In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een echtscheiding tussen een man en een vrouw die op 21 mei 2004 in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De echtscheiding werd op 13 december 2021 uitgesproken, waarbij ook de verdeling van de gemeenschap werd bevolen. De man vordert dat de waarde van de aandelen in de onderneming van de vrouw, vastgesteld door een deskundige, wordt erkend en dat de vrouw hem een bedrag van Afl. 768.827,17 betaalt. De vrouw verzet zich tegen deze vordering en stelt dat de waardering niet correct is uitgevoerd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de waarde van de aandelen opnieuw moet worden bepaald door een deskundige, omdat er bezwaren zijn tegen de eerdere waardering door CATC-HCC. De vrouw heeft ook een vordering in reconventie ingediend, waarin zij vraagt om de verdeling van de gemeenschap vast te stellen en een deskundige te benoemen. Het Gerecht heeft besloten een deskundige te benoemen om de waarde van de aandelen per 1 september 2021 te bepalen en heeft de vrouw opgedragen het voorschot voor de deskundige te betalen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het deskundigenrapport.