ECLI:NL:OGEABES:2019:12

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 maart 2019
Publicatiedatum
29 maart 2019
Zaaknummer
War BES BON201800493
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verblijfsvergunning en gegrondverklaring beroep

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 1 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd met als doel ‘arbeid in loondienst’. De aanvraag was door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen op basis van het ontbreken van een tewerkstellingsvergunning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Bijkerk, heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld. Tijdens de openbare zitting op 12 december 2018 zijn de zaken behandeld, waarbij partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de zitting heeft het Gerecht besloten de zaken te splitsen om afzonderlijk uitspraak te doen.

In de overwegingen van het Gerecht werd vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag niet deugdelijk was gemotiveerd. Het Gerecht heeft eerder in een andere zaak, met nummer War BES BON201800435, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Gezien deze uitspraak heeft het Gerecht geconcludeerd dat ook in deze zaak de afwijzing van de aanvraag vernietigd moest worden. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard, en het Gerecht heeft verweerder opgedragen binnen twee weken na de beslissing in de andere zaak een nieuwe beslissing op de aanvraag te nemen.

Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres, die in verband met het instellen van beroep zijn opgekomen. Het Gerecht heeft ook de Staat der Nederlanden (het ministerie van Veiligheid en Justitie) gelast om het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. O.H.M. Leito, en er staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van deze uitspraak.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Uitspraak

in het geding tussen:

[eiseres],

wonend op Bonaire,
eiseres,
gemachtigde: mr. M. Bijkerk, advocaat,
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

verweerder,
gemachtigde: mr. P.J. de Graaf, werkzaam bij de IND Caribisch Nederland.

Procesverloop

Bij beschikking van 1 augustus 2018 (het bestreden besluit), uitgereikt op 16 augustus 2018, heeft verweerder de aanvraag van eiseres om verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd met als doel ‘arbeid in loondienst’ (de aanvraag) afgewezen.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het Gerecht heeft de zaak, gevoegd met de zaak met nummer War BES BON201800435, ter openbare zitting behandeld op 12 december 2018. Partijen hebben zich daar doen vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
Na de zitting heeft het Gerecht de zaken gesplitst om daarin uitspraak te doen.

Overwegingen

1. Aan de bij het bestreden besluit gehandhaafde afwijzing van de aanvraag heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning (twv).
2. Bij uitspraak van heden in de zaak met kenmerk War BES BON201800435, heeft het Gerecht het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De conclusie moet hier dan ook zijn dat op de aanvraag opnieuw moet worden beslist.
3. De slotsom is dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd en deswege vernietigd moet worden. Het beroep wordt gegrond verklaard.
4. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, bestaat er aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten opgekomen aan de zijde van eiseres in verband met het instellen van beroep, als na te melden. Verder zal het Gerecht de Staat der Nederlanden (ministerie van Veiligheid en Justitie) opdragen aan eiseres het door haar betaalde griffierecht voor de behandeling van dit beroep te vergoeden.

Beslissing

Het Gerecht:
  • verklaarthet beroep
    gegrond;
  • vernietigthet bestreden besluit;
  • draagtverweerder
    opbinnen twee weken na de nog door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de zaak met nummer War BES BON201800435 te nemen beslissing op bezwaar, uiterlijk op 1 april 2019, een nieuwe beslissing op de aanvraag te nemen;
  • veroordeeltverweerder tot betaling aan eiseres van de bij haar in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van USD 782,- (zegge: zevenhonderd tweeëntachtig Amerikaanse dollars), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
  • gelastde Staat der Nederlanden (het ministerie van Veiligheid en Justitie) aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van USD 84,- (zegge: vierentachtig Amerikaanse dollars) te vergoeden.
Aldus vastgesteld door mr. D. Haan en uitgesproken in het openbaar op 1 maart 2019 in aanwezigheid van mr. O.H.M. Leito, griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de War BES.