ECLI:NL:OGEABES:2015:4

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 februari 2015
Publicatiedatum
9 maart 2015
Zaaknummer
400.00052/14
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot moorden op [SO A] en [SO B]

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1988 te Bonaire, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 februari 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.F. van Toll. Het openbaar ministerie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten, waarop de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleitte. Tijdens de openbare terechtzittingen op 12 augustus 2014, 11 november 2014 en 3, 4 en 6 februari 2015 zijn de feiten besproken, waarbij de benadeelde partijen vorderingen tot schadevergoeding indienen.

De tenlastelegging omvatte drie feiten, maar het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. Na beoordeling van de verklaringen van medeverdachten en getuigen, concludeerde het Gerecht dat de verklaringen inconsistent en onbetrouwbaar waren. De verklaringen van medeverdachten [A], [B] en [M] waren tegenstrijdig en niet in overeenstemming met objectieve gegevens. Ook de getuige [C.B] had wisselende verklaringen afgelegd die niet als bewijs konden dienen.

Uiteindelijk oordeelde het Gerecht dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als pleger of medepleger van de moorden op [SO A] en [SO B] aan te merken. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen wat aan de verdachte was ten laste gelegd. Het vonnis werd uitgesproken door rechter mr. I.H. Lips in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

ZITTINGSPLAATS BONAIRE

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1988 te Bonaire,
wonende te Bonaire.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2014, 11 november 2014 en 3, 4 en 6 februari 2015. De verdachte is op voormelde terechtzittingen verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.F. van Toll.
Het openbaar ministerie heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten 1, 2 en 3 vrij te spreken.
De raadsvrouw heeft voor alle feiten vrijspraak bepleit.
De benadeelde partij [BP] heeft ter terechtzitting een vordering tot schadevergoeding ingediend met betrekking tot het onder feit 1 tenlastegelegde. Namens de benadeelde partijen [BP 2 en BP 3] is ter terechtzitting een vordering tot schadevergoeding ingediend met betrekking tot het onder feit 2 tenlastegelegde.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd:….

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

Evenals de officier van justitie en de verdediging acht het Gerecht het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Medeverdachten [A] en [B] hebben verklaard dat de verdachte bij de moorden betrokken was. Ook medeverdachte [M] heeft dat verklaard.
De verklaringen van [B] en [A] zijn echter inconsistent en onderling tegenstrijdig. Ook zijn de verklaringen op belangrijke punten in strijd met de verklaringen van getuigen [M.A.], bijgenaamd [M.A.], en [J.J.], bijgenaamd [J.J.]. De verklaringen van [A] en [B] zijn derhalve niet betrouwbaar en kunnen niet tot het bewijs worden gebezigd. Dit geldt ook voor de verklaringen van medeverdachte [M]. Hij heeft steeds wisselend en tegenstrijdig verklaard, alsmede op de meeste punten in strijd met objectieve onderzoekgegevens.
[C.B] heeft als getuige onder meer verklaard dat zij van de verdachte heeft gehoord dat hij bij de moorden betrokken is. Het Gerecht acht de de auditu-verklaringen van de getuige niet betrouwbaar. De getuige heeft wisselende verklaringen afgelegd, die op onderdelen in strijd zijn met de telecomgegevens. Deze verklaringen kunnen derhalve evenmin als bewijs worden gebruikt.
Ander bewijs dat de verdachte bij de moorden c.q. doodslag betrokken zou zijn is niet voorhanden. Gelet hierop kan niet bewezen worden dat de verdachte als pleger of medepleger bij de moord c.q. doodslag op [SO A] en/of [SO B] betrokken is. Het Gerecht zal de verdachte derhalve vrijspreken van alle ten laste gelegde feiten.

5.Benadeelde partijen

De benadeelde partijen […….] hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen de verdachte wegens materiële respectievelijk materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 respectievelijk 2 ten laste gelegde feit zouden hebben geleden.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, kunnen de vorderingen van de benadeelde partijen, die betrekking hebben op die ten laste gelegde feiten, niet worden toegewezen.
Het Gerecht zal de vorderingen derhalve afwijzen.

6.Beslissing

Het Gerecht:
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- wijst de vorderingen van de benadeelde partijen […..] af.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. I.H. Lips en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 27 februari 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.