ECLI:NL:OGEAA:2025:17

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
AUA202404436 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over toegang tot bankrekeningen na overlijden echtgenoot

In deze zaak, die op 22 januari 2025 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de curatrice van [eiseres 2] een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] en Aruba Bank. De curatrice vorderde toegang tot de bankrekeningen van [eiseres 2], die geblokkeerd waren na het overlijden van haar echtgenoot. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 december 2024 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 januari 2025. Tijdens deze zitting werd duidelijk dat de curatrice wilde dat de bankrekeningen weer toegankelijk werden, zodat zij kon beschikken over het vermogen van [eiseres 2]. De gedaagden, [gedaagde] en Aruba Bank, voerden verweer en betwistten de spoedeisendheid van de vordering, maar het Gerecht oordeelde dat de curatrice voldoende spoedeisend belang had. Het Gerecht stelde vast dat de volmacht die [gedaagde] had van [eiseres 2] was vervallen na de ondercuratelestelling van [eiseres 2]. Het Gerecht oordeelde dat [gedaagde] moest meewerken aan het openen van een nieuwe bankrekening, zodat de curatrice toegang kreeg tot het geld van [eiseres 2]. Het vonnis bepaalde dat als [gedaagde] niet meewerkte, de uitspraak in de plaats zou treden van de benodigde handelingen. Aruba Bank werd ook verplicht om het saldo van de geblokkeerde rekeningen over te maken naar de nieuwe rekening.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 22 januari 2025
Behorend bij AUA202404436 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiseres 1], in haar hoedanigheid van curator van [eiseres 2],
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres 1] of de curatrice,
procederend in persoon,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
en
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 16 december 2024;
- de producties van [gedaagde], ingekomen op 8 januari 2024;
- de producties van Aruba Bank, ingekomen op 8 januari 2024.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 januari 2025. Daarop zijn verschenen:
- de curatrice, vergezeld door haar moeder;
- [ Gedaagde], bijgestaan door mr. Coffie;
- mevrouw [betrokkene] (legal analyst) namens Arubabank, bijgestaan door mr. Kock.
Alle partijen hebben het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen, die aan het dossier zijn toegevoegd. Daarnaast hebben partijen vragen van het Gerecht beantwoord en gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Mevrouw [eiseres 2] (hierna te noemen: [eiseres 2]) heeft in 2015 een bankrekening geopend bij Aruba Bank. Na opening van deze rekening stortte zij een bedrag van Afl. 300.000,- op deze rekening.
2.2
In juli 2015 heeft [eiseres 2] Aruba Bank verzocht om [echtgenoot van gedaagde] (de echtgenoot van [gedaagde], hierna: [echtgenoot van gedaagde]) toe te voegen aan de bankrekening om ervoor te zorgen dat hij over het banksaldo zou kunnen beschikken als [eiseres 2] dat zelf niet kon, bijvoorbeeld in geval van ziekte. Conform het beleid van de bank is naar aanleiding van dit verzoek een nieuwe bankrekening geopend op naam van [eiseres 2] en/of [echtgenoot van gedaagde]. Het saldo van (ongeveer) Afl. 300.000,- is overgemaakt op de nieuwe bankrekening.
2.3
Op 4 november 2021 heeft [eiseres 2] de Aruba Bank verzocht om [gedaagde] als beheerder van haar geld toe te voegen, waarna de Aruba Bank twee nieuwe bankrekeningen heeft geopend, dit keer op naam van [eiseres 2] en/of [echtgenoot van gedaagde] en/of [gedaagde]: een current account met rekeningnummer [rekeningnummer 1] en een savings account met nummer [rekeningnummer 2]. Het saldo van (ongeveer) Afl. 300.000,- is vervolgens naar de savings account overgemaakt. De en/of-rekeningen op naam van [eiseres 2] en [echtgenoot van gedaagde] zijn vervolgens opgeheven.
2.4
Op 7 april 2021 heeft [eiseres 2] een algehele volmacht afgegeven, waarin zij [gedaagde] en [eiseres 1] machtigt om haar in alle opzichten en op elk rechtsgebied te vertegenwoordigen.
2.5 [
Echtgenoot van gedaagde] is op 22 juli 2023 overleden.
2.6 [
Eiseres 2] is op 2 juli 2024 onder curatele gesteld met benoeming van [eiseres 1] tot haar curatrice. [Gedaagde] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
2.7
Aruba Bank heeft de en/of-rekening geblokkeerd, toen zij op de hoogte raakte van het overlijden van [echtgenoot van gedaagde].
2.8 [
Eiseres 2] beschikt, behalve over de hiervoor genoemde bankrekeningen bij Aruba Bank, ook nog over een bankrekening bij CMB en een bij RBC. In juli 2024 stond er op de rekeningen bij Aruba Bank nog een saldo van zo’n Afl. 270.000,-, op de rekening bij CMB zo’n Afl. 15.000,- en op de rekening bij RBC zo’n Afl. 30.000,-.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De curatrice vordert in haar verzoekschrift:
  • De rechtshandelingen van 4 en 5 november 2021 op grond waarvan [gedaagde] als rechthebbende van de current account rekening nummer nummer [rekeningnummer 1] en de savings account rekening nummer [rekeningnummer 2] bij Aruba Bank NV was geworden, te vernietigen;
  • Uw vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren;
  • [Gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.”
3.2
Tijdens de zitting heeft de curatrice uitgelegd dat zij met deze procedure wil bereiken dat zij kan beschikken over het geld van [eiseres 2] op de bankrekeningen bij Aruba Bank.
3.3 [
Gedaagde] en Aruba Bank hebben ieder afzonderlijk gemotiveerd verweer gevoerd, waarbij zij ook hebben gereageerd of kunnen reageren op de nadere toelichting van de curatrice op haar vordering.
3.4
Het Gerecht zal hierna ingaan op de standpunten van partijen, voor zover dat nodig is voor de beoordeling van de vordering.

4.DE BEOORDELING

Spoedeisend belang?
4.1
Allereerst moet worden beoordeeld of de curatrice voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. [Gedaagde] en Aruba Bank hebben beide aangevoerd dat dit niet het geval is, omdat de curatrice met het saldo op de bankrekeningen bij CMB en RBC (en de inkomsten die op die rekeningen binnenkomen) beschikt over voldoende geld om de kosten van [eiseres 2] te kunnen betalen.
4.2
Het Gerecht gaat aan dit verweer voorbij. De curatrice heeft tijdens de zitting verteld dat de bankrekening bij RBC op naam van [eiseres 2] en/of [echtgenoot van gedaagde] stond en dat ook deze rekening na het overlijden van [echtgenoot van gedaagde] is geblokkeerd. Daardoor kan de curatrice alleen over het saldo op de CMB-rekening beschikken. [Gedaagde] en Aruba Bank hebben dit niet bestreden, zodat het Gerecht ervan uitgaat dat dit klopt. Bovendien staat vast dat het overgrote deel van het vermogen van [eiseres 2] op de rekening bij Aruba Bank staat. Het is in het belang van [eiseres 2] dat de curatrice op korte termijn over dit geld kan beschikken, zodat niet hoeft te worden “beknibbeld” op uitgaven van en voor [eiseres 2]. Mede gelet op de hoge leeftijd van [eiseres 2] (die maakt dat zij niet nog jaren kan wachten voordat zij zelf kan genieten van het vermogen dat zij en haar man hebben opgebouwd) en het feit dat de curatrice voldoende heeft onderbouwd dat zij nu uit eigen vermogen kosten voor [eiseres 2] betaalt, is het Gerecht van oordeel dat de curatrice voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Daarbij komt dat Aruba Bank zelf heeft laten weten dat zij een beslissing van de rechter nodig heeft om tegen de wil van [gedaagde] een nieuwe bankrekening te openen, zodat niet goed valt in te zien waarom de Aruba Bank het spoedeisend belang van de curatrice betwist.
Opmerking vooraf
4.3
Uit de stellingen van de curatrice en [gedaagde] is het duidelijk geworden dat zij het over heel veel dingen niet eens zijn. Zij verwijten elkaar over en weer dat zij niet goed voor [eiseres 2] zorgen en/of hebben gezorgd en dat zij ook niet goed met het geld van [eiseres 2] omgaan. Ook heeft [gedaagde] er moeite mee dat uitgerekend [eiseres 1] als curatrice is benoemd: volgens haar wilde [eiseres 2] niet dat de familie zich met haar zou bemoeien. Wat daar ook van zij: dit zijn argumenten waarover het Gerecht in deze procedure niet kan en niet zal oordelen. De vraag of curatele noodzakelijk is en wie dan curator moet zijn, zal te zijner tijd door het Hof moeten worden beantwoord naar aanleiding van het hoger beroep dat [gedaagde] heeft ingesteld (ervan uitgaande dat [gedaagde] in die procedure belanghebbende is, wat tussen partijen ook ter discussie staat). Deze procedure gaat ook niet over de vraag of [gedaagde] verstandig gebruik heeft gemaakt van de machtiging en de gezamenlijke bankrekening en over de manier waarop de curatrice vorm geeft aan haar rol. Bij het beoordelen van de vorderingen van de curatrice gaat het uitsluitend om de vraag of de curatrice op dit moment (gedurende de procedure in hoger beroep) moet kunnen beschikken over het geld van [eiseres 2], dat op de bankrekening bij Aruba Bank staat.
Inhoudelijke beoordeling
4.4
Het is het Gerecht niet duidelijk geworden of [gedaagde] meent dat zij nog rechten kan ontlenen aan de volmacht die zij op 7 april 2021 van [eiseres 2] heeft gekregen. Dat is niet het geval: de volmacht is vervallen toen [eiseres 2] onder curatele werd gesteld (vgl. artikel [artikelnummer] onder a BW). Het feit dat [gedaagde] hoger beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak waarin de curatele is uitgesproken, doet daaraan niet af.
4.5
Dit betekent dat het Gerecht ervan uitgaat:
i. dat [eiseres 2] onder curatele is gesteld;
ii. dat [eiseres 1] haar curatrice is; en
iii. dat [gedaagde] niet langer de gevolmachtigde van [eiseres 2] is.
4.6 [
Gedaagde] en Aruba Bank hebben terecht aangevoerd dat de vordering van de curatrice, zoals die in het verzoekschrift is opgeschreven (namelijk vernietiging van de rechtshandelingen op 4 en 5 november 2021, te weten het openen van de rekeningen op naam van [eiseres 2] en/of [echtgenoot van gedaagde] en/of [gedaagde]) niet in een kort geding kunnen worden toegewezen. Tijdens de zitting heeft de curatrice echter uitgelegd dat zij beoogt te bereiken dat zij toegang krijgt tot het vermogen van [eiseres 2], dat op de bankrekeningen bij Aruba Bank staat. Dat kan op dit moment niet, omdat die bankrekeningen zijn geblokkeerd in verband met het overlijden van [echtgenoot van gedaagde]. Aruba Bank heeft voorgesteld een nieuwe rekening te openen op naam van [eiseres 2] en/of [gedaagde] en het saldo naar die nieuwe rekening over te boeken, maar [gedaagde] heeft geweigerd daaraan mee te werken. Het Gerecht begrijpt de vordering van de curatrice aldus, dat zij in feite wil dat [gedaagde] wordt veroordeeld om mee te werken aan het openen van zo’n gezamenlijke bankrekening.
4.7
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] bevestigd dat zij niet wil meewerken aan het openen van een gezamenlijke bankrekening, omdat het volgens haar de uitdrukkelijke wens was van [eiseres 2] dat haar familie zich niet zou bemoeien met haar verzorging en financiële zaken. Zoals het Gerecht hiervoor overwoog moet het er in deze procedure vanuit gaan dat de belangen van [eiseres 2] nu door [eiseres 1] als curatrice worden behartigd. Dit betekent dat de curatrice in het belang van [eiseres 2] moet kunnen beschikken over haar vermogen.
4.8
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het saldo op de rekening bij Aruba Bank geheel of voor het overgrote deel van [eiseres 2] afkomstig is. Dit betekent dat [gedaagde] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht zonder goede grond haar medewerking aan het openen van een nieuwe bankrekening weigert. Het Gerecht zal [gedaagde] daarom veroordelen om die medewerking te verlenen. Als [gedaagde] dat niet doet, zal de beslissing van het Gerecht in de plaats treden van de handelingen van [gedaagde] die nodig zijn voor het openen van een bankrekening.
4.9
Aruba Bank moet vervolgens, zoals zij tijdens de zitting ook heeft toegezegd, het saldo van de huidige (geblokkeerde) rekeningen onmiddellijk storten op de nieuw te openen bankrekening(en). Voor zover Aruba Bank heeft willen stellen dat dit in strijd is met haar beleid, gaat het Gerecht daaraan voorbij. Aruba Bank heeft niet inzichtelijk gemaakt waarop dit beleid is gebaseerd, en evenmin waarom dit beleid aan de curatrice kan worden tegengeworpen.
4.1
Ten overvloede overweegt het Gerecht nog dat [gedaagde] tijdens de zitting heeft gezegd dat zij (of [echtgenoot van gedaagde]) ooit ook wel eens geld op de rekeningen bij Aruba Bank heeft gestort. Dat is voor de uitkomst van deze procedure niet doorslaggevend. Voor zover [gedaagde] echter meent dat zij nog recht heeft op een gedeelte van het geld op de bankrekening, of op vergoeding van kosten die zij voor [eiseres 2] heeft gemaakt, ligt het op de weg van [gedaagde] om die kosten voor de curatrice inzichtelijk te maken zodat deze kosten kunnen worden afgerekend
4.11
Gelet op de aard van de procedure zal worden bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om op eerste verzoek van de curatrice en/of Aruba Bank alle handelingen te verrichten die nodig zijn voor het openen van een gemeenschappelijke current en/of savings account bij Aruba Bank ten name van [eiseres 2] (vertegenwoordigd door haar curatrice) en/of [gedaagde] zelf;
5.2
bepaalt dat, als [gedaagde] niet aan het in 5.1 bepaalde voldoet, deze uitspraak in de plaats treedt van alle handelingen van [gedaagde] die nodig zijn voor het openen van een nieuwe current en/of savings account bij Aruba Bank ten name van [eiseres 2] en/of [gedaagde];
5.3
veroordeelt de Aruba Bank om op eerste verzoek van de curatrice het saldo op de bestaande rekeningen bij Aruba Bank ten name van [eiseres 2] en/of [echtgenoot van gedaagde] en/of [gedaagde] op de in 5.1 genoemde nieuwe bankrekening(en) te storten en aan de curatrice beschikbaar te stellen, zodra deze rekening(en) is of zijn geopend;
5.3
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2025, in aanwezigheid van de griffier.