4.3Vorenstaande geldt mutatis mutandis met betrekking tot de hiervoor onder iv. omschreven vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter zake van de op de parkeerplaats voor reclamedoeleinden geplaatste container van Fast. Dit temeer omdat uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde drone videobeelden van de parkeerplaats blijkt dat op de plaats waar bedoelde container is geplaatst in plaats van vier twee auto’s geparkeerd kunnen worden. De vordering onder iv. zal worden afgewezen, en er bestaat op dit punt evenmin grond voor al dan niet temporele partiële ontbinding van de huurovereenkomsten (huurprijsvermindering) zoals gevorderd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie].
4.4.1Niet in geschil is dat [N.V.] een naast de [NV bar 1]-ruimte gelegen deel van haar terrein verhuurt aan een derde die aldaar een poffertjeskraam exploiteert die volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overlast veroorzaakt met betrekking tot de [NV bar 1]-ruimte met onwelriekend ruikende bakgeuren. Die rechtsverhouding met die huurder brengt met zich dat de hiervoor onder v. omschreven vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] reeds om die reden niet toewijsbaar is, omdat zonder instemming van die huurder Golden Strip onmogelijk het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] beoogde bevel kan opvolgen. Gesteld noch is gebleken dat de hier bedoelde huurder zal instemmen om zijn poffertjeskraam elders dan op de huidige locatie te exploiteren. Dit één en ander brengt mee dat ook de hiervoor onder v. omschreven vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal worden afgewezen.
4.4.2Als het inderdaad zo is dat de poffertjeskraam overlast veroorzaakt met betrekking tot de [NV bar 1]-ruimte met onwelriekend ruikende bakgeuren zoals gesteld door [eiser in conventie, verweerder in reconventie], is het de exploitant van de poffertjeskraam die dat veroorzaakt, en niet [N.V.]. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal zich dienaangaande tot die exploitant moeten wenden om daar een eind aan te maken, en niet valt zonder redengevende doch niet gegeven uitleg in te zien dat [N.V.] te dezen tekort schiet ter zake van het aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te verschaffen huurgenot van de [NV bar 1]-ruimte. Aldus is ook in dit verband met betrekking tot het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gehuurde (de [NV bar 1]-ruimte dus) geen sprake van een gebrek in de zin van het tweede lid van artikel 7:204 BW. Het Gerecht ziet daarom ook op dit punt geen grond voor al dan niet temporele partiële ontbinding van de huurovereenkomsten (huurprijsvermindering) zoals gevorderd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] al dan niet op de voet van artikel 7:207 BW.
4.5.1Ter zake van de hiervoor onder i. en ii omschreven vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt het volgende overwogen. Uit het hiervoor omschreven artikel 10 van de huurovereenkomst tussen [N.V.] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met betrekking tot de [NV bar 1]-ruimte (en ook die met betrekking tot de [VBA bar&restaurant]-ruimte) volgt dat partijen zijn overeengekomen dat [N.V.] bevoegd is in The Village andere gebouwen te construeren/realiseren, ook voor of naast de [NV bar 1]-ruimte en/of de [VBA bar&restaurant]-ruimte, en dat van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daaraan zijn medewerking zal verlenen. De stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie], dat artikel 10 van de huurovereenkomsten - dat onder meer bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter zake van door [N.V.] voor of naast de [NV bar 1]-ruimte en/of de [VBA bar&restaurant]-ruimte ontwikkelde nieuwbouw geen juridische actie mag ondernemen - op grond van artikel 3:40 BW nietig of vernietigbaar is omdat die contractuele bepaling [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dienaangaande van de rechter afhoudt en daarom in strijd is met de goede zeden, kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet baten. Zo dat betoog klopt, is naar het oordeel van het Gerecht alleen dat onderdeel van artikel 10 van de huurovereenkomsten op de voet van artikel 3:40 BW nietig of vernietigbaar, en het overige van die contractuele bepaling niet. Aldus kan en mag [N.V.] zich op dat overige beroepen, waarover hierna onder 4.5.2 en verder meer. Overigens is gebleken dat [N.V.] zich in deze procedure niet beroept op het hier besproken onderdeel van artikel 10 van de huurovereenkomsten.
4.5.2Het Gerecht volgt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet in de door hem gegeven uitleg van artikel 10 van de huurovereenkomsten. Redelijke uitleg van dat deel van artikel 10 van de huurovereenkomsten waarop [N.V.] zich beroept en mag beroepen brengt met zich dat [N.V.] op het plein voor of naast de [NV bar 1]-ruimte en de [VBA bar&restaurant]-ruimte geen nieuwbouw mag construeren die vanuit die ruimtes gezien het zicht/het licht overdag volledig of in aanzienlijke mate wegneemt of blokkeert, en/of de toegang tot en/of het zicht op die ruimtes volledig of in aanzienlijke mate belemmert. Van dat alles is onder meer blijkens de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde drone-videobeelden naar het oordeel van het Gerecht geen sprake. Sprake is van een overdekte openluchtbar, die van alle kanten open is. Er is geen sprake van gevels of iets dergelijks. Uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde drone-videobeelden blijkt dat zowel de [NV bar 1]-ruimte en de [VBA bar&restaurant]-ruimte zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, en dat vanuit de [NV bar 1]-ruimte de [VBA bar&restaurant]-ruimte goed zichtbaar is en omgekeerd (geldt hetzefde). Uit dit één en ander volgt dat op grond van artikel 10 van de huurovereenkomsten [N.V.] de openluchtbar heeft gebouwd en heeft mogen bouwen, en dat de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie], dat hij door de aanwezigheid van die bar een deel van het door [N.V.] met betrekking tot de [NV bar 1]-ruimte en (tot 30 november 2022) de [VBA bar&restaurant]-ruimte aan hem te verschaffen huurgenot derft, voldoende feitelijke grondslag mist. Die stelling wordt daarom gepasseerd, met als gevolg dat ook te dezen geen sprake is van een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW en geen grond bestaat voor al dan niet temporele partiële ontbinding van de huurovereenkomsten (huurprijsvermindering) zoals gevorderd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] al dan niet op de voet van artikel 7:207 BW.
4.5.3Vorenstaande brengt met zich dat de hiervoor onder ii omschreven vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal worden afgewezen.
4.5.4De omstandigheid dat de openluchtbar is gebouwd zonder een daartoe vereiste bouwvergunning maakt vorenstaande niet anders. Een bouwvergunning betreft een toestemming van de overheid om een bouwwerk op te richten of aan te passen overeenkomstig de in die vergunning omschreven voorwaarden, en moet worden verleend door de overheid als wordt voldaan aan bepaalde veiligheidsvereisten, bepaalde bouwvoorschriften, bepaalde welstandsvereisten en het ter plaatse van het te construeren bouwwerk geldende bestemmingsplan. Uit dit één en ander blijkt naar het oordeel van het Gerecht dat een bouwvergunning niet strekt ter bescherming van de huurbelangen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten opzichte van [N.V.], en dat het ontbreken daarvan voor het op grond van artikel 10 van de huurovereenkomsten gebouwde openluchtbar reeds daarom geen onrechtmatige daad oplevert jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie]. Maar zelfs als het zonder bouwvergunning construeren van de openluchtbar aan de zijde van [N.V.] wel een toerekenbare onrechtmatigde daad oplevert jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als huurder van de [NV bar 1]-ruimte en (tot 30 september 2022) van de [VBA bar&restaurant]-ruimte, volgt uit het hiervoor onder randnummer 4.5.2 overwogene dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dientengevolge geen schade lijdt of heeft geleden.