Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Verzoekster],
DE MINISTER VAN JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN,
17 juni 2018 met een toegestane verblijfsduur van 4 dagen en verblijft in Aruba zonder een geldige verblijfstitel sinds 11 augustus 2024.
Verzoekster woont samen met de beide kinderen en de vader van het oudste minderjarige kind samen in gezinsverband. Haar partner beschikt over een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Het oudste minderjarige kind beschikt over een (tijdelijke) verblijfsvergunning. Verzoekster heeft voorts ter zitting verklaard dat zij een arbeidsovereenkomst is aangegaan met Constanza Construction, dat dit bedrijf zich garant heeft gesteld voor haar en dat zij doende is een verblijfsvergunning voor arbeid in loondienst te verkrijgen.
Gelet hierop komt het gerecht tot het voorlopige oordeel dat de verwijdering van verzoekster tot een schending van artikel 8 van het EVRM zal leiden.