ECLI:NL:OGEAA:2025:58

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
AUA202402677
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurovereenkomst en huurachterstand tussen Kartson Development N.V. en Pinas-Sarap Cafe and Restaurant

In deze zaak heeft Kartson Development N.V. (hierna: Kartson) een vordering ingesteld tegen Pinas-Sarap Cafe and Restaurant, vertegenwoordigd door [gedaagde 1], en een tweede gedaagde, [gedaagde 2], wegens huurachterstand. De huurovereenkomst werd in 2019 gesloten met New Food Sarap Grill & Resto Bar VBA, vertegenwoordigd door [gedaagde 2]. Na het ontstaan van een huurachterstand hebben partijen op 30 maart 2023 een settlement agreement gesloten, waarin zij erkenden een bedrag van Afl. 37.627,85 schuldig te zijn aan Kartson en toezegden dit in termijnen terug te betalen. Echter, deze overeenkomst is niet nagekomen en de bedrijfsruimte is in juni 2022 verlaten.

Tijdens de procedure hebben beide gedaagden hun schuld erkend, maar [gedaagde 1] stelde dat de schuld niet van hem was, maar van [gedaagde 2]. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] altijd de bestuurder van New Food VBA is gebleven en dus verantwoordelijk is voor de huurachterstand. Het vonnis bepaalt dat beide gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van Afl. 31.682,07, vermeerderd met wettelijke rente, en dat zij ook in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten worden begroot op Afl. 750,- aan griffierechten, Afl. 430,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan kosten van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 26 februari 2025 door mr. J. Brandt.

Uitspraak

Vonnis van 26 februari 2025
Behorend bij AUA202402677 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
KARTSON DEVELOPMENT N.V.,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Kartson,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade,
tegen:

1.[Gedaagde 1], tevens handelende onder de naam

PINAS-SARAP CAFE AND RESTAURANT,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
procederend in persoon,

2.[Gedaagde 2],

te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 24 juli 2024, met producties 1 t/m 6;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 1] van 18 september 2024;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 2] van 18 september 2024;
- het tussenvonnis van 8 januari 2025, waarin een comparitie van partijen is bepaald.
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 6 februari 2025.
1.2
Vervolgens is bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.DE FEITEN

2.1
Kartson heeft in 2019 een huurovereenkomst gesloten met New Food Sarap Grill & Resto Bar VBA (hierna: New Food VBA). New Food VBA werd hierbij vertegenwoordigd door [gedaagde 2]. Op grond van de huurovereenkomst huurde New Food VBA een bedrijfsruimte in King Plaza Mall van Kartson.
2.2
Op enig moment is een huurachterstand ontstaan.
2.3
Op 30 maart 2023 hebben partijen een “settlement agreement” gesloten, waarin [gedaagde 1] (naar het Gerecht begrijpt: tevens namens zijn eenmanszaak Pinas-Sarap Cafe and Restaurant) en [gedaagde 2] erkennen dat zij Afl. 37.627,85 schuldig zijn aan Kartson en toezeggen dat zij dit bedrag in maandelijkse termijnen van Afl. 1.600,- zullen terugbetalen.
2.4
Ook de settlement agreement is niet (volledig) nagekomen.
2.5
De bedrijfsruimte is in juni 2022 verlaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Kartson vordert (zoals nader toegelicht tijdens de zitting) hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van Afl. 31.682,07, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2025 en met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure.
3.2 [
Gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben ieder afzonderlijk een conclusie van antwoord ingediend.
3.3
Het Gerecht zal hierna ingegaan op de standpunten van partijen, voor zover die van belang zijn voor de beoordeling van de vordering.

4.DE BEOORDELING

4.1
Kartson heeft haar vordering aanvankelijk ingesteld tegen Pinas-Sarap Cafe and Restaurant VBA. Tijdens de zitting is gebleken dat Pinas-Sarap geen VBA is, maar de naam van de eenmanszaak van [gedaagde 1]. Het Gerecht begrijpt dat Kartson heeft beoogd om [gedaagde 1], mede namens zijn eenmanszaak, in het geding te betrekken. [Gedaagde 1]heeft het verzoek ook zo begrepen. Het vonnis zal daarom worden gewezen tegen [gedaagde 1], tevens handelende onder de naam Pinas-Sarap Cafe and Restaurant.
4.2 [
Gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben erkend dat zij geld schuldig zijn aan Kartson. Ook de hoogte van het gevorderde bedrag hebben zij erkend.
4.3 [
Gedaagde 1] heeft zich alleen op het standpunt gesteld dat de schuld niet van hem is, maar van [gedaagde 2], en dat [gedaagde 2] heeft toegezegd de schuld voor zijn rekening te nemen. [Gedaagde 2] heeft dat ook bevestigd.
4.4
Tijdens de zitting is het volgende komen vast te staan. New Food was aanvankelijk de naam van de eenmanszaak van [gedaagde 1]. In 2018 is de eenmanszaak omgezet in een VBA, met [gedaagde 1] als bestuurder en aandeelhouder. In juni 2019 heeft [gedaagde 2] New Food VBA van [gedaagde 1] overgenomen. Dat is echter nooit in het handelsregister aangetekend: bij de Kamer van Koophandel is [gedaagde 1] altijd als bestuurder van New Food VBA geregistreerd gebleven. Later is de naam New Food verkocht aan een derde partij. [Gedaagde 1] heeft toen weer een eenmanszaak geregistreerd: Pinas-Sarap Cafe and Restaurant.
4.5
Omdat [gedaagde 1] altijd de bestuurder van New Food VBA is gebleven, is hij verantwoordelijk gebleven voor het handelen (en nalaten) van de VBA. [Gedaagde 1] heeft die verantwoordelijkheid ook erkend, door in 2022 de settlement agreement te tekenen, waarin hij erkende dat hij aansprakelijk was voor de huurachterstand en bijkomende kosten. Gelet op de inhoud van die settlement agreement kan Kartson het openstaande bedrag zowel bij [gedaagde 1] als [gedaagde 2] vorderen en zij zullen dan ook beiden worden veroordeeld tot betaling van Afl. 37.627,85 aan Karston. Natuurlijk kan Kartson het bedrag maar één keer vorderen: als [gedaagde 1] een bedrag heeft betaald kan Kartson dat niet meer van [gedaagde 2] vorderen, en vice versa.
4.6
Partijen zijn het er echter over eens dat in de onderlinge verhoudingen tussen [gedaagde 1] en [gedaagde 2], [gedaagde 2] de schuld voor zijn rekening moet nemen. Dit betekent dat [gedaagde 1] de bedragen die hij aan Kartson betaalt, op [gedaagde 2] kan verhalen.
4.7
Omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in het ongelijk worden gesteld, worden zij veroordeeld in de proceskosten. Die kosten worden begroot op Afl. 750,- aan griffierechten, Afl. 430,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan kosten van de gemachtigde (2 punten x tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk om aan Kartson Afl. 31.682,07 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2025 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Kartson worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 430,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
verstaat dat [gedaagde 2] in de onderlinge verhoudingen met [gedaagde 1] gehouden is de volledige schuld voor zijn rekening te nemen;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 februari 2025 in aanwezigheid van de griffier.