Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.HET GESCHIL
4.DE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
door [gedaagde] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze bodemprocedure, aangespannen door een eiser uit Argentinië tegen een gedaagde uit Aruba, staat de geldigheid van een koopovereenkomst voor een speedboot centraal. De koopovereenkomst, ondertekend op 10 februari 2022, stipuleert dat de eiser de speedboot aan de gedaagde verkoopt voor Afl. 14.585, te betalen in twaalf termijnen. De gedaagde heeft echter slechts één betaling van Afl. 700 gedaan. De eiser vordert nu betaling van het resterende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, maar heeft zijn vordering tijdens de zitting verminderd door de incassokosten te laten vallen.
De gedaagde betwist de vordering en stelt dat de koopovereenkomst fictief is, bedoeld om de boot te verkopen zonder dat zij daadwerkelijk eigenaar zou worden. De gedaagde heeft bewijsstukken aangedragen, waaronder verklaringen van een kapitein en een potentiële koper, die de stelling ondersteunen dat de koopovereenkomst enkel is opgesteld om de verkoop van de boot te faciliteren. De eiser ontkent deze beweringen en stelt dat hij de boot daadwerkelijk heeft verkocht en geleverd.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de gedaagde in de gelegenheid moet worden gesteld om haar stellingen te bewijzen. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 17 april 2024, waar de gedaagde haar bewijsvoering kan presenteren. Het Gerecht heeft beide partijen aangespoord om tot een oplossing te komen om verdere kosten te vermijden, aangezien beide partijen geen interesse meer hebben in de boot.