ECLI:NL:OGEAA:2024:71
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een uitzettingsbevel in het bestuursrecht
In deze uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 maart 2024, wordt het verzoek van een verblijvende verzoeker beoordeeld, die bezwaar heeft gemaakt tegen een uitzettingsbevel van de Minister van Justitie en Sociale Zaken. De minister had op 27 november 2023 besloten tot uitzetting, waarop de verzoeker bezwaar heeft aangetekend en het gerecht heeft verzocht om het uitzettingsbevel te schorsen totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen. Tijdens de zitting op 21 februari 2024, waar zowel de verzoeker als de minister vertegenwoordigd waren, werd duidelijk dat de verzoeker inmiddels over een geldige verblijfsvergunning beschikte, wat de basis vormde voor de schorsing van het uitzettingsbevel. Het gerecht oordeelde dat er geen reden was om de verzoeker uit te zetten, gezien de geldige verblijfsvergunning. De rechter besloot het uitzettingsbevel te schorsen tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van de verzoeker. Tevens werd de minister gelast om het door de verzoeker betaalde griffierecht terug te betalen. De uitspraak benadrukt het belang van de verblijfsstatus van de verzoeker in de beoordeling van het uitzettingsbevel en de procedurele waarborgen in het bestuursrecht.