ECLI:NL:OGEAA:2025:158

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
AUA202403793
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van erfpacht en dwangsommen in civiele procedure tussen LA VINYETA DEVELOPMENT N.V. en HET LAND ARUBA

In deze civiele procedure heeft de naamloze vennootschap LA VINYETA DEVELOPMENT N.V. (hierna: Vinyeta) een vordering ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon HET LAND ARUBA (hierna: het Land). De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 4 november 2024 is ingediend. Op 28 mei 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis gewezen. Vinyeta verzoekt onder andere om een dwangsom van Af 10.000,- per dag voor elke dag dat het Land nalaat aan bepaalde bevelen te voldoen, waaronder het afbreken van een ruïne op een perceel en het verlenen van erfpacht aan Vinyeta. Het Land heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd, maar heeft om pleidooi verzocht. Het Gerecht heeft de proceshouding van het Land als verwerpelijk gekarakteriseerd en heeft een comparitie van partijen gelast om de redenen voor deze handelwijze te bespreken. De uitspraak van het Gerecht bevat ook bepalingen over de verplichtingen van partijen in het proces en de noodzaak om argumenten tijdig in te dienen. De comparitie is gepland voor 2 juli 2025, waar partijen hun standpunten verder kunnen toelichten.

Uitspraak

Vonnis van 28 mei 2025
Behorend bij A.R. no. AUA202403793
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
LA VINYETA DEVELOPMENT N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Vinyeta,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigden: mrs. A.F.J. Caster en Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).
1. DE PROCEDURE
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 4 november 2024 ter griffie ingediende verzoekschrift, met producties;
- de op 7 mei 2025 ter griffie ingekomen conclusie van antwoord.
1.2 Tussenvonnis is bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL

2.1
Vinyeta verzoekt om bij vonnis:

Primair:
a. gedaagde te bevelen om binnen 60 dagen na betekening van dit vonnis het recht van erfpacht aan eiseres te uit te geven conform de optiebeschikking van 5 maart 2021 hierboven vermeld;
b. te bepalen dat gedaagde een dwangsom ten behoeve van eiseres verbeurt van Af 10.000,- per dag voor elke dag of gedeelte van een dag dat gedaagde nalaat aan voormeld bevel te voldoen;
Subsidiar:
c. gedaagde te bevelen om binnen 15 dagen na betekening van deze uitspraak de opstal (ruïne) op het perceel kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie A Nummer [kadastraal nummer] conform de aanbeveling van de DOW af te breken en het puin af te voeren en vervolgens binnen 45 dagen later het recht van erfpacht aan eiseres op dat perceel te verlenen conform de voorwaarden als in de optiebeschikking van 5 maart 2021 hierboven vermeld;
d. te bepalen dat gedaagde een dwangsom ten behoeve van eiseres verbeurt van Af 10.000,- per dag voor elke dag of gedeelte van een dag dat gedaagde nalaat aan (een van deze) voormeld(e) bevel(en) te voldoen;
Meer subsidiar:
e. gedaagde te bevelen om binnen 60 dagen na betekening van dit vonnis het recht van erfpacht aan eiseres te uit te geven op het perceel kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie A Nummer [kadastraal nummer] voor het daarop optrekken van een commercieel gebouw en luxe appartementen onder de gebruikelijke voorwaarden, niet zijnde betaling voor een vergoeding van de op dat perceel staande ruïne dat onmiddellijk afgebroken moet worden;
f. te bepalen dat gedaagde een dwangsom ten behoeve van eiseres verbeurt van Af 10.000,- per dag voor elke dag of gedeelte van een dag dat gedaagde nalaat aan voormeld bevel te voldoen;
Meest subsidiar:
g. voor recht verklaren dat het standpunt van gedaagde dat het optierecht als vervat in de beschikking van 5 maart 2021 is komen te vervallen omdat eiseres op 29 september 2021 tardief aan de voorwaarden van de optie heeft voldaan omdat dit na de termijn van zes maanden zou zijn geschied en daarom het recht van erfpacht op het betrokken perceel niet aan eiseres is verleend, een onrechtmatige daad jegens eiseres oplevert en dat gedaagde gehouden is om de door eiseres als gevolg daarvan geleden schade, op te maken bij staat, te vergoeden;
danwel
h. voor recht te verklaren dat de weigering van gedaagde om het recht van erfpacht op het betrokken perceel aan eiseres te verlenen indien eiseres niet het bedrag van Af 724.028,- voor de opstal (ruïne) betaald die vervolgens direct moet worden afgebroken, een onrechtmatige daad jegens eiseres oplevert en dat gedaagde gehouden is om de door eiseres als gevolg daarvan geleden schade, op te maken bij staat, te vergoeden;
i. in alle hierboven vermelde gevallen gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure;
j. alles uitvoerbaar bij voorraad.”.
2.2
Het Land heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd, en heeft om pleidooi verzocht.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht heeft kennis genomen van de verwerpelijke proceshouding van (de gemachtigden van) het Land en zal ter bespreking daarvan een comparitie van partijen na (ledig) antwoord gelasten als na te melden, waarop partijen deugdelijk vertegenwoordig dienen te verschijnen.
3.2
Als een partij niet verschijnt kan het Gerecht daaraan het gevolg verbinden - ook in het nadeel van die partij - dat het passend acht.
3.3
De partij die zich gedurende de comparitie op schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken tijdig - dat wil zeggen uiterlijk op de derde werkdag voor de dag van de zitting - in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het Gerecht over te leggen.
3.4
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief de rechter om uitstel te verzoeken. Bij het verzoek om uitstel moeten de verhinderdata worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie komende maanden. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval dient de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden daarvan per brief de rechter gemotiveerd om uitstel te verzoeken.
3.5
Ten behoeve van de te houden comparitie wordt het volgende overwogen.
3.6
Het Land heeft een conclusie van antwoord gediend. Met die conclusie heeft het Land geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen het door Vinyeta gestelde en verzochte, maar heeft hij naar het oordeel van het Gerecht volstrekt in strijd met de goede procesorde om pleidooi verzocht. Pleidooi op verzoek van een partij kan in beginsel eerst aan de orde zijn als de zaak tot en met dupliek (op inhoudelijke wijze) is uitgeprocedeerd, en is bedoeld om met betrekking tot het gevoerde partijdebat de spreekwoordelijke puntjes op de i te zetten. Het Land dient ter zitting antwoord te geven op de vraag waarom het heeft gekozen voor deze verwerpelijke handelwijze/proceshouding.
3.7
Partijen dienen ter zitting ieder voor zich de verdere vraag te beantwoorden welke gevolgen aan de hiervoor omschreven handelwijze/proceshouding van het Land naar hun zienswijze moeten worden verbonden in het licht en op de voet van artikel 18c Rv [1] . Die door het Land geschonden wettelijke bepaling, die gelet op de vooraanstaande plaats in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als essentieel heeft te gelden, luidt als volgt:

Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig, naar waarheid en in een zo vroeg mogelijk stadium aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.”.
3.8
Het Land dient ter zitting ook uitleg te geven over het volgende. In een andere zaak betreffende uitgifte in erfpacht van domeingrond, waarin de gemachtigden van het Land niet ter zitting waren verschenen en op bevel van dit Gerecht zijn gebeld om zo snel als mogelijk alsnog te verschijnen, hebben de alsnog ter zitting verschenen gemachtigden van het Land verklaard dat in zaken zoals de onderhavige juristen van DWJZ niet meer als procesgemachtigden voor het Land zullen optreden, maar bij de DIP tewerkgestelde ambtenaren. Ter zitting dient het Land in dat licht de vraag te beantwoorden waarom in deze zaak wel juristen van de DWJZ als procesgemachtigden voor het Land optreden.
3.9
Voor de comparitie wordt in beginsel één uur uitgetrokken. Partijen kunnen na bespreking van al het vorenstaande hun zaak 10 minuten bepleiten. Als een partij de vastgestelde spreektijd overschrijdt, kan de rechter haar of hem het woord ontnemen.
3.1
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen op de terechtzitting van mr. A.H.M. van de Leur, rechter, op
woensdag 2 juli 2025 om 10:00 uurin zaal A van het in Aruba te J.G. Emanstraat nr. 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt dat partijen dan ieder voor zich vertegenwoordigd aanwezig moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen, desgewenst met gemachtigden;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 mei 2025 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Met betrekking tot het Land als gedaagde partij in deze procedure volgt uit deze bepaling dat hij wettelijk verplicht is om al zijn argumenten waarmee hij de stellingen en vorderingen van Vinyeta wil bestrijden tegelijk in zijn conclusie van antwoord op te nemen. Dit wordt in de rechtspraak en literatuur ook wel aangeduid als ‘concentratie van verweer’.