In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.M. Canwood, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, VALORULA ARUBA V.B.A. en VALORULA SERVICES ARUBA V.B.A., vertegenwoordigd door mr. D.A.H. Segbert. De eiseres vordert de (gedeeltelijke) schorsing of beperking van een relatiebeding dat is opgenomen in haar arbeidsovereenkomst met gedaagden. Dit relatiebeding verbiedt haar om gedurende het dienstverband en tot twee jaar na beëindiging daarvan werkzaamheden te verrichten voor cliënten van de Maatschap. Eiseres is op 30 juni 2024 uit dienst getreden en is sindsdien partner bij een ander accountantskantoor, PFK Financial Services Aruba VBA. Eiseres stelt dat het relatiebeding te ruim is geformuleerd en dat handhaving ervan haar recht op vrije arbeidskeuze in gevaar brengt. Gedaagden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van eiseres.
De rechter heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde schorsing van het relatiebeding. Het Gerecht overweegt dat eiseres sinds haar vertrek bij gedaagden niet is aangesproken op overtreding van het relatiebeding en dat gedaagden bereid zijn om haar een actuele lijst van cliënten te verstrekken. Hierdoor is het niet aannemelijk dat eiseres in een situatie verkeert waarin zij het relatiebeding zou overtreden. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, begroot op Afl. 1.500,-.