In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiser in conventie, hierna aangeduid als [eiser in conventie, verweerder in reconventie], een vordering ingesteld tegen BamBam Constructions N.V. (hierna: BamBam) wegens ongerechtvaardigde verrijking. De eiser vorderde betaling van een bedrag van US$ 4.836,42, vermeerderd met wettelijke rente, op grond van het feit dat BamBam zonder toestemming materialen had aangeschaft op rekening van de eiser bij Kooyman. De eiser stelde dat deze materialen niet voor zijn projecten waren aangeschaft, maar voor andere projecten van BamBam.
BamBam heeft in haar verweer aangevoerd dat zij handelde in opdracht van International Technical Management B.V. (Intertech) en dat de aankopen bij Kooyman namens Intertech zijn gedaan. BamBam betwistte de vordering van de eiser en stelde dat er geen overeenkomst tussen partijen bestond. De rechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie was verstrekt door beide partijen over de in het geding gebrachte bonnen en afrekeningen. Dit leidde tot de beslissing om een comparitie van partijen te gelasten, waarbij de rechter samen met partijen de afrekeningen zou bekijken en de mogelijkheid van een schikking zou onderzoeken.
De comparitie is gepland op 27 januari 2016, waarbij partijen deugdelijk vertegenwoordigd moeten verschijnen. Het vonnis is uitgesproken op 25 november 2015 door mr. M.L.J. Koopmans, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.