Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
USD 36.126
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een geschil tussen een inwoner van Saba en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende heeft in 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, waarbij hij bezwaar heeft aangetekend. De Inspecteur handhaafde de aanslag, waarna de belanghebbende in beroep ging. De zaak werd behandeld op 5 oktober 2018, waarbij de belanghebbende en vertegenwoordigers van de Inspecteur aanwezig waren.
De belanghebbende betoogde dat de in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting verrekend moest worden met de in Saba verschuldigde belasting. De Inspecteur stelde echter dat Saba slechts een belastingvrijstelling hoefde te verlenen voor de aan Nederland toegewezen inkomensbestanddelen. Het Gerecht oordeelde dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was, gezien de omstandigheden rondom orkaan Irma, die de verzending van het beroepschrift had beïnvloed.
Het Gerecht concludeerde dat de Inspecteur ten onrechte aftrek ter voorkoming van dubbele belasting had verleend voor de lijfrente-uitkeringen. De aanslag werd gehandhaafd, maar het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur bij de berekening van de belasting rekening had moeten houden met een lagere aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De belanghebbende's beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.