ECLI:NL:OGEAA:2025:246

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
706 van 2024
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor invoer van grote hoeveelheden verdovende middelen in Aruba

In de zaak tegen verdachte [Verdachte 1], geboren in 1991 en thans gedetineerd in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren voor het opzettelijk invoeren van grote hoeveelheden verdovende middelen, waaronder 63 kilo cocaïne en 629 kilo hennep. De zaak kwam aan het licht na een interceptie van een boot die vanuit Venezuela naar Aruba voer, waarbij de Kustwacht 22 balen met verdovende middelen aantrof. Tijdens de rechtszaak heeft de officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, de veroordeling van de verdachte geëist, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.M. Canwood, pleitte voor vrijspraak. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte een coördinerende rol had gespeeld in de invoer van de verdovende middelen, wat blijkt uit tapgesprekken en aantekeningen in een notitieboekje. De verdachte heeft ontkend te weten dat er verdovende middelen aan boord waren, maar het Gerecht achtte deze verklaring ongeloofwaardig. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat meegewogen is in de strafmaat. Het Gerecht heeft de in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard en de teruggave van andere voorwerpen gelast.

Uitspraak

Parketnummer: P-2024/01869
Zaaknummer: 706 van 2024
Uitspraak: 28 augustus 2025 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte 1],

geboren op [geboortedatum] 1991 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], op het adres [adres],
thans gedetineerd in het [detentieplaats] in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op diverse data. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 7 augustus 2025. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.M. Canwood, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van voorarrest. Haar vordering behelst voorts:
- de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen cocaïne en hennep en de voorwerpen op de beslaglijst onder:
o A: 1 zak met kruiden, vermoedelijk marihuana;
o E: 1 etui met kruiden, vermoedelijk marihuana.
- de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen op de beslaglijst onder:
o A: GPS tracker
o B: Walkie Talkie Set
o C: geldbedrag van USD 20,- en AWG 1.410,-, 1 notitieboek zwart en
1 notitieboek roze.
o D: Mobiele telefoon merk Iphone (rood).
- de teruggave aan de rechthebbende van de in beslag genomen voorwerpen op de beslaglijst onder:
o A. telefoon Samsung SM-A057F (blauw/zwart);
o E. een motorvoertuig, Honda Fit, rood, kenteken [kenteken].
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Subsidiair heeft de raadsvrouw een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:

Onderzoek DUO:

1.
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden:
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren en/of
het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken
en/of vervoeren,
van ongeveer
63 kilo cocaïne,althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
- ( (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats 1] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen;
2.
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
Subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen
leiden:
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren, en/of
het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken en/of vervoeren,
van ongeveer
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende
middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
  • (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats 1] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen;

Onderzoek URI

3.
dat hij op of omstreeks 9 juli 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
7 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne,
althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende
middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heat gehad;
4.
dat hij op of omstreeks 9 juli 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
693 kilo hennep, althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1.
dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
2.
dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
3.
dat hij op of omstreeks 9 juli 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
7 kilo cocaïne,
althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heat gehad;
4.
dat hij op of omstreeks 9 juli 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
693 kilo hennep,
althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 4), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisanten,zakelijk weergegeven:
Op 25 augustus 2024, omstreeks 22:15 uur werd een verdacht radarcontact geïntercepteerd. Het vaartuig kwam vanaf ‘Peninsula Venezuela’, dus buiten de territoriale wateren van Aruba. Om 22.15 uur bevond het zich binnen de territoriale wateren van Aruba.
Omstreeks 00:00 uur op 26 augustus 2024 werd het vaartuig onderschept. De vijf opvarenden werden aangehouden.
Kort na de interceptie werden 22 drugsbalen in de omgeving van de interceptie aangetroffen en in beslag genomen. Naast de drugsbalen dreef er een plastic container met daarin een satelliettelefoon. Ook deze werd in beslag genomen voor verder onderzoek.
2. Een proces-verbaal van bevindingen “beschrijving, wegen, testen en verzenden monsters” d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 8), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024, werd een onderzoek verricht op de inhoud en samenstelling van de 22 inbeslaggenomen balen. De balen, inhoudende pakketten, werden afzonderlijk op een geijkte fijnweger gewogen.
Het totaal gewicht van de 1074 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden bedroeg 629 kilogram.
Het totaal gewicht van de 55 pakketten inhoudende cocaïne gelijkende substantie bedroeg 63 kilogram.
Vervolgens werd vanuit 39 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden monsters genomen en gedaan in 39 afzonderlijke potjes. Vanuit 5 pakketten inhoudende wit op cocaïne gelijkende substantie werden monsters genomen en gedaan in 5 afzonderlijke potjes.
De 44 potjes (monsters) zullen verzonden worden naar de gerechtelijk deskundige (toxicoloog) [toxicoloog], met het verzoek om na te gaan of de inhoud van deze potjes onder de bepalingen van de Landsverordening Verdovende Middelen valt.
3. Een geschrift, te weten eenrapport van het Bureau Forensisch Technische Onderzoeken, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door drs. [toxicoloog] Toxicoloog (DUO 1.0, bijlage 9), ten aanzien van voornoemde monsters, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De onderzochte monsters inhoudende marihuana gelijkende kruiden bevatten thc.
De onderzochte monsters inhoudende op cocaïne gelijkende substantie bevatten cocaïne.
4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 6), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024 werd door de Kustwacht de inbeslaggenomen satelliettelefoon aan het onderzoeksteam overgedragen ten behoeve van het onderzoek. De satelliettelefoon werd geopend en ik zag dat er een simkaart in het toestel zat. Het IMSI-nummer van die simkaart was [IMSI-nummer]. Uit onderzoek bleek dat het bijbehorende telefoonnummer [telefoonnummer 1] was.
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 1, nr, 2408271937.AMB, met als bijlagen detapgesprekken), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 14 augustus 2024 werd een nieuw nummer in gebruik genomen in het toestel met IMEI-nummer [IMEI-nummer], namelijk het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Van dit IMEI-nummer werd de communicatie opgenomen.
Op 18 augustus 2024 te 12.01 uur werd een gesprek onderschept tussen het getapte nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer 1]. Middels stemherkenning werd vastgesteld dat [verdachte 1] de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 2] was.
Vervolgens vonden er op 20 augustus 2024 en 21 augustus 2024 diverse telefoongesprekken plaats tussen voormeld nummer van [verdachte 1] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer 1]. Daaruit bleek dat er vermoedelijk getracht werd een oversteek te maken vanuit Zuid-Amerika naar Aruba. Uit de gesprekken bleek echter dat men mogelijk een boot had gezien en was teruggekeerd.
Tussen 25 augustus 2024 7:39 uur en 22:08 uur vonden diverse gesprekken plaats tussen het nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer 1]. Uit deze gesprekken bleek dat men een poging waagde om in de richting van Aruba te komen.
De volgende contacten vonden op 25 augustus 2024 plaats tussen het nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer 1] (NN-man):
Om 7:39 werd [telefoonnummer 2] gebeld door de satelliettelefoon. [Verdachte 1] zegt daarin ‘doe maar, het is goed’ (TPN 412).
Om 10:56 uur werd [verdachte 1] gebeld. NN-man gaf aan dat als de jongens niet vertrokken zijn dat zij vier ‘bougies’ moesten kopen omdat het apparaat al een bougie verband had. [Verdachte 1] zegt in dat gesprek ‘doe maar, doe maar dan, doe maar’ (TPN 413).
Om 14.09 uur werd [verdachte 1] gebeld waar NN-man aangaf ‘ik ben boven de plata’. [Verdachte 1] reageerde met ‘alles goed, alles goed’ (TPN 414)
Om 15:48 uur werd [verdachte 1] gebeld waarbij NN-man aangaf ‘we hebben iets daar achter dat hard rijdt, wat hard op en neer rijdt’. [Verdachte 1] vraagt waar ze zijn, NN-man zegt ‘we zijn hier….(…)’ [verdachte 1] zegt dat hij moet wachten totdat het nacht is en de ‘bro’ moeten ophalen. [Verdachte 1] herhaalde meerdere keren te wachten op de nacht (TPN 416).
Om respectievelijk 16:01 uur, 17:10 uur, 17:11 uur, 17.42 uur wordt [verdachte 1] gebeld door NN-man en vinden gesprekken plaats.
Om 17:42 uur werd [verdachte 1] gebeld. NN-man zegt dat het stil is. [Verdachte 1] zegt om de kans te grijpen om rustig te komen, want het is nog vroeg en de zon is nog op. [Verdachte 1] zegt dat het een beetje waait en dat het een beetje bewolkt is (IMEI TPN 543).
Om respectievelijk 18:15 uur, 18:43 uur, 19:02 uur, 19.19 uur wordt [verdachte 1] gebeld door NN-man en vinden gesprekken plaats waarbij [verdachte 1] telkens antwoordt dat alles goed is.
Om 19:20 uur werd [verdachte 1] gebeld waarbij hij zegt dat hij naar ‘posso uno’ gaat en daar in afwachting zal zijn voor oom. Ook zegt hij ‘de vrouw zal aan de neef vragen hoe het zit en dan dat hij… de andere zal aan mij vragen.. (…) en iedereen die in de ‘caritta’ zitten, zodat zij zal zeggen alles goed is, zodat je dat weet’. NN-man zegt ‘ja is goed, doe maar’ (TPN 431).
Om 19:39 uur werd [verdachte 1] gebeld waarbij NN-man aangeeft dat hij dichtbij is, dichtbij de neef (TPN 432).
Om 20.06 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] gebeld en dit keer nam een vrouw de telefoon op. Haar stem werd herkend als de partner van [verdachte 1], namelijk [medeverdachte 1]. NN-man vraagt aan haar wat de neef (
het Gerecht begrijpt: verdachte [verdachte 1])zegt. Zij antwoordde ‘alles goed, alles goed’ en herhaalde dat nogmaals (TPN 433).
Om 20:52 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man zegt om tegen het neefje te zeggen dat hij (NN-man) al aan het kruizen is daarheen om het paard te brengen dat de neef door laat. [Medeverdachte 1] zegt ‘ok ok klaar, klaar’ en dat zij het aan hem gaat zeggen (TPN 434).
Om 20:53 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man vraagt hoe het daar gaat. [Medeverdachte 1] antwoordt ‘goed, goed, goed’ en dat zij met hem (neefje) aan het communiceren is en het bericht van de NN-man door te geven (TPN 435).
Om 20:55 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte 1] gebeld door de NN-man. Tijdens dat gesprek zei NN-man tegen [medeverdachte 1]: "Zeg hem dat aan de voorkant is er een rode licht... een rode licht om ze mij te zeggen wat het daar is". [Medeverdachte 1] antwoordde daarop met: "Ik ga. Nu zeg ik. Nu zeg ik" (TPN 557).
Om 21:28 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte 1] gebeld door de NN-man waarbij de NN-man vraagt of alles goed is en hoe het gaat. [Medeverdachte 1] antwoordt dat alles goed is en dat alles rustig is (TPN 441).
Om 22:05 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte] werd door de NN-man waarbij de NN-man vraagt hoe het gaat. [Medeverdachte 1] antwoord dat alles rustig hier is en vraagt waar hij nu is. De NN-man zegt vervolgens dat hij nu halverwege is van "cora''', maar dat er zich iets in de lucht bevindt. [Medeverdachte 1] vraagt ‘in de lucht’, zegt dat zij het gaat vragen en vraagt aan hem om in vijf minuten terug te bellen (TPN 443).
Om 22:08 uur belde het nummer [telefoonnummer 2] igb [medeverdachte 1] met het nummer [telefoonnummer 3] igb een NN-man. [Medeverdachte 1] vraagt hoe het er daar uitziet en dat [medeverdachte 3] zegt (o.a.) dat hij iets ziet. NN-man antwoordt: 'bij het platform?'. Zij lijkt bevestigend te reageren met 'aha'. NN-man reageerde dat hij niets wist, daar komt maar een patrouille daar bij de vuurtoren. Zij reageerde met 'aha, goed dan'. Daarna kwam [verdachte 1] aan de telefoon waarbij hij zegt: "Ja ja alles goed, blijf maar kijken' (TPN 446).
Op 26 augustus 2024 werd de verdachte [verdachte 1] aangehouden. Tijdens zijn aanhouding werd gezien dat hij een telefoon kapot gooide. Deze telefoon werd onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat de simkaart in die telefoon bij het telefoonnummer [telefoonnummer 2] hoort.
6. Deverklaring van de verdachte, van 7 augustus 2025, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik herken mijn stem op de tapgesprekken die zijn gevoerd met het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Ik heb de gesprekken met de satelliettelefoon gevoerd met mijn oom [medeverdachte 3], die zich op dat moment in het bootje bevond dat vanuit Venezuela aankwam.
Het bericht over ‘posso uno’ betrof de plaats waar we hadden afgesproken. Ik was enkele dagen ervoor daar geweest om foto’s te nemen, om te laten zien waar het was voor mijn oom. Ik wilde hem laten zien wat er moest gebeuren.
Ik heb mijn telefoon die avond (25 augustus 2024) inderdaad aan mijn partner [medeverdachte 1] gegeven omdat daar heel weinig bereik was. Ik vroeg haar om me op de hoogte te houden van wat er aan de hand was. Zij gaf de berichten door, ook over het paard die de neef zou doorlaten. Met de neef bedoelde hij mij. Ik kan me voorstellen dat hij met ‘het paard’ bedoelde de lading, althans de boot, (Gerecht: verdachte gebruikte het woord ‘embarque’) die hij binnenbracht.
Ik had [medeverdachte 2] gevraagd om die avond op mij te wachten.
Het notitieboek waarin aantekeningen over Palmitas en Coco zijn aangetroffen is van mij.
7. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2025, met als bijlage een pagina uit eennotitieboek(DUO 2, ZD-01, map 2), voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking bij de woning van de verdachte [verdachte 1] en [medeverdachte 1] te [adres] werd een notitieboek (zwart) inbeslaggenomen. Als bijlage zijn notities uit dit notitieboek gevoegd.
pagina nr. 7:
8. Een proces-verbaal d.d. 21 maart 2024, (DUO 2, ZD-01, map 1, nr. 2403201320.AMB), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Uit het taponderzoek bleek dat het getapte telefoonnummer [telefoonnummer 4] contact had met een NN-man via een satelliettelefoon met nummer [satelliettelefoonnummer 2].
Op 18 maart 2024 te 03:26:38 werd een gesprek onderschept waarin NN-man (satelliettelefoon) zegt dat [verdachte 1] tegen hun moet zeggen om de lichten aan en uit te doen elke twee minuten, elke twee minuten. [Verdachte 1] antwoordt dat ze dat aan het doen zijn. [Verdachte 1] zegt vervolgens: ze zijn al daar op de plek, gooi, gooi, gooi de dingen.
Om 03:45 uur is er opnieuw contact. NN-man vraagt of ze al weg zijn. [Verdachte 1] vraagt: Hallo hebben ze al gegooid, al gegooid? NN-man zegt: ja, maar waar zijn de jongens? [Verdachte 1] antwoordt: ze hebben hun al gezien en ze zijn bij de kust aan het wachten, maak je geen zorgen.
9. Een proces-verbaal d.d. 30 november 2024, (DUO 1, map DUO PD nr. 2411301030.V) met bijlagen, voor zover inhoudende,als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
De verdachte kreeg de gelegenheid om tapgesprek TPN22 te luisteren, een gesprek tussen het aansluitingsnummer [telefoonnummer 4] en de satelliettelefoon met aansluitingsnummer [satelliettelefoonnummer 2]. Verdachte verklaart naar aanleiding van dat gesprek dat hij zijn eigen stem herkent en de stemmen van zijn vrouw [vrouw van verdachte 1] en van [medeverdachte 3] (medeverdachte [medeverdachte 3]). Verder verklaart hij dat hij [verdachte 1] wordt genoemd.
10. Een proces-verbaal d.d. 6 februari 2025, (DUO 2, ZD-01, map 1, nr. 2410221329.AMB) met bijlagen, voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant(pag. A11 e.v.), zakelijk weergegeven:
Op 3 augustus 2024 werd telefoonnummer 7407689 gebeld door de satelliettelefoon, nummer [satelliettelefoonnummer 1]. De stem van de gebruiker van nummer 7407689 werd herkend als zijnde de stem van [verdachte 1] ([verdachte 1]). [Verdachte 1] noemde de gebruiker van de satelliettelefoon ‘[oom van verdachte 1]’ (oom). [Oom van verdachte 1] zei dat ‘het’ te zwaar was, waarop [verdachte 1] antwoordde dat er te veel gewicht vooraan was geplaatst en dat deze naar achteren verplaatst moest worden. [Verdachte 1] zei dat ‘ze’ daar al aan het wachten waren. Tijdens het vierde gesprek zei [oom van verdachte 1] tegen [verdachte 1] dat er niemand daar was. [Verdachte 1] antwoordde dat hij [betrokkene 4] zou zeggen om terug te keren.
In de periode van 12 augustus en 13 augustus 2024 vonden er meerdere telefoongesprekken plaats tussen [verdachte 1] ‘[verdachte 1]’ en de gebruiker van de satelliettelefoon. Ook tijdens deze gesprekken werd de gebruiker van de satelliettelefoon ‘[oom van verdachte 1]’ genoemd door [verdachte 1] en andersom werd [verdachte 1] door [oom van verdachte 1] ‘[familierelatie]’ ([familierelatie]) genoemd.
Op 12 augustus 2024 om 17:12 uur zegt NN-man ([oom van verdachte 1]) aan [verdachte 1] dat hij met 7 waters voor het paard was overgebleven. [Verdachte 1] zei dat hij daar zou zijn. Vervolgens verzocht [verdachte 1] om bij het laatste langzamer te doen en dat hij weet hoe het gaat. NN-man verzocht om aan de jongens te zeggen waar ze zich op dat moment bevonden en om niet weg te gaan en nogmaals wat er nog over was, en [verdachte 1] vond het goed (TPN 93).
Op 12 augustus 2024 om 18:36 uur zegt NN-man tegen [verdachte 1] dat het water niet genoeg is om daar aan te komen. [Verdachte 1] zei tegen hem om zich geen zorgen te maken. [Verdachte 1] zei om rustig te blijven en dat hij het zal regelen met de vriend daar om twee te brengen en om op dezelfde plaats te wachten.
Op 12 augustus 2024 om 18:38 uur zegt [verdachte 1] tegen NN-man (onder andere) om rustig te doen en langzaam. Om de andere niet te gebruiken. NN-man zegt dat die beesten veel water aan het vreten waren. [Verdachte 1] zei om dan rustig mee te gaan en om maar met eentje te komen. NN-man ging ermee akkoord.
Op 12 augustus 2024 om 23:11 uur zegt NN-man tegen [verdachte 1] dat zij terug zullen keren, omdat daarboven veel van die beesten waren en dat het schip daar ook was verschenen. [Verdachte 1] zegt ‘goed’ en ‘wees oplettend’.
In de periode van 18 augustus tot en met 21 augustus 2024 vonden er meerdere telefoongesprekken plaats tussen [verdachte 1] ‘[verdachte 1]’ en de gebruiker van de satelliettelefoon.
Op 20 augustus 2024 te 21:29 uur zei de NN-man tegen [verdachte 1] dat de ‘Cayman’ buiten was en dat ze het rechtstreeks voor hun hadden gezien. Om 21: 34 uur zei de NN-man tegen [verdachte 1] om ‘[oom van verdachte 1]’ op te bellen en te zeggen scherp te blijven. [Verdachte 1] zei dat de man bij het hutje voorzien van lampen bij het strand was. NN-man zei ‘goed’ en dat ze onderweg waren. [Verdachte 1] zei ‘doe maar’ en om de ‘paarden’ niet veel water te geven.
Op 21 augustus 2024 om 00.38 uur zei NN-man tegen [verdachte 1] dat hij al onderweg naar beneden was bij ‘la plata’. [Verdachte 1] zei tegen NN-man om rustig te gaan en niet te veel water aan de geit te geven, zodat NN-man daar kan komen.
Op 21 augustus om 7:12 uur zegt NN-man tegen [verdachte 1] dat hij zal gaan omdat hij geen vervoer had, dat de andere achter zal blijven om de lading te beveiligen. [Verdachte 1] vraagt of hij de lading gedurende de dag zal bewaken, waarop NN-man antwoordde dat hij terug in de avond daar zal gaan. [Verdachte 1] ging daarmee akkoord.
11. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2024, (DUO 2, ZD-01, map 2, nr. 2410071300.AMB) met bijlagen, voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Na de aanhouding van [medeverdachte 2] werd de mobiele telefoon behorend aan [medeverdachte 2] in beslag genomen. Deze werd uitgelezen.
In de nacht/avond van 12 en 13 augustus 2024 heeft [medeverdachte 2] verschillende momenten telefonisch contact met een Colombiaans nummer, opgeslagen onder de naam ‘[medeverdachte 4]’. Dit betroffen oproepen, stemberichten en Whatapp-gesprekken. In die gesprekken herkende ik, verbalisant, de stem van de eigenaar van de telefoon als zijnde [medeverdachte 2] en de stem van ‘[medeverdachte 4]’ als de stem van [verdachte 1].
Op 12 augustus 2024 zijn (onder meer) de volgende berichten uitgewisseld:
Op 12 augustus 2024 08:59: stembericht van [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 2]: Daar sta jullie attent wachten op wat er bij de ingang komt, ik weet het niet, er beweegt niets daar.
Om 9:04 uur: stembericht van [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: Ja ja, alles is rustig.
Om 16:44 uur: stembericht van [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: Deze (…) roept mij , het bootje is terug gekomen, het Hollandse bootje.
Om 18:08: stembericht van [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: Hij vertelde me dat er een Cayman en een kleine drone, die hier ook rond zoemt.
Om 18:28 uur: stembericht van [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 2]: Ok goed man. Wat verklaart het jou dan?
Om 18:29 stembericht van [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: Ga snel om de jongen daar te redden. Ga de ingang in om de jongen te redden.
Om 20:03 uur: stembericht van [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 2]: Daar staan jullie om uit te kijken op wie dan ook bij de ingang komt.
Om 20:05 stembericht van [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: Alles rustig.
Op
25 en 26 augustus 2024zijn (onder meer) de volgende berichten uitgewisseld:
Chatbericht [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4]: ‘Ik heb de oom al gesproken. Hij is al op de hoogte. Hoe hij het moet geven’.
(…)
Chatbericht [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 2]: ‘Hij zegt dat hij het rode licht hier ziet’.
(…)
Chatberichten tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2]:
  • 26 augustus 2024 om 04:03 uur: [medeverdachte 4]: ‘niks van [oom van verdachte 1]?’
  • V.a. 04:03 uur: [medeverdachte 2]: ‘Niks (…). Hij belde niet meer. (…) Kut, het duurde wel’
  • 04:04 uur: [medeverdachte 4]: ‘Ja het is vreemd, want om 10 uur toen hij belde, zei ik hem dat hij me terug moest bellen en niets’.
12. Een proces-verbaal d.d. 13 september 2024, (DUO 1.0, bijlage 15), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Er werd een Whatsapp gesprek van 25 augustus 2024 tussen de verdachte [verdachte 2] met “[medeverdachte 1]” (het Gerecht begrijpt: de medeverdachte [medeverdachte 1]) met het nummer [telefoonnummer 5] aangetroffen. Het gesprek gaat als volgt:
Berichten van 25 augustus 2025:
Bericht van [vrouw van verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:22:59 uur: Wees je bewust van wat bewegingen.
Bericht van [vrouw van verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:23:01 uur: Dat is het want ik ben hier aan de telefoon, [verdachte 1] schrijft me aan de ene kant en [medeverdachte 3] belt me aan de andere kant, ik ga dus niet zo de deur uit, want autorijden met de telefoon is nu moeilijk.
Bericht van [verdachte 2] aan [vrouw van verdachte 1] om 22:26:06 uur: [betrokkene 1], alles is rustig. Er is niets daar. Noch in de lucht, noch op straat. De straat is rustig.
Bericht van [verdachte 2] aan [vrouw van verdachte 1] om 22:49:38 uur: Zeg me, zeg me, wat is er gebeurd?
Bericht van [vrouw van verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:49:50 uur: [verdachte 1] dat je goed in de gaten houdt of je drones of iets anders in de lucht ziet.
Bericht van [verdachte 2] aan [vrouw van verdachte 1] om 22:50:47 uur: [vrouw van verdachte 1], ik heb een tijdje hier buiten. Alles ziet er goed uit, ik zie niets in de lucht, er is niets te zien, nu in het westen lijkt op wolken omdat er behoorlijk wat mist hangt. Hier is alle rustig. Ik ga daar bij de rotonde. Om te kijken welke beweging er is, of er auto’s zijn. In de lucht is alles prima, ik zie geen licht van hier.
Bericht van [vrouw van verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:51:52 uur: Nou ja, het is goed dan. Laat het me weten als je iets ziet. Ik wacht hier.
Bericht van [verdachte 2] aan [vrouw van verdachte 1] om 22:53:44 uur: Ja is goed, doe maar. Weet je wat ik je wou vragen (…) waar ze het concert van [betrokkene 2] plaatsvond, daar is het veilig om te parkeren (…) vanaf daar kan je naar beneden zien. (…) Dat ziet er erg bewolkt uit, je kunt niets zien, zodat het daar kan worden aangenomen.
Bericht van [vrouw van verdachte 1] aan [verdachte 2] om 22:55:08 uur: Ja ik begrijp je, daar zijn ze in afwachting. Er is een boot in het water. Maar het vaart beetje bij beetje, het is daar bij de noordkant (…) Kijken en wachten tot [verdachte 1] ons weer zou schrijven, om te zien.
13. Een proces-verbaal van bevinding d.d. 11 juli 2024, (onderzoek URI, AMB 01), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 9 juli 2024 omstreeks 03:42 uur zag ik een verdacht radar contact welke op een afstand van ongeveer 0.6 nautische zeemijl uit de kust aan noordkant van Aruba was en welke koers had richting de inham genaamd ‘[plaats 2]’. Ik zag dat het van koers veranderde richting een inham bekend als ‘[plaats 3]’. Er werd meteen een patrouillevoertuig van de KPA naar [plaats 3] gestuurd. Omstreeks 04:05 uur meldde de radarkamer van KPA dat de patrouille een gestrand vaartuig had aangetroffen. Eén persoon was aangehouden en er waren grote pakketten vermoedelijk verdovende middelen in de omgeving van het gestrande vaartuig aangetroffen.
Op 9 juli 2024 omstreeks 6:48 uur, tijdens een controle aan boord van het gestrande vaartuig, trof ik een GPS aan, een satelliettelefoon, dit werd in bewaring genomen.
14. Een proces-verbaal d.d. 10 juli 2024, (onderzoek URI, AMB 03), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 9 juli 2024 ging ik ter plaatse bij de baai van [plaats 3]. Ik zag een boot die op rotsen in het water nabij de kustlijn lag. Verder zag ik een aantal balen op het strand nabij de boot. Op de rotsen nabij de zee tot aan de zandweg en de bosjes zag ik een groot aantal balen en enkele tassen liggen. De balen waren allemaal voorzien van omwikkeld touw, dat kennelijk gebruikt kan worden om de balen te dragen. Ik heb de boot en de grote hoeveelheid balen in beslag genomen. Een door een kustwachter aan mij overhandigde GPS en satelliettelefoon werden door mij ook in beslag genomen.
15. Een proces-verbaal d.d. 10 juli 2024, (onderzoek URI, AMB 07), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 9 juli 2024 werd een vaartuig onderschept bij de kust ‘[plaats 3]’, alwaar enkele balen werden aangetroffen en inbeslaggenomen. Hierbij werd één persoon ter plaatse aangehouden. Later in het struikgewas werden nog drie andere personen aangehouden.
De inbeslaggenomen balen en goederen zijn onderzocht. Aangetroffen werd een totaal gewicht aan marihuana gelijkende kruiden van 693 kg en een totaal gewicht aan cocaïne gelijkende witte substantie van 7 kg.
Vanuit elk volgnummer, inhoudende pakketten op cocaïne gelijkend witte substantie of bruin/groen op marihuana gelijkende kruiden, werden monsters genomen en in afzonderlijke potjes gedaan, met de nummers 1, 2A, 3, 4, 5, 6A, 6B en 7 tot en met 28, en worden verzonden naar de gerechtelijk deskundige toxicoloog [toxicoloog].
16. Een geschrift, te weten eenrapport van het Bureau Forensisch Technische Onderzoeken, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door drs. [toxicoloog] Toxicoloog op 10 juli 2024, (onderzoek URI, AMB 08), ten aanzien van voornoemde monsters, voor zover inhoudende – kort weergegeven -:
De onderzochte monsters onder kenmerk 2a en 6a bevatten cocaïne.
De onderzochte overige monsters bevatten thc.
17. Een proces-verbaal van bevinding d.d. 16 juli 2024, (onderzoek URI, AMB 15), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 9 juli 2024 werd een GPS en een satelliettelefoon aan boord van een gestrand vaartuig bij [plaats 3] aangetroffen. Ik heb voornoemde apparaten uitgelezen.

Uitlezing GPS:

In het menu bleek er 5 waypoints opgeslagen te zijn, waaronder:
1. “CORAL” : werd op 28 juni 2024 in GPS opgeslagen. Bijzonderheid positie: voornoemde positie valt aan de noordkust van Aruba in de nabijheid van de inham genaamd “[plaats 3]” , waar het vaartuig en de verdovende middelen werden aangetroffen.
In de GPS is waar te nemen dat deze gebruikt werd om de vaartocht te maken vanuit de kust van Colombia naar Venezuela, hierna vertrok de GPS richting het noorden van Aruba. Er is duidelijk te zien dat de GPS bij het benaderen van de kust een draai naar rechts maakte en richting het ingestelde waypoint ging onder de naam “CORAL”.

Uitlezing satelliettelefoon merk Iridium:

In het menu “My Phonebook” komen
vieropgeslagen nummers naar voren, waaronder het nummer
[telefoonnummer 6],met de naam “[betrokkene 3]”.
In het menu “call history” bleek dat het nummer
[telefoonnummer 6], opgeslagen als ‘[betrokkene 3]’, in totaal negen keer als laatst werd gebeld. Hieronder de datum en tijdstip van elk geplaatste oproep:
9 juli 2024, om 11:10 a.m.
9 juli 2024, om 10:47 a.m.
9 juli 2024, om 02:56 a.m.
9 juli 2024, om 02:55 a.m.
9 juli 2024, om 01:04 a.m.
9 juli 2024, om 01:03 a.m.
8 juli 2024, om 10:20 p.m.
juli 2024, om 02:12 p.m.
8 juli 2024, om 02:12 p.m.

18. Een proces-verbaal d.d. 12 december 2024, (DUO 1, map DUO PD nr. 2412120918.V) met bijlagen, voor zover inhoudende, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1], zakelijk weergegeven:

Als het nummer
[telefoonnummer 6]in mijn Iphone is opgeslagen onder de naam ‘[alias verdachte 1]’, dan is het nummer van [verdachte 1].
Bewijsoverwegingen
Het Gerecht stelt op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.

Ten aanzien van onderzoek DUO:

Aantreffen verdovende middelen
In de nacht van 25 op 26 augustus 2024 werd een boot onderschept in de territoriale wateren van Aruba, komend vanuit Venezuela. Er werden door de kustwacht vijf verdachten aangehouden en 22 balen verdovende middelen aangetroffen. Het blijkt te gaan om in totaal 629 kilogram marihuana en 63 kilogram cocaïne. Ook werd er een satelliettelefoon aangetroffen.
Rol verdachte
Uit onderzoek naar de aangetroffen satelliettelefoon blijkt dat dit nummer in nauw contact stond met het telefoonnummer van verdachte [verdachte 1], hetgeen hij zelf ook erkent. Er is in de periode rondom de komst van de boot zeer veel onderling contact tussen [verdachte 1] en zijn oom ‘[oom van verdachte 1]’, die aan boord van de bedoelde boot was. Uit de tapgesprekken blijkt dat de verdachte in die gesprekken op de hoogte wil blijven van de stand van zaken met de boot, instemt met voorstellen zoals het kopen van bougies, maar ook instructies geeft over wanneer ze moeten komen (ze moeten wachten op de nacht), en contact onderhoudt met degene die op de uitkijk staat. Ook blijkt uit Whatsappcontact tussen zijn partner [medeverdachte 1] en een medeverdachte die kennelijk op de uitkijk staat, dat verdachte degene is, met wie de zaken (zoals de plek van aankomst die nacht) afgestemd moeten worden.
Daarnaast stelt het Gerecht vast dat de verdachte in een notitieboekje aantekeningen heeft gemaakt die zien op de invoer van deze specifieke partij verdovende middelen en de percentages waar betrokkenen kennelijk aanspraak op maken. Gelet op het feit dat de daarin opgeschreven hoeveelheden (1136 ‘palmitas’ en 55 ‘coco’) vrijwel overeen komen met de aantallen pakketten verdovende middelen die zijn aangetroffen (1129 pakketten met marihuana en 55 pakketten met cocaïne, waarbij kan worden aangenomen dat er een zevental over boord gegooide pakketten marihuana niet zijn teruggevonden) acht het Gerecht aannemelijk dat met ‘coco’ wordt bedoeld cocaïne en met ‘palmitas’ marihuana. Verdachte hield daarmee dus tevens de boekhouding bij voor deze partij verdovende middelen. De verklaring van de verdachte dat het hier gaat om vissen en de verdeling van de vangst, acht het Gerecht, mede in het licht van de overige geschreven aantekeningen, ongeloofwaardig, nu ‘coco’ en ‘palmitas’ geen bekende, althans in deze omgeving veel voorkomende vissoorten betreffen en omdat het – in het geval dat het over visvangst en de verdeling daarvan zou gaan, zoals verdachte verklaart - bovendien zeer onaannemelijk is dat de vangst en de verdeling ervan maar twee soorten (zeldzame) vis zou betreffen. Immers, op die pagina – en ook op de rest van de gekopieerde pagina’s uit het notitieboek – staat geen enkele andere specifieke vissennaam.
Het Gerecht stelt op grond van het voorgaande vast dat de verdachte, blijkens de bewijsmiddelen, een belangrijke rol als coördinator heeft vervuld bij de invoer van de partij verdovende middelen, en daarmee als medepleger is aan te merken.
Wetenschap bij verdachte dat het ging om verdovende middelen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, nu de verdachte niet wist en ook niet kon hebben geweten dat er zich verdovende middelen in het vaartuig bevonden. Naar de mening van de raadsvrouw ontbreekt de opzet, ook in voorwaardelijke zin. De verdachte heeft immers verklaard dat hij zich niet met de invoer van verdovende middelen bezig hield, maar dat dit ging om de illegale invoer van personen. Hij zou familieleden ophalen die illegaal Aruba binnen wilden komen met de boot vanuit Venezuela. Hij was er niet van op de hoogte dat er verdovende middelen aanwezig waren op de boot.
Het Gerecht stelt vast dat in de tapgesprekken zodanig versluierd taalgebruik gebruikt wordt, dat het zeer onaannemelijk is dat dit enkel ging om illegaal vervoer van personen. Zo wordt er die bewuste avond gesproken over een ‘paard’ dat wordt gebracht. In dit verband acht het Gerecht bovendien ook de gesprekken van belang die zijn opgenomen onder bewijsmiddelen 8 tot en met 11. Hoewel de contacten zien op eerdere data, betreffen dit ook gesprekken die de verdachte heeft gevoerd met satelliettelefoons en belangrijke mededaders. Ook in die gesprekken wordt met dezelfde versluierde taal gecommuniceerd met betrekking tot de komst van een boot. Verdachte zegt daar onder meer om ‘niet te veel water aan de geit te geven’, en hem wordt gezegd dat iemand ‘met 7 water voor het paard was overgebleven’, over ‘beesten die veel water vreten’ en over een ‘Cayman’ die wordt gezien in combinatie met een drone, waarbij telkens in de reactie van de verdachte blijkt dat hij precies weet waar het over gaat. Op 18 maart 2024 – kennelijk bij aankomst bij de kust van Aruba – wordt gezegd ‘gooi de dingen’ en zijn er kennelijk daadwerkelijk dingen gegooid. Verder wordt er in gesprekken gesproken over het gewicht in de boot dat te zwaar is, waarbij de verdachte antwoordde dat er te veel gewicht vooraan was geplaatst en dat dit naar achteren verplaatst moest worden. Ook wordt op 21 augustus 2024 om 7:12 uur gesproken over het beveiligen van de ‘lading’, en wordt in het Whatsappcontact tussen de partner van verdachte en een andere medeverdachte op de bewuste avond van 25 augustus 2024 in het kader van de plek van aankomst gesproken over een goede plek waar ‘het‘ kan worden ‘aangenomen’. Dit alles duidt naar oordeel van het Gerecht niet op het vervoeren of invoeren van personen maar op voorwerpen, en - mede gezien de versluierde taal en het feit dat er daadwerkelijk verdovende middelen zijn aangetroffen – meer specifiek op verdovende middelen. Daar komt nog bij hetgeen hiervoor is overwogen omtrent het notitieboekje van de verdachte, waarin aantekeningen zijn opgenomen die gelinkt kunnen worden aan dit specifieke transport van marihuana en cocaïne in de nacht van 25 op 26 augustus 2024.
De verklaring van de verdachte dat zijn handelen enkel gericht was op de illegale invoer van familieleden is dan ook hoogst ongeloofwaardig. Het Gerecht wijst er in dit verband ook op dat de verdachte nog maar enkele jaren ervoor (samen met medeverdachte [medeverdachte 2]) onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor het invoeren van verdovende middelen met gebruik van een boot, waarover hij desgevraagd op de zitting overigens een onjuiste voorstelling van zaken gaf.
De bewijsmiddelen duiden er - in onderling verband en samenhang bezien - naar het oordeel van het Gerecht op dat in de onderhavige zaak sprake was van invoer van verdovende middelen, dat de verdachte daarvan op de hoogte was en dat hij zelfs een coördinerende rol in het geheel had. Dit maakt dat het Gerecht bewezen acht dat de verdachte vol opzet had op het invoeren van verdovende middelen en dat hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van het opzettelijk invoeren van cocaïne en marihuana. De verweren worden verworpen.

Ten aanzien van onderzoek URI:

Aantreffen verdovende middelen
In de vroege ochtend van 9 juli 2024 werd door de Kustwacht een boot gesignaleerd nabij de kust aan de noordkant van Aruba, die richting de inham ‘[plaats 3]’ voer. Er werd later in de baai van [plaats 3] een boot in het water nabij de kustlijn aangetroffen, alsmede een aantal balen op het strand nabij de boot. In de buurt zijn meerdere verdachten aangehouden. Ook werd een GPS en een satelliettelefoon aangetroffen. Uit de GPS bleek dat de boot een tocht vanuit Colombia langs Venezuela naar Aruba had gemaakt. De balen zijn onderzocht en het blijkt te gaan om in totaal 693 kilogram marihuana en 7 kilogram cocaïne.
Rol verdachte en wetenschap van verdovende middelen
Ook ten aanzien van onderzoek URI heeft de verdediging bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van invoer van verdovende middelen.
Het Gerecht overweegt hierover als volgt. Uit onderzoek naar de ter plaatse aangetroffen satelliettelefoon blijkt dat er maar vier nummers in de telefoon stonden waar contact mee was geweest, waaronder het telefoonnummer van verdachte [verdachte 1]. Dat nummer van verdachte stond in de satelliettelefoon opgeslagen onder de naam ‘[betrokkene 3]’. Juist met dit nummer van verdachte is in de namiddag van 8 juli 2024 tot en met de ochtend van 9 juli 2024 veelvuldig telefonisch contact geweest. Opvallend is verder dat in de satelliettelefoon een route was ingesteld richting ‘[betrokkene 3]’ en dat de locatie bij [plaats 3], waar de boot is aangetroffen, ook onder de naam ‘[betrokkene 3]’ was opgeslagen in de GPS.
Hoewel zich ten aanzien van dit specifieke drugstransport van 9 juli 2024 geen inhoudelijke tapgesprekken in het dossier bevinden, is het Gerecht van oordeel dat de gang van zaken bij de feiten 1 en 2 (DUO) enerzijds en de feiten 3 en 4 (URI) anderzijds op zodanige essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont, dat bij de bewijsconstructie ter zake van de feiten 3 en 4 gebruik gemaakt kan worden van schakelbewijs als het gaat om de rol van de verdachte bij dit transport en zijn opzet op het invoeren van verdovende middelen. Zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, heeft de verdachte zich niet alleen op 8 op 9 juli 2024 en 24 en 25 augustus 2024, maar ook op andere momenten in die periode, namelijk op 21 maart, 3, 12, 13, 20 en 21 augustus 2024, beziggehouden met contacten via een satelliettelefoon met personen waarmee door middel van versluierde taal wordt gecommuniceerd. Het gaat in die gevallen vrijwel steeds om een boot die moet aankomen, in het donker, op (niet gangbare) plekken aan de noordkustlijn van Aruba, en die niet gezien moet worden. Zoals hiervoor is overwogen, is gebleken dat de verdachte daarbij (telkens) een belangrijke coördinerende rol vervulde. Dit wordt ook ten aanzien van de aanlanding bij [plaats 3] bevestigd door het feit dat verdachte ook in deze zaak de spil blijkt met wie de personen in de boot veelvuldig contact onderhielden, en dat zijn telefoonnummer werd gekoppeld aan de naam van de plek van aanlanding in de GPS.
Hier staat de verklaring van de verdachte tegenover, inhoudende dat hij ook in dit geval enkel personen/familieleden zou ophalen en geen wetenschap had van verdovende middelen. Het Gerecht acht ook deze verklaring van verdachte volstrekt ongeloofwaardig en verwijst hier naar hetgeen hiervoor ten aanzien van onderzoek DUO is overwogen.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien brengt het Gerecht tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte wist dat het hier ging om invoer van verdovende middelen. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk invoeren van marihuana en cocaïne op of omstreeks 9 juli 2024.
De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde levert op:

De eendaadse samenloop van:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen,

en

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen,

meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Strafmotivering
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich meermaals samen met anderen schuldig gemaakt aan invoer van een grote hoeveelheid verdovende middelen. Van verdovende middelen is algemeen bekend dat deze verslavend werken en voor de gezondheid van gebruikers daarvan zeer schadelijk zijn. De ingevoerde hoeveelheden zijn dermate groot dat deze partijen bestemd moeten zijn geweest voor de verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in verdovende middelen gaat gepaard met veel andere vormen van (zware) criminaliteit en vormt dus een groot maatschappelijk probleem. De verdachte heeft met zijn handelen hieraan bijgedragen. Daarnaast bezorgt invoer van drugs het eiland een slechte naam en de bestrijding ervan brengt hoge kosten met zich.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Ten nadele van de verdachte houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel van het justitieel documentatieregister d.d. 5 april 2025, in Aruba reeds eerder onherroepelijk voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld, alsmede dat hij in de onderhavige zaak een grote en belangrijke rol vervulde.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Ter terechtzitting is door de raadsvrouw bepleit dat sprake is van een schending van de redelijke termijn, nu het bijna een jaar heeft geduurd voordat de strafzaak inhoudelijk is behandeld. Nu de zaak binnen twee jaar tot een eindvonnis is gekomen stelt het Gerecht vast dat de redelijke termijn niet is geschonden. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Beslag
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A: GPS tracker
  • C: 1 notitieboek zwart
  • D: Mobiele telefoon merk Iphone (rood).
Deze voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en zijn voorwerpen met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan of voorbereid.
Het Gerecht beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen alsmede de voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A: 1 zak met kruiden, vermoedelijk marihuana;
  • E: 1 etui met kruiden, vermoedelijk marihuana.
Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is in strijd met de wet en/of het algemeen belang.
Het Gerecht gelast de teruggave aan de rechthebbende van de nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A. telefoon Samsung SM-A057F (blauw/zwart);
  • B: Walkie Talkie Set
  • C: geldbedrag van USD 20,- en AWG 1.410,-, en 1 notitieboek roze.
  • E. een motorvoertuig, Honda Fit, rood, kenteken [kenteken].
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de rechthebbende van deze voorwerpen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:55, 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:76, 1:123, 1:133, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, en de artikelen 3, 4 en 11 van de Landsverordening verdovende middelen, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING:

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
zeven (7) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
verklaart verbeurdde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A: GPS tracker
  • C: 1 notitieboek zwart
  • D: Mobiele telefoon merk Iphone (rood).
beveelt de onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen alsmede de voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A: 1 zak met kruiden, vermoedelijk marihuana;
  • E: 1 etui met kruiden, vermoedelijk marihuana
gelast de teruggave aan de rechthebbendevan de nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A. telefoon Samsung SM-A057F (blauw/zwart);
  • B: Walkie Talkie Set
  • C: geldbedrag van USD 20,- en AWG 1.410,-, en 1 notitieboek roze.
  • E. een motorvoertuig, Honda Fit, rood, kenteken [kenteken].
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. T.C. Henniphof, bijgestaan door
mr. J. van der Vegte, (zittingsgriffier), en op 28 augustus 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Unit Georganiseerde Criminaliteit) d.d. 29 oktober 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer A-20/24 en de onderzoeknaam “DUO 1.0, Interceptie 25/26 augustus 2024”; onderzoek “zaaksdossier DUO 2”, d.d. 6 februari 2025, en onderzoek “URI” / “Urirama”, d.d. 25 september 2024.