ECLI:NL:OGEABES:2015:3
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot moorden op Bonaire
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1986 te Bonaire, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 februari 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.F. van Toll. Het openbaar ministerie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten, waarop de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleitte. Tijdens de openbare terechtzittingen op 12 augustus 2014, 11 november 2014 en 3, 4 en 6 februari 2015 zijn de verklaringen van medeverdachten en getuigen onderzocht. De medeverdachten hebben inconsistent verklaard, wat de betrouwbaarheid van hun getuigenissen in twijfel trok. De verklaringen van getuigen waren ook in strijd met objectieve gegevens, waardoor het Gerecht tot de conclusie kwam dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. De vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, konden niet worden toegewezen omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte de feiten had gepleegd. Het Gerecht heeft daarom de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van betrouwbaar bewijs in strafzaken en de rol van inconsistentie in getuigenverklaringen.