beschikbaar waren voor de functie van kok/schoonmaakpersoneel.
Het Gerecht overwoog dat de werkgever, op basis van de Wet arbeid vreemdelingen BES, verplicht is om een tewerkstellingsvergunning aan te vragen en dat deze aanvraag niet in behandeling wordt genomen als er lokale arbeidskrachten beschikbaar zijn. De werkgever had niet aangetoond dat zij zich voldoende had ingespannen om de vacature te vervullen met lokaal aanbod. Het Gerecht benadrukte dat van werkgevers verwacht mag worden dat zij intern personeel opleiden en extra inspanningen verrichten om geschikte kandidaten te vinden, ook als dit extra inspanning vereist.
De uitspraak concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor de tewerkstellingsvergunning op goede gronden was gedaan, en dat de werkgever niet had aangetoond dat er geen geschikte kandidaten beschikbaar waren. Het beroep van de werkgever werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.