In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Massive Productions B.V. en de Gezaghebber van het Openbaar Lichaam Bonaire. De zaak betreft de sluiting van een kermis door de gezaghebber, die werd genomen ter bescherming van de veiligheid van de bezoekers. De sluiting vond plaats op 3 november 2017, waarna eiseres, Massive Productions B.V., geen bezwaar heeft aangetekend tegen deze beschikking. Eiseres heeft in haar verzoekschrift, ingediend op 14 december 2017, verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en om een nieuw besluit te eisen, dan wel om te bepalen dat de uitspraak in de plaats treedt van de bestreden beschikking.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting op 12 juni 2018 heeft eiseres betoogd dat zij nog steeds belang heeft bij de procedure, ondanks het feit dat de kermisperiode inmiddels voorbij is. Eiseres stelt dat de sluiting onrechtmatig was en dat zij een schadevergoedingsprocedure wil opstarten. Eiseres heeft aangevoerd dat er geen gebreken zijn geconstateerd tijdens inspecties en dat de gezaghebber zich had moeten beperken tot het sluiten van defecte attracties, in plaats van de gehele kermis. Verweerder, de gezaghebber, heeft echter betoogd dat de sluiting rechtmatig was, omdat de kermis niet veilig was en dat de sluiting een handhavingsmaatregel was ter bescherming van de openbare orde en veiligheid.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres nog belang heeft bij het beroep, gezien het mogelijke verzoek om schadevergoeding. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de inspectierapporten wezenlijke gebreken aan de attracties hebben aangetoond en dat de gezaghebber op goede gronden heeft besloten tot sluiting van de kermis. De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is verklaard en dat eiseres de proceskosten aan de zijde van verweerder dient te vergoeden, begroot op US$ 586,50 aan gemachtigdensalaris.