Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
Uitspraak
[eiseres],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 april 2019 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. P.J. de Graaf van de IND Caribisch Nederland. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd met als doel arbeid in loondienst bij Extreme Cleaning & Construction Services B.V. Deze aanvraag werd op 27 juni 2018 afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 22 oktober 2018 ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de openbare zitting op 20 maart 2019, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde R.L. Antonia, heeft het Gerecht de zaak behandeld. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag was gebaseerd op het feit dat eiseres niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning (twv). Bovendien zijn er in de functieomschrijving die door de werkgever bij de vacatureaanmelding is gegeven, beletselen gelegen voor de vervulling van de arbeidsplaats door lokale kandidaten.
Na de zitting heeft het Gerecht de zaken gesplitst en in deze zaak geoordeeld dat de afwijzing van de verblijfsaanvraag op goede gronden is gehandhaafd. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van deze uitspraak, conform hoofdstuk 5 van de War BES.