ECLI:NL:OGEAA:2025:221

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
AUA202501649
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van een landsbesluit inzake deelname aan politieopleiding

Op 9 juli 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker, werkzaam als politieambtenaar, verzocht om schorsing van een landsbesluit dat hem de deelname aan de politieopleiding ontzegde. Dit besluit was genomen door de Gouverneur van Aruba in het kader van een schorsing van de verzoeker in zijn ambt, die voortvloeide uit een strafrechtelijke vervolging. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit landsbesluit en vroeg het gerecht om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn opleiding kon voortzetten.

Tijdens de zitting op 30 juni 2025 werd de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat. De verweerder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, had eerder stukken ingediend en schriftelijk vragen beantwoord. Het gerecht oordeelde dat er geen aanleiding was om een voorziening bij voorraad te treffen, omdat de verzoeker al online onderwijs had kunnen volgen en de korpsleiding zich inspande om hem te faciliteren. Het gerecht concludeerde dat de SKGO-training geen verplicht onderdeel van de opleiding was en dat er geen onredelijke gevolgen voor de verzoeker waren, waardoor het verzoek werd afgewezen.

De rechter, mr. B.J. van Ettekoven, sprak de beslissing uit ter openbare terechtzitting. Tegen deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 9 juli 2025
Gaza nr. AUA202501649

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad als bedoeld in artikel 94
van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La):

[Verzoeker],

wonend in Aruba,
VERZOEKER,
Gemachtigde: de advocaat mr. V.A.V. Carlo,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigden: mrs. T. Loopstok en Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).
Inleiding
1.1
Bij landsbesluit van 6 mei 2025 (het bestreden landsbesluit) heeft verweerder onder andere besloten dat verzoeker gedurende de periode van schorsing in zijn ambt als politieambtenaar niet kan deelnemen aan de politieopleiding.
1.2
Verzoeker heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt op 9 mei 2025. Hij heeft op 28 mei 2025 het gerecht verzocht om het bestreden landsbesluit te schorsen gedurende de bodemprocedure.
1.3
Verweerder heeft op 19 juni 2025 stukken bij het gerecht ingediend.
1.4
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 30 juni 2025. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
1.5
Op 7 juli 2025 heeft verweerder desgevraagd schriftelijk vragen beantwoord. Hierna is het onderzoek gesloten en is de uitspraak bepaald op vandaag.
Beoordeling
2.1
Het gerecht is van oordeel dat er geen aanleiding is om een voorziening bij voorraad te treffen. Het daartoe strekkende verzoek zal dan ook worden afgewezen.
2.2
Het gerecht legt hierna dit oordeel uit.
Wat is relevant om te weten?
3.1
Verzoeker is als ambtenaar werkzaam bij het Korps Politie Aruba (KPA) in de functie van agent 1ste klasse.
3.2
Op 10 februari 2025 is verzoeker de toegang tot de dienstlokalen, -gebouwen, terreinen, voer- en vaartuigen voor de duur van zes maanden ontzegd. De toegangsontzegging is met ingang van 26 maart 2025 met zes weken verlengd.
3.3
Bij het bestreden landsbesluit is besloten dat:
I. verzoeker in zijn ambt wordt geschorst voor de duur van de strafrechtelijke vervolging totdat er een einduitspraak is in de strafzaak en het bevoegd gezag een besluit genomen heeft over de disciplinaire strafoplegging;
II. mocht de strafvervolging stopgezet worden, onmiddellijk aansluitende op het einde van de schorsing, verzoeker in het belang van de dienst wordt geschorst;
III. de schorsing onder punt II zal duren tot op de dag waarop het bevoegd gezag een besluit heeft genomen omtrent de disciplinaire strafoplegging;
IV. het inkomen van verzoeker tijdens de schorsing, bedoeld in punt I, voor een derde deel wordt ingehouden zo lang de strafvervolging voortduurt;
V. verzoeker gedurende de schorsingsperiode onder punt I en II niet kan deelnemen aan de politieopleiding.
3.4
Het strafrechtelijk onderzoek is nog niet afgerond.
Wat vindt verzoeker?
4. Verzoeker kan zich niet verenigen met onderdeel V van het bestreden landsbesluit. Hij stelt dat verweerder het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden omdat het bestreden landsbesluit is genomen zonder voorafgaand kennis over zijn studievoortgang. Daarnaast stelt verzoeker dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hem geen toestemming is verleend om deel te nemen aan de politieopleiding. Hij moet nog een opdracht maken om zijn opleiding af te ronden. Het bestreden landsbesluit heeft onredelijke gevolgen voor hem. Hij zal zijn schooljaar missen en zijn opleiding niet kunnen afronden.
4.1
Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat hij een deel zijn opleiding digitaal heeft kunnen volgen. Hij heeft een positieve beoordeling gekregen van de resterende onderdelen, waaronder een online-presentatie. Wat nu nog moet gebeuren is dat hij de neerslag van zijn beoordelingsgesprek moet inleveren en dat de beoordeling van zijn online-presentatie nog moet worden ondertekend. Omdat hij niet op het terrein en in de gebouwen van de politieopleiding mag komen, lukt dat niet. Verder moet hij nog een SKGO-training volgen. Hij vraagt een voorziening te treffen zodanig dat hij voor 14 juli 2025 alle verplichte onderdelen kan hebben afgerond, zodat (ook) hij zijn diploma kan krijgen, waarna bevordering tot brigadier in het verschiet ligt.
Wat zegt verweerder?
5. Verweerder heeft aangegeven dat de korpsleiding verzoeker tegemoet heeft willen komen door hem in staat te stellen – ondanks de schorsing - online onderwijs te volgen. Verzoeker heeft nu alle onderdelen van de MBO-politieopleiding gevolgd. Wat nog moest gebeuren is dat nog enkele stukken moeten worden ondertekend en ingeleverd. Hiertoe is een afspraak 3 juli 2025. Het betreffende beoordelingsformulier voor de ‘Zuil Milieu’ is inmiddels ondertekend. Het beoordelingsformulier voor de afronding van de praktijkstage zal op 7 juli 2025 worden ondertekend. Wat betreft de SKGO-training heeft verweerder aangegeven dat die training geen verplicht onderdeel uitmaakt van de MBO-politieopleiding. Aan de cursisten wordt aangeboden die training te volgen, maar dat is niet noodzakelijk voor het behalen van het diploma.
Wat vindt het gerecht?
6.1
Het gerecht stelt vast dat partijen in gesprek zijn over een praktische oplossing om de noodzakelijke stukken te ondertekenen en tijdig in te leveren voor beoordeling door de examencommissie. Het gerecht constateert dat verweerder zich inspant dit tijdig te faciliteren. Verder wordt vastgesteld dat de SKGO-training geen verplicht onderdeel uitmaakt van de opleiding.
6.2
Gelet op deze stand van zaken ziet het gerecht geen aanleiding tot het treffen van een voorziening bij voorraad. Het verzoek daartoe wordt daarom afgewezen.
Beslissing
De rechter in dit gerecht:
- wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2025 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen de beslissing op het verzoek om een voorziening bij voorraad kan geen hoger beroep worden ingesteld.