ECLI:NL:OGEABES:2018:44

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 september 2018
Publicatiedatum
17 juli 2019
Zaaknummer
400.00028/18
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstal met geweld en afpersing op Bonaire

Op 12 september 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van diefstal met geweld en afpersing. De zaak betreft een gewelddadige overval op het echtpaar [benadeelde partijen 1 en 2] in hun woning op 1 februari 2018. De verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, heeft samen met een medeverdachte de woning binnengedrongen met gezichtsbedekkende kleding en heeft de slachtoffers bedreigd met geweld. Tijdens de overval zijn verschillende goederen, waaronder een auto en contant geld, weggenomen. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van zeven jaren geëist, terwijl de verdediging verweer heeft gevoerd.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de getuigen en het onderzoek van de bewijsmiddelen, heeft het Gerecht geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan het ten laste gelegde feit. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van diefstal met geweld, waarbij hij zich bewust was van de kans op geweld en deze heeft aanvaard. Het Gerecht heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, en heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij.

De benadeelde partij heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend, die gedeeltelijk is toegewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verdachte aansprakelijk is voor de immateriële schade van $ 7.403,25, maar dat de materiële schade niet kon worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die psychisch leed hebben ervaren als gevolg van de overval.

Uitspraak

Parketnummer: 400.00028/18

Uitspraak: 12 september 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE ],

geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats],
wonende op [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring op Bonaire.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.M.A. van Lieshout, advocaat op Bonaire.
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. M. Boheur, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte.
De raadsvrouw heeft verweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:

dat hij op of omstreeks 1 februari 2018,

op het eiland Bonaire,
tezamen en in verenging met een ander of anderen, althans alleen,
-met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen, een of meerdere goederen geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder een auto (Ford Taurus, kenteken [kentekennummer]), een videocamera(beveiligings)systeem inclusief harddrive, twee mobiele telefooons van het merk Blu, twee laptops/tablets (merk Lavano en Samsom), twee e-readers (merk Kindell), 300 USD en/of 120 ponden aan contant geld, een cameralens (merk Tamron), een aircooler (van het merk Alberello), meerdere duikbenodigdheden/apparatuur, een Go Pro camera, in elk geval enig geldbedrag en/of enig(e) goed(eren), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2],gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zich of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en/of

- met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2]heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van
een horloge en/of de inhoud van de kluis, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hieruit bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- het huis van het echtpaar [benadeelde partijen 1 en 2] ‘s nachts zijn binnengedrongen met gezichtsbedekkende kleding; en/of
-(vervolgens) een of meerdere (kap/keuken)mes(sen) heeft/hebben laten zien aan die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2]; en/of
-(vervolgens) die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben bedreigd met voornoemde mes(sen) (door deze op die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] te richten); en/of
-(vervolgens) (op dreigende toon) om geld heeft/hebben gevraagd (“where is the fucking money en/of where is the fucking safe”); en/of
-(vervolgens) met die [benadeelde partij 1] heeft/hebben geworsteld en/of die [benadeelde partij 1] op bed heeft/hebben gedrukt; en/of
-(vervolgens) die [benadeelde partij 1] zijn handen/polsen heeft/hebben vastgebonden met een kussenhoes/laken en/of een kussen in het gezicht van die [benadeelde partij 2] heeft/hebben gehouden/geduwd; en/of
-(vervolgens) (op dreigende toon) heeft/hebben geschreeuwd om sieraden; en/of
-(vervolgens) (meermalen/op meerdere momenten) die [benadeelde partij 1] door het huis heeft/hebben geduwd en/of gesleurd.
Voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna aan dit vonnis toe te voegen aanvulling bevattende de bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande:

dat hij op of omstreeks 1 februari 2018,

op het eiland Bonaire,
tezamen en in verenging met een ander
of anderen, althans alleen,
-met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigeningtoe-eigeningheeft weggenomen,
een ofmeerdere goederen
geheel of ten deletoebehorende aan
[benadeelde partij 1] en/of[benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waaronder een auto (Ford Taurus, kenteken [kentekennummer]), een videocamera(beveiligings)systeem inclusief harddrive, twee mobiele
telefooonstelefoonsvan het merk Blu, twee laptops
/tablets(merk Lavano en Samsom), twee e-readers (merk Kindell), 300 USD en
/of120 ponden aan contant geld, een cameralens (merk Tamron), een aircooler (van het merk Alberello), meerdere duikbenodigdheden/apparatuur
,eneen Go Pro camera
, in elk geval enig geldbedrag en/of enig(e) goed(eren), welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen
[benadeelde partij 1] en/of[benadeelde partij 2],gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of bij betrapping op heterdaad aan zich of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en/of

- met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde partij 1] en/of[benadeelde partij 2]heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van
een horlogeen/of de inhoud van de kluis, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan
[benadeelde partij 1] en/of[benadeelde partij 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hieruit bestond(en)dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- het huis van het echtpaar [benadeelde partijen 1 en 2] ‘s nachts zijn binnengedrongen met gezichtsbedekkende kleding; en
/of
-
(vervolgens
)een of meerdere (kap/keuken)mes
(sen
) heeft/hebben laten zien aan die [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2]; en
/of
-
(vervolgens
)die [benadeelde partij 1] en
/of [benadeelde partij 2] heeft/hebben bedreigd met voornoemde mes
(sen
) (door deze op die [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] te richten); en
/of
-
(vervolgens
) (op dreigende toon
)om geld
heeft/hebben gevraagd
(“where is the fucking money en
/ofwhere is the fucking safe”
); en
/of
-
(vervolgens
)met die [benadeelde partij 1]
heeft/hebben geworsteld en
/of die [benadeelde partij 1] op bed heeft/hebben gedrukt; en/of
-(vervolgens) die [benadeelde partij 1] zijn handen/polsen heeft/hebben vastgebonden met een kussenhoes/laken en/ofeen kussen in het gezicht van die [benadeelde partij 2]
heeft/hebben gehouden/geduwd; en
/of
-
(vervolgens
) (op dreigende toon
) heeft/hebben geschreeuwd om sieraden; en
/of
-
(vervolgens
) (meermalen/op meerdere momenten)die [benadeelde partij 1] door het huis
heeft/hebben geduwd en
/ofgesleurd.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen
Het echtpaar [benadeelde partijen 1 en 2] werd in de nacht van 1 februari 2018 op een gewelddadige wijze, door twee mannen van wie de gezichten bedekt waren, in hun woning overvallen. De verklaring van de verdachte dat hij tijdens de overval geen geweld heeft toegepast en dat hij ook niet heeft waargenomen dat de medeverdachte, [medeverdachte 1], al dan niet met een mes, geweld heeft toegepast, wordt als zijnde ongeloofwaardig door het Gerecht ter zijde gesteld op grond van het volgende. Zoals verdachte zelf heeft verklaard begaf hij zich in de nacht van 1 februari 2018 samen met de medeverdachte naar de woning te [adres 1] met de bedoeling om geld te gaan stelen. Eenmaal binnen het huis begaven zij zich allebei naar de slaapkamer van het echtpaar [benadeelde partijen 1 en 2], waar volgens de aangevers een worsteling tussen de medeverdachte en de man plaatsvond. De man had daarbij een snijwond opgelopen, welke wond en de behandeling ervan wordt beschreven in een medische verklaring. Het Gerecht acht het niet geloofwaardig dat, ook al zou het (grotendeels) donker zijn geweest en gebleven in de slaapkamer, verdachte van het door de medeverdachte toegepaste geweld niets heeft meegekregen terwijl hij zelf, eveneens volgens zijn eigen verklaring, bij de vrouw naast het bed stond en hij haar (met kracht) aan haar armen had vastgehouden om te voorkomen dat zij ging opstaan. Voor het Gerecht staat derhalve vast dat er vanaf het begin van de overval door beide daders geweld is toegepast. Het Gerecht overweegt voorts dat aangezien het plan was om geld te stelen en de verdachte, zoals hij ter zitting heeft verklaard, reeds bij zijn aankomst bij de woning ervan uitging dat er mensen binnen waren, hij, door zich naar de slaapkamer te begeven waar hij slapende personen kon verwachten die mogelijkerwijs niet meteen van plan waren zomaar hun spullen weg te laten nemen, vooraf opzet heeft gehad op het toepassen van enige vorm van geweld. Verdachte is zich bewust geweest van de aanmerkelijke kans dat er geweld zou worden gebruikt om het geld te bemachtigen en heeft die kans ook aanvaard. Hij was in de slaapkamer tijdens de worsteling tussen de man en de medeverdachte. Hij was degene die de vrouw in bedwang hield, en niet is gebleken dat hij zich op enig moment heeft gedistantieerd van de bedreiging met dan wel toepassing van (verder) geweld door de medeverdachte. Gelet hierop kan ook het geweld dat door de medeverdachte bij de overval is toegepast aan hem worden toegerekend. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden kan het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken en medeplegen van afpersing.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Meer in het bijzonder heeft het Gerecht het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van diefstal met geweld. Hij begaf zich in de nachtelijke uren samen met de medeverdachte naar de woning van de slachtoffers om te stelen. In de woning werd geweld gebruikt tegen de slachtoffers. Eén van de slachtoffers heeft daarbij een snijwond opgelopen. Wat voor de slachtoffers die al op leeftijd zijn en die een deel van het jaar op Bonaire wonen, een fijn verblijf had moeten zijn, is mede door toedoen van de verdachte uitgelopen op een nachtmerrie.
De verdachte en zijn mededader hebben door hun handelen de slachtoffers niet slechts financiële schade maar ook psychisch leed berokkend. Dit is het Gerecht gebleken uit hetgeen in het kader van de civiele vordering over de gevolgen van de overval is beschreven, onder meer inhoudende dat het echtpaar zich volgens een verklaring van een psycholoog onder behandeling heeft moeten stellen in verband met stress- en posttraumatische klachten. De woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Overvallen zoals deze versterken bovendien bestaande gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij, waar vermogenscriminaliteit nog altijd aan de orde van de dag is. De verdachte is aan deze gevolgen van zijn handelen volledig voorbijgegaan en heeft zich louter laten leiden door zijn streven naar financieel gewin. Dit wordt hem zwaar aangerekend en maakt dat oplegging van een vrijheidsbenemende straf passend en geboden is.
Bij de bepaling van de duur van de straf heeft het Gerecht rekening gehouden met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen door de rechter pleegt te worden opgelegd. Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en oprecht lijkt te zijn in zijn spijt over zijn betrokkenheid bij dit ernstige feit.
Het Gerecht ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en daaraan een proeftijd van drie jaren te verbinden, teneinde de verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan een misdrijf schuldig te maken.
Schadevergoeding
De benadeelde partij
[benadeelde partij 1]heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van $ 7.625,83 materiële schade en $ 7.403,25 immateriële schade.
De verdediging heeft de vordering betwist.
Het Gerecht is van oordeel dat de gestelde waarde van de gestolen spullen niet voor vergoeding in aanmerking komt nu slechts de nieuwwaarde van die spullen is vermeld. Een datum van aanschaf ter vastlegging van de huidige waarde wordt niet vermeld zodat het Gerecht de waarde niet kan vaststellen. Dit strafproces leent zich niet voor nader onderzoek naar deze kwestie zodat de benadeelde partij ten aanzien van dit deel van de schade niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Anders dan de raadsvrouw is het Gerecht van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam is gebleken dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen rechtstreeks materiële schade tot een bedrag van $ 3.887,05 ($ 300,00/Ford Taurus X Car Recovered Damaged Not Working $ 1.670.40/Repairs to the Damage to the property $ 1.916,65) heeft geleden. De auto is, zoals uit het dossier blijkt, beschadigd aangetroffen. Verder blijkt nergens uit dat de schade aan de woning een verband heeft met een eerdere overval. Echter, is voor het Gerecht onduidelijk gebleven welk bedrag door de verzekering is of wordt uitgekeerd (het bijgevoegde stuk van de [bedrijfsnaam 1] roept qua datum en bedragen alleen maar vragen op en correspondeert niet met het bedrag zoals door de benadeelde partij vermeld) zodat het daadwerkelijke bedrag aan geleden materiële schade niet kan worden vastgesteld. Dit strafproces leent zich niet voor nader onderzoek. Reden waarom de benadeelde partij eveneens in de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard voor wat betreft dit deel van het gevorderde bedrag aan materiële schade.
Voorts is naar het oordeel van het Gerecht uit het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade ten bedrage van $ 7.403,25 heeft geleden.
De verdachte is tot vergoeding van voornoemde schade gehouden, zodat de vordering tot het bedrag van $ 7.403,25 toewijsbaar is.
Het Gerecht ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 38f van het Wetboek van Strafrecht BES aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Het Gerecht beslist over de proceskosten als hierna te melden.
De proceskosten van de benadeelde partij zullen ten laste van de verdachte worden gebracht. Tot op heden zijn die proceskosten begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 17a, 17b, 17c, 31, 38f, 49 en 325 van het Wetboek van Strafrecht BES, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
achtenveertig (48) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
zes (6) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde voor het einde van de op
drie (3) jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]geleden schade toe tot een bedrag van
$ 7.403,25 (zegge: zevenduizend vierhonderdendrie Amerikaanse dollar en vijfentwintig cent);
veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 1];
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
$ 7.403,25 (zegge: zevenduizend vierhonderdendrie Amerikaanse dollar en vijfentwintig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door tweeënzeventig
(72) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of de Staat, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat;
verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos, bijgestaan door mr. M.D.M. Connor, zittingsgriffier, en op 12 september 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op Bonaire.
uitspraakgriffier: