Uitspraak
1.[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1],
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die op 6 juni 2025 werd behandeld, hebben de huurders verzet aangetekend tegen een eerder verstekvonnis van 21 mei 2025, waarin zij waren veroordeeld tot ontruiming van hun woonruimte binnen 10 dagen. De huurders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D.L. Emerencia, vorderden vernietiging van het verstekvonnis en stelden een aantal eisen in reconventie, waaronder het opheffen van beslag op het salaris van de huurder en het verstrekken van documenten voor inschrijving op hun adres. De verhuurder, vertegenwoordigd door de advocaten mr. L.M. Leeuwe en mr. J.A. Saade, pleitte voor bevestiging van het verstekvonnis en afwijzing van de vorderingen in reconventie.
Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de huurders zich beroepen op gebreken in de woning en het niet functioneren van voorzieningen zoals de airconditioning en internet. Het Gerecht oordeelde echter dat de huurders niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun claims en dat hun opschorting van huurbetalingen niet proportioneel was ten opzichte van de gebreken. Het Gerecht bevestigde het verstekvonnis en wees de vorderingen van de huurders af, waarbij zij ook in de proceskosten werden veroordeeld.
In reconventie werden de vorderingen van de huurders eveneens afgewezen, omdat de verhuurder een opeisbare vordering had en de gevraagde documenten niet meer nodig waren. Het Gerecht oordeelde dat de huurders de in het ongelijk gestelde partij waren, maar begrootte de proceskosten op nihil, aangezien de werkzaamheden van de gemachtigde voor de reconventie niet meer waren dan die voor de conventie. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E.P. van Unen en is uitvoerbaar bij voorraad.