Uitspraak
[Naam hotel],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een hotel en een werknemer, hierna aangeduid als [verweerster]. De verzoekster, een hotelcorporatie, heeft de ontbinding aangevraagd op basis van gewichtige redenen, waaronder herhaaldelijke overtredingen van bedrijfsregels door [verweerster]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 1 december 2023 werd ingediend, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 20 februari 2024. Tijdens deze behandeling zijn beide partijen gehoord en zijn er videobeelden getoond die het gedrag van [verweerster] op de werkvloer documenteerden.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat [verweerster] sinds haar indiensttreding in 2013 herhaaldelijk op haar gedrag is aangesproken en disciplinaire maatregelen heeft ontvangen. De verzoekster heeft een aantal incidenten benoemd, waaronder het ongeoorloofd gebruik van haar mobiele telefoon tijdens werktijd, het delen van ongepaste filmpjes op sociale media, en het niet naleven van roosterwijzigingen. Ondanks herhaalde waarschuwingen heeft [verweerster] haar gedrag niet verbeterd, wat heeft geleid tot het verlies van vertrouwen van de verzoekster in haar functioneren.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verzoekster terecht de arbeidsovereenkomst heeft willen ontbinden, gezien de ernst van de overtredingen en het gebrek aan verbetering in het gedrag van [verweerster]. De ontbinding is met onmiddellijke ingang uitgesproken, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerster]. Tevens is [verweerster] veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 450,- aan griffierecht en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.