Uitspraak
[eiser] en [eiseres],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de verkrijgende verjaring van twee percelen grond, kadastraal aangeduid als 2 D 17 en 2 D 19. De eiser, de Stichting Fundacion Herencia, is benoemd tot vereffenaar van de onbeheerde nalatenschappen van wijlen [eiser] en [eiseres]. De procedure begon met een rolbeschikking op 22 januari 2025, gevolgd door een comparitie van partijen op 16 mei 2025. Tijdens deze comparitie werd vastgesteld dat de belanghebbenden, [belanghebbende 1], [belanghebbende 2] en [belanghebbende 3], geen afstammelingen zijn van de gedaagden, maar van de eiser en eiseres.
De eiser vorderde een verklaring voor recht dat de onverdeelde aandelen in de percelen door verkrijgende verjaring toebehoren aan de nalatenschappen van [eiser] en [eiseres]. Het Gerecht oordeelde dat de percelen door verjaring zijn gaan behoren tot de nalatenschap van [eiser] en [eiseres], aangezien zij deze percelen onafgebroken in bezit hebben gehad. De rechter verklaarde dat de verkrijging van het eigendom door verjaring kan worden ingeschreven in de registers, zonder dat hiervoor een afzonderlijke beslissing nodig is.
Daarnaast vroeg Fundacion Herencia om goedkeuring van de verkoopprijs van de percelen, maar dit werd afgewezen omdat er geen wettelijke basis is voor het bindend bepalen van een verkoopprijs door de rechter. De rechter verleende wel een machtiging aan Fundacion Herencia om de nodige handelingen te verrichten voor de verkoop van de percelen. Het vonnis werd uitgesproken op 25 juni 2025 door mr. J. Brandt.