Uitspraak
Parketnummer: 400.00026/18
Vonnis van dit Gerecht
[VERDACHTE],
dat hij op of omstreeks de periode van 29 december tot en met 30 december 2011 op Bonaire
dat hij, op of omstreeks 31 oktober 2013, op het eiland Bonaire,
op of omstreeksinde periode van 29 december tot en met 30 december 2011 op Bonaire
en/of vervalstebrief – zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –
voorhanden heeft gehad en/of heeft afgeleverd en/ofheeft gebruikt, terwijl verdachte wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat die brief bestemd was voor gebruik als echt en onvervalst bestaande dat
voorhanden hebben en/of afleveren en/ofgebruik maken hierin dat
of vervalsinghierin dat de brief is voorzien van de tekst 'Head' van de MCB Bank
eneen datum en
datin die brief vermeld is dat de MCB bank het verzoek voor
geldlening/financiering van het Terramar project heeft goedgekeurd terwijl in werkelijkheid dat verzoek niet is goedgekeurd door de MCB bank en die brief is voorzien van een (vervalste of valse) handtekening en de naam van [persoon 2] terwijl in werkelijkheid die brief niet is opgemaakt en
/ofgetekend door [persoon 2];
geheel of ten delein strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – heeft verklaard: dat hij, verdachte, het emailbericht verzonden d.d. 30 december 2011 met productie 10B als bijlage niet heeft verzonden.
cursief). Omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
met een briefhoofd van de Maduro & Curiel’s Bank (Bonaire) N.V. en een handtekening, geplaatst boven de naam [persoon 2][het Gerecht begrijpt: dit geschrift wordt in de stukken omschreven als productie 10B], met de volgende inhoud:
Het Gerecht is van oordeel dat het, mede gelet op de inhoud ervan, niet anders kan zijn dan dat het de verdachte is geweest die het bewuste e-mailbericht heeft verzonden. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het de verdachte was die een overeenkomst had gesloten met Interbusiness Holding Ltd. en dat hij kort tevoren in gebreke was gesteld. Het was derhalve de verdachte die er belang bij had het e-mailbericht van 30 december 2011 te versturen. Dat anderen dan de verdachte een dergelijk belang hadden, is onvoldoende aannemelijk geworden. Voorts is het e-mailbericht verzonden vanaf een adres waarop de verdachte het alleenrecht had en vanaf een locatie waartoe de verdachte bij uitstek toegang had. Bovendien heeft de heer [persoon 1], nadat hij het e-mailbericht had ontvangen, contact opgenomen met de verdachte en hem gevraagd of hij het mocht doorsturen, waarop de verdachte heeft verklaard dat dat mocht.
Meineed.
BESLISSING
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
gevangenisstrafvoor de
1 (één) maand;
proeftijdvan
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
36 (zesendertig) urendienstverlening in de vorm van onbetaalde arbeid zal verrichten, met dien verstande dat die werkzaamheden binnen 3 (drie) maanden na het ingaan van de proeftijd dienen te zijn aangevangen en binnen 6 (zes) maanden na die aanvang dienen te zijn voltooid.