In deze zaak heeft appellant, wonend in Aruba, een beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister van Justitie en Sociale Zaken, die zijn verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) had afgewezen. Appellant had op 13 december 2022 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot een incident bij het Bureau Guarda Nos Costa (BGNC), waarbij twee vreemdelingen van brandstichting werden verdacht. Na het indienen van een bezwaar op 9 februari 2023, verklaarde de minister op 19 juli 2024 het bezwaar ongegrond en wees het verzoek af, met als argument dat de documenten privacygevoelige informatie bevatten en dat het verzoek onvoldoende duidelijk was.
Het gerecht heeft de zaak op 23 april 2025 behandeld, waarbij appellant in persoon verscheen en de minister werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. Het gerecht oordeelde dat de bestreden beslissing van de minister niet deugde, omdat de minister enerzijds stelde dat er geen documenten beschikbaar waren, maar anderzijds privacy als reden voor afwijzing aanvoerde. Het gerecht concludeerde dat de minister niet zorgvuldig had gehandeld door het bezwaarschrift niet voor te leggen aan de bezwaaradviescommissie en dat het verzoek onvoldoende was behandeld. Het gerecht vernietigde de bestreden beslissing en droeg de minister op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellant, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.