ECLI:NL:OGEAA:2025:247

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
707 van 2024
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor invoer van verdovende middelen met een boot

Op 28 augustus 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd in Aruba. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren voor het opzettelijk invoeren van 63 kilo cocaïne en 629 kilo hennep. De zaak kwam aan het licht na de onderschepping van een boot in de territoriale wateren van Aruba, die vanuit Venezuela kwam. Tijdens de interceptie werden vijf verdachten aangehouden en 22 balen met verdovende middelen aangetroffen. De verdachte was betrokken bij de communicatie tussen de personen op de boot en de medeverdachten aan land, waarbij versluierd taalgebruik werd gebruikt om de invoer van de verdovende middelen te coördineren. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte wist dat het om verdovende middelen ging, gezien de aard van de communicatie en haar betrokkenheid bij de organisatie van de aanlanding. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de illegale activiteiten, maar het Gerecht achtte deze verklaring ongeloofwaardig. De verdachte is schuldig bevonden aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Landsverordening verdovende middelen. Het Gerecht heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de bijdrage van de verdachte aan de invoer van de verdovende middelen, en heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.

Uitspraak

Parketnummer: P-2024/01870
Zaaknummer: 707 van 2024
Uitspraak: 28 augustus 2025 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte 1],

geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], op het adres [adres],
thans gedetineerd in het [detentieplaats] in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op diverse data. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 7 augustus 2025 . De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. D.G. Croes, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest. Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen geldbedragen van USD 23,- en Afl. 921,75 en de teruggave van een mobiele telefoon merk Iphone (wit) en een zwarte tas met inhoud.
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Subsidiair heeft de raadsvrouw een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1.
dat zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden:
dat zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren en/of
het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken
en/of vervoeren,
van ongeveer
63 kilo cocaïne,althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
  • (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen;
2.
dat zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
Subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen
leiden:
dat zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren, en/of
het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken en/of vervoeren,
van ongeveer
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende
middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
  • (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1.
dat zij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
2.
dat zij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 4), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisanten,zakelijk weergegeven:
Op 25 augustus 2024, omstreeks 22:15 uur werd een verdacht radarcontact geïntercepteerd. Het vaartuig kwam vanaf ‘Peninsula Venezuela’, dus buiten de territoriale wateren van Aruba. Om 22.15 uur bevond het zich binnen de territoriale wateren van Aruba.
Omstreeks 00:00 uur op 26 augustus 2024 werd het vaartuig onderschept. De vijf opvarenden werden aangehouden.
Kort na de interceptie werden 22 drugsbalen in de omgeving van de interceptie aangetroffen en in beslag genomen. Naast de drugsbalen dreef er een plastic container met daarin een satelliettelefoon. Ook deze werd in beslag genomen voor verder onderzoek.
2. Een proces-verbaal van bevindingen “beschrijving, wegen, testen en verzenden monsters” d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 8), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024, werd een onderzoek verricht op de inhoud en samenstelling van de 22 inbeslaggenomen balen. De balen, inhoudende pakketten, werden afzonderlijk op een geijkte fijnweger gewogen.
Het totaal gewicht van de 1074 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden bedroeg 629 kilogram.
Het totaal gewicht van de 55 pakketten inhoudende cocaïne gelijkende substantie bedroeg 63 kilogram.
Vervolgens werd vanuit 39 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden monsters genomen en gedaan in 39 afzonderlijke potjes. Vanuit 5 pakketten inhoudende wit op cocaïne gelijkende substantie werden monsters genomen en gedaan in 5 afzonderlijke potjes.
De 44 potjes (monsters) zullen verzonden worden naar de gerechtelijk deskundige (toxicoloog) [toxicoloog], met het verzoek om na te gaan of de inhoud van deze potjes onder de bepalingen van de Landsverordening Verdovende Middelen valt.
3. Een geschrift, te weten eenrapport van het Bureau Forensisch Technische Onderzoeken, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door drs. [toxicoloog] Toxicoloog (DUO 1.0, bijlage 9), ten aanzien van voornoemde monsters, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De onderzochte monsters inhoudende marihuana gelijkende kruiden bevatten thc.
De onderzochte monsters inhoudende op cocaïne gelijkende substantie bevatten cocaïne.
4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 6), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024 werd door de Kustwacht de inbeslaggenomen satelliettelefoon aan het onderzoeksteam overgedragen ten behoeve van het onderzoek. De satelliettelefoon werd geopend en ik zag dat er een simkaart in het toestel zat. Het IMSI-nummer van die simkaart was [IMSI-nummer]. Uit onderzoek bleek dat het bijbehorende telefoonnummer [telefoonnummer 1] was.
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 1, nr, 2408271937.AMB, met als bijlagen detapgesprekken), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 augustus 2024 werd een nieuw nummer in gebruik genomen in het toestel met IMEI-nummer [IMEI-nummer], namelijk het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Van dit IMEI-nummer werd de communicatie opgenomen.
Op 18 augustus 2024 te 12.01 uur werd een gesprek onderschept tussen het getapte nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satellietnummer]. Middels stemherkenning werd vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 2] was.
Vervolgens vonden er op 20 augustus 2024 en 21 augustus 2024 diverse telefoongesprekken plaats tussen voormeld nummer van [medeverdachte 1] en het satelliettelefoonnummer [satellietnummer]. Daaruit bleek dat er vermoedelijk getracht werd een oversteek te maken vanuit Zuid-Amerika naar Aruba. Uit de gesprekken bleek echter dat men mogelijk een boot had gezien en was teruggekeerd.
Tussen 25 augustus 2024 7:39 uur en 22:08 uur vonden diverse gesprekken plaats tussen het nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satellietnummer]. Uit deze gesprekken bleek dat men een poging waagde om in de richting van Aruba te komen.
De volgende contacten vonden op 25 augustus 2024 plaats tussen het nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satellietnummer] (NN-man):
Om 7:39 werd [telefoonnummer 2] gebeld door de satelliettelefoon. [Medeverdachte 1] zegt daarin ‘doe maar, het is goed’ (TPN 412).
Om 10:56 uur werd [medeverdachte 1] gebeld. NN-man gaf aan dat als de jongens niet vertrokken zijn dat zij vier ‘bougies’ moesten kopen omdat het apparaat al een bougie verband had. [Medeverdachte 1] zegt in dat gesprek ‘doe maar, doe maar dan, doe maar’ (TPN 413).
Om 14.09 uur werd [medeverdachte 1] gebeld waar NN-man aangaf ‘ik ben boven de plata’. [Medeverdachte 1] reageerde met ‘alles goed, alles goed’ (TPN 414)
Om 15:48 uur werd [medeverdachte 1] gebeld waarbij NN-man aangaf ‘we hebben iets daar achter dat hard rijdt, wat hard op en neer rijdt’. [Medeverdachte 1] vraagt waar ze zijn, NN-man zegt ‘we zijn hier….(…)’ [medeverdachte 1] zegt dat hij moet wachten totdat het nacht is en de ‘bro’ moeten ophalen. [Medeverdachte 1] herhaalde meerdere keren te wachten op de nacht (TPN 416).
Om respectievelijk 16:01 uur, 17:10 uur, 17:11 uur, 17.42 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door NN-man en vinden gesprekken plaats.
Om 17:42 uur werd [medeverdachte 1] gebeld. NN-man zegt dat het stil is. [Medeverdachte] zegt om de kans te grijpen om rustig te komen, want het is nog vroeg en de zon is nog op. [Medeverdachte 1] zegt dat het een beetje waait en dat het een beetje bewolkt is (IMEI TPN 543).
Om respectievelijk 18:15 uur, 18:43 uur, 19:02 uur, 19.19 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door NN-man en vinden gesprekken plaats waarbij [medeverdachte 1] telkens antwoordt dat alles goed is.
Om 19:20 uur werd [medeverdachte 1] gebeld waarbij hij zegt dat hij naar ‘posso uno’ gaat en daar in afwachting zal zijn voor oom. Ook zegt hij ‘de vrouw zal aan de neef vragen hoe het zit en dan dat hij… de andere zal aan mij vragen.. (…) en iedereen die in de ‘caritta’ zitten, zodat zij zal zeggen alles goed is, zodat je dat weet’. NN-man zegt ‘ja is goed, doe maar’ (TPN 431).
Om 19:39 uur werd [medeverdachte 1] gebeld waarbij NN-man aangeeft dat hij dichtbij is, dichtbij de neef (TPN 432).
Om 20.06 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] gebeld en dit keer nam een vrouw de telefoon op. Haar stem werd herkend als de partner van [medeverdachte 1], namelijk [verdachte 1]. NN-man vraagt aan haar wat de neef (
het Gerecht begrijpt: verdachte [medeverdachte 1])zegt. Zij antwoordde ‘ alles goed, alles goed’ en herhaalde dat nogmaals (TPN 433).
Om 20:52 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man zegt om tegen het neefje te zeggen dat hij (NN-man) al aan het kruizen is daarheen om het paard te brengen dat de neef door laat. [Verdachte 1] zegt ‘ok ok klaar, klaar’ en dat zij het aan hem gaat zeggen (TPN 434).
Om 20:53 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man vraagt hoe het daar gaat. [Verdachte 1] antwoordt ‘goed, goed, goed’ en dat zij met hem (neefje) aan het communiceren is en het bericht van de NN-man door te geven (TPN 435).
Om 20:55 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] gebeld door de NN-man. Tijdens dat gesprek zei NN-man tegen [verdachte 1]: "Zeg hem dat aan de voorkant is er een rode licht... een rode licht om ze mij te zeggen wat het daar is". [Verdachte 1] antwoordde daarop met: "Ik ga. Nu zeg ik. Nu zeg ik" (TPN 557).
Om 21:28 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man vraagt of alles goed is en hoe het gaat. [Verdachte 1] antwoordt dat alles goed is en dat alles rustig is (TPN 441).
Om 22:05 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] werd door de NN-man waarbij de NN-man vraagt hoe het gaat. [Verdachte 1] antwoordt dat alles rustig hier is en vraagt waar hij nu is. De NN-man zegt vervolgens dat hij nu halverwege is van "cora''', maar dat er zich iets in de lucht bevindt. [Verdachte 1] vraagt ‘in de lucht’, zegt dat zij het gaat vragen en vraagt aan hem om in vijf minuten terug te bellen (TPN 443).
Om 22:08 uur belde het nummer [telefoonnummer 2] igb [verdachte 1] met het nummer [telefoonnummer 4] igb een NN-man. [Verdachte 1] vraagt hoe het er daar uitziet en dat [betrokkene 4] zegt (o.a.) dat hij iets ziet. NN-man antwoordt: 'bij het platform?'. Zij lijkt bevestigend te reageren met 'aha'. NN-man reageerde dat hij niets wist, daar komt maar een patrouille daar bij de vuurtoren. Zij reageerde met 'aha, goed dan'. Daarna kwam [medeverdachte 1] aan de telefoon waarbij hij zegt: "Ja ja alles goed, blijf maar kijken' (TPN 446).
Op 26 augustus 2024 werd de verdachte [medeverdachte 1] aangehouden. Tijdens zijn aanhouding werd gezien dat hij een telefoon kapot gooide. Deze telefoon werd onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat de simkaart in die telefoon bij het telefoonnummer [telefoonnummer 2] hoort.
6. Deverklaring van de verdachte, van 7 augustus 2025, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik op 25 augustus 2024 de telefoon van mijn partner [medeverdachte 1] heb overgenomen. Ik heb berichten aangenomen en heb die aan [medeverdachte 1] doorgegeven en vice versa. Daarbij heb ik inderdaad ook het bericht doorgegeven dat de man al aan het kruizen is om daar te gaan om het ‘paard’ te brengen.
Ik kan me herinneren dat ik aan [medeverdachte 1] moest doorgeven dat er een rood licht zat aan de voorkant.
Het spraakbericht over het rode licht heb ik gestuurd aan [medeverdachte 2].
Het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 3] is mijn nummer.
7. Een proces-verbaal d.d. 13 september 2024, (DUO 1.0, bijlage 15), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Er werd een Whatsapp gesprek van 25 augustus 2024 tussen de verdachte [verdachte 2] met “[verdachte 1]” met het nummer
[telefoonnummer 3]aangetroffen ” (
het Gerecht begrijpt gelet op haar eigen verklaring over het nummer [telefoonnummer 3]: verdachte [verdachte 1]). Het gesprek gaat als volgt:
25 augustus 2024:
Bericht van [verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:22:59 uur: Wees je bewust van wat bewegingen.
Bericht van [verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:23:01 uur: Dat is het want ik ben hier aan de telefoon, [betrokkene 1] schrijft me aan de ene kant en [betrokkene 4] belt me aan de andere kant, ik ga dus niet zo de deur uit, want autorijden met de telefoon is nu moeilijk.
Bericht van [verdachte 2] aan [verdachte 1] om 22:26:06 uur: [betrokkene 2], alles is rustig. Er is niets daar. Noch in de lucht, noch op straat. De straat is rustig.
Bericht van [verdachte 2] aan [verdachte 1] om 22:49:38 uur: Zeg me, zeg me, wat is er gebeurd?
Bericht van [verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:49:50 uur: [betrokkene 1] dat je goed in de gaten houdt of je drones of iets anders in de lucht ziet.
Bericht van [verdachte 2] aan [verdachte 1] om 22:50:47 uur: [Verdachte 1], ik heb een tijdje hier buiten. Alles ziet er goed uit, ik zie niets in de lucht, er is niets te zien, nu in het westen lijkt op wolken omdat er behoorlijk wat mist hangt. Hier is alle rustig. Ik ga daar bij de rotonde. Om te kijken welke beweging er is, of er auto’s zijn. In de lucht is alles prima, ik zie geen licht van hier.
Bericht van [verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:51:52 uur: Nou ja, het is goed dan. Laat het me weten als je iets ziet. Ik wacht hier.
Bericht van [verdachte 2] aan [verdachte 1] om 22:53:44 uur: Ja is goed, doe maar. Weet je wat ik je wou vragen (…) waar ze het concert van [betrokkene 3] plaatsvond, daar is het veilig om te parkeren (…) vanaf daar kan je naar beneden zien. (…) Dat ziet er erg bewolkt uit, je kunt niets zien, zodat het daar kan worden aangenomen.
Bericht van [verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:55:08 uur: Ja ik begrijp je, daar zijn ze in afwachting. Er is een boot in het water. Maar het vaart beetje bij beetje, het is daar bij de noordkant (…) Kijken en wachten tot [betrokkene 1] ons weer zou schrijven, om te zien.
Bewijsoverwegingen
Het Gerecht stelt op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen verdovende middelen
In de nacht van 25 op 26 augustus 2024 werd een boot onderschept in de territoriale wateren van Aruba, komend vanuit Venezuela. Er werden door de kustwacht vijf verdachten aangehouden en 22 balen verdovende middelen aangetroffen. Het blijkt te gaan om in totaal 629 kilogram marihuana en 63 kilogram cocaïne. Ook werd er een satelliettelefoon aangetroffen.
Rol verdachte
Uit onderzoek naar de aangetroffen satelliettelefoon blijkt dat dit nummer in nauw contact stond met het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 1], de partner van verdachte [verdachte 1]. Er is in de periode rondom de komst van de boot zeer veel onderling contact tussen het telefoonnummer van [medeverdachte 1] en diens oom ‘[oom van verdachte]’, die aan boord van de bedoelde boot was. Op een belangrijk moment in die periode, vlak voor de aanlanding, wordt de communicatie overgenomen door verdachte [verdachte 1], die essentiële berichten en aanwijzingen doorgeeft van de man op de boot met verdovende middelen aan medeverdachte [medeverdachte 1], die de boot veilig en ongezien aan land probeert te halen en vice versa. Er wordt in die gesprekken met verdachte [verdachte 1] in versluierde taal gesproken over ‘daarheen kruizen om het paard te brengen’, over een rood licht dat wordt gezien en over dat de man halverwege "cora'' is en dat er zich iets in de lucht bevindt. Ook wordt in Whatsappcontact van diezelfde avond tussen de verdachte [verdachte 1] en een medeverdachte [verdachte 2], die kennelijk op de uitkijk staat, gesproken over of het veilig/rustig is op straat, gezegd door verdachte [verdachte 1] dat hij, [verdachte 2], goed in de gaten moet houden of hij drones of iets anders in de lucht ziet, opgemerkt dat een boot in het water wordt verwacht aan de noordkant, en gesproken over een plek waar mogelijk ongezien iets ‘kan worden aangenomen’.
Het Gerecht stelt op grond van het voorgaande vast dat de verdachte, blijkens de bewijsmiddelen, een belangrijke en essentiële schakel was bij de invoer van de verdovende middelen. Immers was zij op een zeer belangrijk moment verantwoordelijk voor de informatie-uitwisseling tussen de persoon op de boot en de personen die aan land moesten zorgen voor een veilige aanlanding van de partij verdovende middelen. Naar oordeel van het gericht is dit wezenlijke en significatie bijdrage geweest en dient de verdachte [verdachte 1] als medepleger te worden aangemerkt.
Wetenschap bij verdachte dat het ging om verdovende middelen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken nu zij niet wist en ook niet kon hebben geweten dat er zich verdovende middelen in het vaartuig bevonden. Naar de mening van de raadsvrouw ontbreekt de opzet, ook in voorwaardelijke zin.
Het Gerecht stelt vast dat uit de tap- en chatgesprekken zodanig versluierd taalgebruik naar voren komt, dat het zeer onaannemelijk is dat dit enkel ging om illegaal vervoer van personen. Zo wordt er die bewuste avond gesproken over een ‘paard’ dat wordt gebracht en dat moet worden doorgelaten en wordt ook in het kader van de plek van aankomst tussen de verdachte [verdachte 1] en een (in de zaak DUO reeds onherroepelijk veroordeelde) medeverdachte gesproken over het ‘aannemen’ ‘ervan’, hetgeen duidelijk niet duidt op personen maar op voorwerpen. Dit in combinatie met het feit dat werd gesproken in versluierde taal, maakt dat het Gerecht tot de conclusie komt dat het niet anders kan dan dat verdachte wist dat dit (ook) invoer van verdovende middelen betrof. Daar komt nog bij dat uit de reacties die [verdachte 1] telkens geeft in de contacten, blijkt dat ze precies weet waar het over gaat, dat zij het belang ziet van vlotte informatieoverdracht en dat zij nauw betrokken is bij het gebeuren.
Hier staat de eigen verklaring van de verdachte [verdachte 1] tegenover. Aanvankelijk verklaart zij – kort gezegd - dat ze van niets wist (van illegale activiteiten) en enkel berichten op verzoek van [medeverdachte 1] doorgaf, zonder te weten of door te vragen waar het over ging. Later verklaart dat ze dat ze er vanuit ging dat dit enkel over het illegaal invoeren van personen/familieleden ging, en dat zij geen wetenschap had van verdovende middelen.
Gelet op hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen acht het Gerecht de (wisselende) verklaring van de verdachte, kort gezegd inhoudende dat zij niet wist dat het om verdovende middelen ging, volstrekt ongeloofwaardig. Het Gerecht wijst er in dit verband ook op dat de medeverdachte [medeverdachte 1], de partner van verdachte [verdachte 1] met wie ze samenwoonde en de vader van haar vierjarige kind, nog maar enkele jaren daarvoor - samen met dezelfde medeverdachte [medeverdachte 2] - onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor een soortgelijk feit, met dezelfde modus operandi, te weten het invoeren van verdovende middelen met gebruik van een boot.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien brengt het Gerecht tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte wist dat het hier ging om invoer van verdovende middelen en dat zij daar met haar handelen in belangrijke mate aan bijdroeg. Daarmee heeft zij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk invoeren van marihuana en cocaïne op 25 tot en met 26 augustus 2024.
De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:

De eendaadse samenloop van:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen,

en

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Strafmotivering
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan invoer van een grote hoeveelheid verdovende middelen. Van verdovende middelen is algemeen bekend dat deze verslavend werken en voor de gezondheid van gebruikers daarvan zeer schadelijk zijn. De ingevoerde hoeveelheid is dermate groot dat deze partijen bestemd moeten zijn geweest voor de verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in verdovende middelen gaat gepaard met veel andere vormen van (zware) criminaliteit en vormt dus een groot maatschappelijk probleem. De verdachte heeft met haar handelen hieraan bijgedragen. Daarnaast bezorgt invoer van drugs het eiland een slechte naam en de bestrijding ervan brengt hoge kosten met zich.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
In het voordeel van de verdachte houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte blijkens een haar betreffend uittreksel van het justitieel documentatieregister d.d. 5 april 2025, niet eerder onherroepelijk voor soortgelijke of andersoortige strafbare feiten is veroordeeld. Ook houdt het Gerecht in strafmatigende zin rekening met het feit dat de bijdrage van verdachte aan de feiten in een relatief korte periode heeft plaatsgevonden.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Beslag
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht gelast de teruggave aan de rechthebbende van de nog niet teruggegeven de in beslag genomen geldbedragen van USD 23,- en Afl. 921,75, een mobiele telefoon merk Iphone (wit) en een zwarte tas met inhoud. Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de rechthebbende van deze voorwerpen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:123, 1:133, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, en de artikelen 3, 4 en 11 van de Landsverordening verdovende middelen, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING:

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
drie (3) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
gelast de teruggave aan de rechthebbendevan de nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst vermeldt onder A, B en C:
  • geldbedrag van USD 23,- en Afl. 921,75;
  • een mobiele telefoon merk Iphone (wit);
  • een zwarte tas met inhoud.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. T.C. Henniphof, bijgestaan door
mr. J. van der Vegte, (zittingsgriffier), en op 28 augustus 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Unit Georganiseerde Criminaliteit) d.d. 29 oktober 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer A-20/24 en de onderzoeknaam “DUO 1.0, Interceptie 25/26 augustus 2024” en onderzoek “zaaksdossier DUO 2”, d.d. 6 februari 2025.