Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van rente en kosten van een hypothecaire geldlening die verband houdt met een woning in aanbouw. De belanghebbende heeft in 2014 en 2015 rente en kosten van de geldlening in aftrek gebracht, maar de Inspecteur heeft deze aftrek gecorrigeerd omdat de woning niet als hoofdverblijf ter beschikking stond. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2014 en 2015, maar het Gerecht oordeelt dat de woning in die jaren niet als hoofdverblijf kan worden aangemerkt. De belanghebbende heeft in 2016 de woning betrokken, maar het Gerecht concludeert dat de centrale levensplaats van de belanghebbende en zijn gezin in die jaren niet in de woning aan de [adres 2] was. De Inspecteur heeft aangegeven dat op basis van ongeschreven beleid van de Belastingdienst de rente van schulden en kosten van geldlening die verband houden met een woning in aanbouw aftrekbaar zijn, mits de woning in de daaropvolgende twee jaren als hoofdverblijf ter beschikking staat. Het Gerecht oordeelt echter dat dit niet het geval is. De premie voor de brand- en natuurrampenverzekering is wel aftrekbaar, wat leidt tot een vermindering van de aanslagen. De uitspraak van het Gerecht is gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar zijn vernietigd en de aanslagen zijn verminderd. De Inspecteur moet het betaalde griffierecht vergoeden.