ECLI:NL:OGEAA:2025:43

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
AUA202402642
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van vergoeding ten laste van de Minister van Justitie en Sociale Zaken in bestuursrechtelijke procedure

Op 22 januari 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, heeft de Minister van Justitie en Sociale Zaken, vertegenwoordigd door mrs. V. Emerencia en Y. Kaarsbaan, aangeklaagd wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. Dit bezwaar was ingediend tegen het uitblijven van een beslissing op een eerder verzoek om openbaarmaking van informatie, dat dateert van 14 januari 2020. De rechter heeft vastgesteld dat de Minister niet heeft voldaan aan de verplichting om binnen de gestelde termijn een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoeker, ondanks een eerdere uitspraak van het gerecht op 6 maart 2024 waarin de Minister was opgedragen om dit alsnog te doen.

Tijdens de zitting op 22 januari 2025 heeft verzoeker een vergoeding van Afl. 500,- gevraagd wegens de overschrijding van de redelijke termijn. De Minister heeft deze vordering niet betwist. De rechter heeft geoordeeld dat het verzoek om toekenning van de vergoeding terecht is en heeft de Minister veroordeeld tot betaling van het gevraagde bedrag aan verzoeker. De uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. drs. A.A. Wever. Tegen deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 22 januari 2025
Lar nr. AUA202402642

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

PROCES-VERBAAL VAN DE MONDELINGE UITSPRAAK
op het verzoek om nakoming als bedoeld in artikel 53 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoeker],

wonend in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigden: mrs. V. Emerencia en Y. Kaarsbaan (DWJZ).
Openbare zittinggehouden op 22 januari 2025 vanaf 15:30 uur.
Tegenwoordig:
mr. B.J. van Ettekoven, rechter.
mr. drs. A.A. Wever, griffier.
Verschenen:
partijen bij de gemachtigden voornoemd.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- veroordeelt verweerder (het Land) aan verzoeker een bedrag van Afl. 500,- te betalen;
- wijst af het meer of anders gevorderde.

OVERWEGINGEN

1. Verzoeker heeft het gerecht gevraagd om nakoming van de uitspraak van het gerecht van 6 maart 2024 (Lar nr. AUA202204472), waarin verweerder is opgedragen om binnen drie maanden alsnog een beslissing te nemen op het bezwaarschrift van verzoeker. In de uitspraak van 6 maart 2024 is beslist op het beroep tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar van verzoeker van 13 september 2022. Dat bezwaar was gericht tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek van 23 juni 2022. Verzoeker heeft toen verzocht om ‘toekenning van immateriële schade naar aanleiding van de overschrijding van de redelijke termijn inzake zijn verzoek om openbaarmaking krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) van 14 januari 2020’.
2.
Het gerecht stelt vast dat verweerder nog steeds niet op het bezwaar van verzoeker heeft beslist. Hoewel daartoe wel verplicht heeft verweerder dus geen uitvoering gegeven aan de uitspraak van 6 maart 2024. Naar aanleiding van hetgeen ter zitting is besproken, wordt het verzoek om nakoming opgevat als een verzoek om toekenning van een vergoeding aan verzoeker ten laste van verweerder (het Land). De gemachtigde van verzoeker heeft ter zitting, desgevraagd, aangegeven dat het om een bedrag van Afl. 500,- gaat wegens overschrijding van de redelijke termijn. Verweerder heeft deze vordering niet betwist.
3.. Gelet hierop zal het gerecht het verzoek om toekenning van een vergoeding van Afl. 500,- aan verzoeker, ten laste van verweerder (het Land), toewijzen.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in dit gerecht, in samenwerking met mr. drs. A.A. Wever, griffier, en wordt geacht in het openbaar te zijn uitgesproken op woensdag, 22 januari 2025 in aanwezigheid van de griffier.
Informatie over hoger beroep
Tegen de beslissing op het verzoek ex artikel 53 van de Lar kan geen hoger beroep worden ingesteld.