ECLI:NL:OGEAA:2025:30

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
AUA202304150
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over geslachtsnaam minderjarige tussen ouders met betrekking tot ouderschapsplan en intenties voorafgaand aan de geboorte

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de ouders van een minderjarige over welke geslachtsnaam de minderjarige moet dragen. De vader verzoekt om de geslachtsnaam '[verzoeker]' voor de minderjarige, terwijl de moeder de geslachtsnaam '[verweerster]' wil behouden. De ouders hebben een ouderschapsplan ondertekend waarin de intentie is vastgelegd dat de minderjarige de geslachtsnaam van de vader zal dragen. De moeder heeft echter verklaard dat zij niet volledig achter deze keuze staat en dat de verstandhouding tussen de ouders verslechterd is. Het gerecht heeft in eerdere procedures een voorlopige omgangsregeling vastgesteld en een milieuonderzoek verzocht. Tijdens de zitting op 4 februari 2025 is de mondelinge behandeling voortgezet, waarbij beide ouders en hun gemachtigden aanwezig waren. Het gerecht heeft overwogen dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat de geslachtsnaam van beide ouders even belangrijk is. Uiteindelijk heeft het gerecht besloten dat de minderjarige de geslachtsnaam '[verzoeker]' zal dragen, omdat dit in lijn is met de intenties van de ouders en de afspraken in het ouderschapsplan. De beschikking is gegeven op 11 februari 2025 door rechter A.J. Martijn, en de griffier zal zorgdragen voor de registratie van deze beslissing.

Uitspraak

Beschikking van 11 februari 2025
behorend bij EJ nr. AUA202304150
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. V.A.V. Carlo,
tegen:
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Partijen zijn de ouders van de minderjarige:
[Zoon van ouders], geboren op [geboortedatum] 2023 in [geboorteplaats],
hierna: de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Het eerdere procesverloop tot aan 6 november 2024 blijkt uit de tussenbeschikking van dit gerecht van die datum. Bij die tussenbeschikking heeft het gerecht een voorlopige omgangsregeling tussen de ouders en de minderjarige bepaald, de Voogdijraad verzocht om een milieuonderzoek te doen en een rapport daarover uit te brengen en een datum bepaald voor de uitspraak over de geslachtsnaam van de minderjarige.
1.2
Om meer duidelijkheid te krijgen over de vraag of partijen bij de erkenning van de minderjarige door de vader een naamskeuze hebben gemaakt, heeft het gerecht de uitspraak aangehouden. Het gerecht heeft eerst de ABS en vervolgens partijen per e-mail verzocht om hierover hun standpunt kenbaar te maken.
1.3
Bij emailberichten van 13 en 14 januari 2025 hebben de ABS en partijen het gerecht nader geïnformeerd over deze kwestie. Naar aanleiding van deze informatie is de zaak verwezen naar de zitting van 4 februari 2025 voor de voortzetting van de mondelinge behandeling.
1.4
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft op 4 februari 2025 plaatsgevonden, in aanwezigheid van partijen in persoon, bijgestaan door de gemachtigden voornoemd, de Voogdijraad bij mevrouw [betrokkene 1] en de ABS bij mevrouw mr. [betrokkene 2].
1.5
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
In geschil is nog de vraag welke geslachtsnaam, ‘[verzoeker]’ of ‘[verweerster]’, de minderjarige zal dragen. Tijdens de zitting van 6 november 2024 zijn partijen niet tot een vergelijk gekomen. Dit betekent dat het gerecht, aan de hand van wat partijen hebben aangevoerd, in het belang van de minderjarige een beslissing hierover moet nemen.
2.2
De vader heeft zijn verzoek om te bepalen dat de minderjarige de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ krijgt als volgt toegelicht. De moeder heeft aanvankelijk ingestemd met het dragen van de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ door de minderjarige. Dit blijkt uit het ouderschapsplan dat door beide partijen op 10 juli 2023 is ondertekend. Daarnaast staat de geslachtsnaam van de minderjarige als ‘[verzoeker]’ vermeld in het Wit-Gele-Kruis-boekje. Dit toont aan dat de moeder de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ voor haar zoon heeft aanvaard en bevestigd. Tot slot heeft de vader verklaard dat het voor hem van groot belang is dat de minderjarige de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ draagt, aangezien hij zijn eerste zoon is en tevens de eerste kleinzoon van de grootouders vaderszijde.
2.3
De moeder heeft het volgende verklaard. Hoewel zij het ouderschapsplan heeft ondertekend, stond zij er niet helemaal achter. De verstandhouding tussen partijen was toen al slecht en zij wilde zo snel mogelijk van de problemen met de vader af zijn. Daarom heeft zij het ouderschapsplan ondertekend. Zij was het echter niet eens met het gezamenlijk gezag, noch met de keuze voor de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’. Sindsdien is de verstandhouding wisselvallig gebleven: soms kunnen partijen goed met elkaar omgaan, maar op andere momenten niet. De moeder heeft vervelende berichten ontvangen van de partner van de vader en er heeft een incident plaatsgevonden bij haar woning, wat haar vertrouwen in de vader verder heeft geschaad. Om deze redenen heeft de moeder besloten het ouderschapsplan niet na te komen.
Los hiervan heeft de minderjarige sinds zijn geboorte hoofdverblijf bij haar en wordt dagelijks door haar verzorgd en opgevoed. Hij maakt deel uit van haar gezin, waartoe ook zijn oudere zus (15 jaar) behoort, die eveneens de geslachtsnaam ‘[verweerster]’ draagt. Door de geslachtsnaam ‘[verweerster]’ te behouden wordt voorkomen dat de kinderen zich afvragen waarom het ene kind de geslachtsnaam van de moeder heeft en het andere niet, aldus nog steeds de moeder.
2.4
Het gerecht overweegt als volgt.
2.4.1
Het meest zwaarwegende belang van de minderjarige is dat hij een goede band heeft met zowel zijn moeder als zijn vader, en dat deze band zich verder ontwikkelt. Daarnaast moet de minderjarige liefdevol worden opgevoed, bij voorkeur in harmonie tussen beide ouders. Dit kan worden bereikt, ongeacht of de minderjarige de geslachtsnaam van zijn moeder behoudt of de geslachtsnaam van zijn vader aanneemt. In beide gevallen dienen beide ouders zich maximaal in te spannen om dit belang te waarborgen.
De geslachtsnamen van beide ouders zijn dus even belangrijk voor de minderjarige. Er moet echter een keuze worden gemaakt, waarbij rekening dient te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van dit geval.
2.4.2
In deze zaak betreft het een minderjarige van één jaar oud, die recent weer contact heeft met zijn vader. Dit contact bevindt zich in een opbouwende fase, nadat de vader een juridische procedure heeft aangespannen omdat de moeder zich niet hield aan de afspraken in het ouderschapsplan. Uit de stukken en de verklaringen tijdens de zitting blijkt dat reeds vóór de geboorte van de minderjarige bij de vader en bij de moeder (enigszins) de intentie bestond dat de minderjarige de geslachtsnaam '[verzoeker]' zou dragen. Partijen hebben deze intentie vastgelegd in een ouderschapsplan, dat door beiden is ondertekend. In artikel 1.2 van dat ouderschapsplan staat dat partijen het met elkaar eens zijn geworden dat de vader de minderjarige mag erkennen en dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal dragen.
2.4.3
Hoewel de argumenten van de moeder voor het behoud van de geslachtsnaam '[verweerster]' begrijpelijk zijn, acht het gerecht deze niet zwaarwegend genoeg om af te wijken van de door partijen overeengekomen geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ voor de minderjarige. Het belang van de minderjarige om dezelfde geslachtsnaam te dragen als zijn moeder en oudere zus weegt even zwaar als zijn belang om als eerste zoon van zijn vader de geslachtsnaam '[verzoeker]' te dragen. Bovendien is het in de Arubaanse samenleving niet ongebruikelijk dat kinderen van één moeder verschillende geslachtsnamen hebben, zodat dit geen belemmering vormt.
De verstoorde verstandhouding tussen partijen en de vermeende incidenten met de huidige partner van de vader bieden evenmin een grond voor afwijking.
Verder is gesteld noch gebleken dat de minderjarige in zijn ontwikkeling wordt belemmerd door de wijziging van zijn voorlopige geslachtsnaam ‘[verweerster]’ naar die van zijn vader. Het gerecht acht een dergelijke belemmering onwaarschijnlijk, aangezien een geslachtsnaam op jonge leeftijd doorgaans een relatief kleine rol speelt en kinderen doorgaans flexibel omgaan met dergelijke wijzigingen.
2.4.4
Gelet op het voorgaande en met het oog op het belang van de minderjarige, kent het gerecht doorslaggevende betekenis toe aan de intenties van beide partijen voorafgaand aan de geboorte van de minderjarige, evenals aan de afspraken die zij destijds in het ouderschapsplan hebben vastgelegd. Daarom zal het verzoek van de vader worden toegewezen.
2.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3.DE BESLISSING
Het gerecht:
bepaalt dat de minderjarige [zoon van ouders], geboren op [geboortedatum] 2023 in [geboorteplaats], de geslachtsnaam ‘[verzoeker]’ krijgt,
bepaalt dat de griffier van het gerecht, zodra deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van de beschikking doet toekomen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van Aruba, opdat deze een latere vermelding toevoegt aan de geboorteakte van de minderjarige,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 11 februari 2025 in tegenwoordigheid van de griffier, mr. K.M. Geerman.