ECLI:NL:OGEAA:2024:91
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging
Op 3 april 2024 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarbij een appellante, die in persoon procedeerde, beroep had ingesteld tegen de Minister van Arbeid, Energie en Integratie. De appellante had op 17 juli 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend ten behoeve van haar echtgenoot in het kader van gezinshereniging. Aangezien er geen beslissing was genomen op haar aanvraag, had zij op 10 oktober 2023 bezwaar gemaakt. Vervolgens had zij op 14 november 2023 beroep ingesteld, voordat de wettelijke termijn voor het indienen van beroep was ingegaan. De rechter overwoog dat de beroepstermijn was aangevangen op 3 januari 2024, en dat het beroepschrift van de appellante te vroeg was ingediend. Hierdoor verklaarde de rechter het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De appellante en de verweerder hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de dagtekening van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.